Bernard Vanmeerhaeghe neemt na 41 jaar afscheid van het Sociaal Huis in Dentergem

Bernard Vanmeerhaeghe. © foto vadu
Valentijn Dumoulein
Valentijn Dumoulein medewerker KW

Bernard Vanmeerhaeghe (63) neemt na een carrière van maar liefst 41 jaar afscheid van het Sociaal Huis in Dentergem. Hij begon er als maatschappelijk werker en ging later aan de slag als diensthoofd en secretaris, tegenwoordig adjunct algemeen directeur.

In die periode evolueerde het OCMW tot Sociaal Huis met een veel bredere dienstverlening en zag hij heel wat veranderen.

Dat de gemeente je zal missen, is wel duidelijk. Burgemeester Koenraad Degroote noemde u in zijn dankwoord ‘een monument’. Mooie woorden…

“Ik zie mezelf uiteraard zo niet, maar ik apprecieer het gebaar. De burgemeester en ik kennen elkaar al van toen we hier beide in de lagere school zaten. We weten wat we aan elkaar hebben en kunnen goed met elkaar opschieten. Dat heeft er zeker toe bijgedragen. Ik heb altijd goed proberen te doen voor anderen en ten dienste te staan van de zwakkeren in de samenleving. Ik denk dat we meer dan één steen hebben kunnen verleggen en voor mij is dat het voornaamste.”

Hoe ben je indertijd in deze job gerold?

“Ik had Wetenschappen-Wiskunde gestudeerd, maar besloot na mijn studies dat ik toch liever de wereld zou verbeteren (lacht). Ik ging eerst aan de slag in Huize Cattebeek in Deinze, een tehuis voor volwassenen met een matige beperking. Toen ze in 1982 besloten in Dentergem voor het eerst een eigen maatschappelijk werker aan te werven, ben ik op die vacature ingegaan. Eerst halftijds, maar omdat de toenmalige OCMW-secretaris in onmin raakte met burgemeester Daniël Beels werd ik plots tot diensthoofd gebombardeerd. Zo had ik op aanraden van de gewestelijk ontvanger nog voor ik goed en wel afgestudeerd was die nieuwe functie.”

In al die jaren heb je vast veel zien veranderen?

“Ik heb met Islena Dewitte, Maurice Dujardin, Noël Persijn en Trees Desmet vier OCMW-voorzitters gekend en met Bart De Keukeleire de eerste voorzitter van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst. Zelf is mijn functie bij de inkanteling van het OCMW in de gemeentestructuur veranderd naar die van adjunct-algemeen directeur en is Sofie De Clerck algemeen directeur geworden. Toen het OCMW een Sociaal Huis werd, is ook de hele dienstverlening enorm breder geworden. Waar we ons aanvankelijk om de armen in onze samenleving bekommerden, kunnen hier nu veel meer mensen voor hulp van allerlei aard terecht, met onder andere een poets-, hulp- en klusjesdienst of buitenschoolse opvang en dat doet me oprecht deugd.”

“Ik ben blij dat we met Alle Beetjes Helpen een eigen voedselbank hebben die wekelijks toch 60 gezinnen bedient”

Op welke realisatie ben je het meest trots?

“We hebben heel wat projecten uitgevoerd, van de sociale flats Ter Kercken in Markegem en Keukeldam in Wakken tot de inrichting van het Sociaal huis en de aankoop van de voormalige Rijkswachtsite, om er sociale woningen van te maken. Verder ben ik blij dat we met Alle Beetjes Helpen ook een eigen voedselbank hebben die wekelijks toch zestig gezinnen bedient. Na drie jaar wordt die stilaan te klein en wenkt uitbreiding. De klusjesdienst verhuist en we zullen er meer plaats voor maken.”

In jouw functie zie je vast veel schrijnende toestanden. Kan je dat makkelijk van je afzetten?

“Ik heb veel miserie gezien en in het begin was dat moeilijk, maar ik heb dat gaandeweg geleerd, anders ‘overleef’ je het niet. Vooral als er kinderen bij betrokken zijn is dat niet evident en raakt je dat extra hard. Eens terug thuis was mijn uitlaatklep dan om te wroeten in mijn groentetuin. Misschien dat je me daar de komende maanden meer zal vinden, want het afscheid valt me toch wel zwaar. Veertig jaar iets met hart en ziel doen, dat laat je niet zomaar achter je.”

Hoe zie je de toekomst, voor jou én het Sociaal Huis?

“Ik word niet vervangen, maar een groot deel van mijn taken gaan naar Eva De Smet, de nieuwe coördinator Burger en Welzijn. Ik heb ook gevraagd het Sociaal Huis ook in de toekomst niet stiefmoederlijk te behandelen en de gemeente heeft dat beloofd. Daar leg ik mijn vertrouwen in. Het is de bedoeling dat ik nog iets ga doen voor de bevolking, want mijn sociale ingesteldheid zal niet van de ene op de andere dag verdwijnen. Alleen weet ik nu nog niet wat die invulling zal zijn.”

Wenkt het zwarte gat of ga je, als je op 1 mei officieel afzwaait, genoeg om handen hebben?

“Er zal nu meer tijd zijn voor mijn vrouw Conny, kinderen Eline (32) en Pieter (34) en kleinkinderen Auke (7) en Nona (5), dus dat zie ik helemaal zitten. Mijn vrouw was onthaalmoeder en is recent ook op pensioen gegaan, dus we zullen er samen van kunnen genieten. Ik stap ook al 37 jaar trouw mee in de Hallebedevaart, een familietraditie. Daarom droom ik er van om nog eens naar Santiago de Compostella te kunnen wandelen, al moet ik mijn vrouw daar nog van overtuigen. (glimlacht)