De veerdiensten langs de IJzerdijk, die voortaan opnieuw uitvaren, zijn beter toegankelijk gemaakt. Samen met extra rustpunten langs de oevers van de IJzer wil de stad mensen nog meer van het waterlandschap laten genieten.
Het totaalproject wil het comfort en de veiligheid van de toeristische en recreatieve fietsers en wandelaars verhogen. Dat moet ervoor zorgen dat ze ongestoord van het landschap en de natuur kunnen genieten én het ook beleven. Met eerder al de uitbreiding van het houten fiets- en wandelpad langs de IJzer is de cirkel nu rond.
Opgeschoven
De vier bestaande pontons bij de veerdiensten zijn beter toegankelijk gemaakt. Het zijn niet langer steile trappen, maar vaste houten constructies met een lichte helling die fietsers toelaten om zich zonder problemen richting veer te begeven. De veerdienst aan het Stiltepad/Galileiwegel is enkele honderden meters opgeschoven en bevindt zich nu ter hoogte van de Dodengang. Die aan de Rapestraat/De Fot’oeil bleef op dezelfde locatie. Er kwamen ook extra rustpunten dicht bij het water, ter hoogte van de Muidebrug in de Beerstblotestraat (waar de Handzamevaart in de IJzer uitmondt), de Calvarieberg (bij doe-het-zelf en vakhandel Delva) en de Paxpoort (bij de IJzertoren).
Water als troef
Herlinde Rollez, schepen voor Toerisme: “Water is onlosmakelijk verbonden met Diksmuide en een troef op toeristisch-recreatief vlak. Heel wat Diksmuidse toeristische trekpleisters hebben een band met water: van de natuur- en rustgebieden, het erfgoed in de binnenstad, de poldervlaktes tot de restanten van de Eerste Wereldoorlog. Deze investeringen zijn een hefboom voor meer waterbeleving. Ik hoop dat we, samen met verschillende partners, deze weg verder kunnen bewandelen.”
De totale kostprijs voor alle acties – toegankelijke veerdiensten, extra rustpunten en uitbreiding van het houten fiets- en wandelpad bedroeg 1.740.129,93 (inclusief btw), maar het lokaal bestuur kon rekenen op steun van heel wat partners. De Vlaamse Waterweg nv investeerde 300.000 euro voor de technische ingrepen. Het provinciebestuur droeg 150.000 euro bij via het Reglement Toeristische Impulsen in West-Vlaanderen. Van Toerisme Vlaanderen ontving de stad 437.629 euro via het relancefonds omwille van de Veerkracht voor Landschap en Natuur en 381.112,61 euro van het Kopenhagenplan van de Vlaamse overheid om investeringen in fietsinfrastructuur te stimuleren.
