Archeologen maken van bouw nieuw stadhuis gebruik om onderzoek te doen

Schepenen Mieke Vanbrussel en Nathalie Muylle samen met Willem Hantson. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Van 19 april tot 6 mei zijn archeologen aan de slag op de bouwwerf van het nieuwe stadhuis in Roeselare. De onderlagen van de grond worden bestudeerd en gedocumenteerd. Willem Hantson, erfgoedconsultent van RADAR, is in zijn nopjes. “Voor ons is dit een buitenkans”, verwoordt hij.

Stad Roeselare had deze periode ook ingecalculeerd bij de werken. “We zitten nog perfect op schema”, opent schepen Nathalie Muylle. “De archeologen krijgen nu drie weken de kans om hun opgravingen te doen, daarna zetten we de werken gewoon verder. We willen een duurzaam nieuw stadhuis. Dat niet enkel met het oog op de toekomst, maar ook met respect voor het verleden.”

De eerste verwijzingen naar de stad Roeselare dateren al van de negende eeuw, in de tiende eeuw kreeg de stad al marktrechten en in de 13de eeuw stadsrechten. De eerste nederzetting situeerde zich pal in het centrum. “Het belfort en de Sint-Michielskerk horen tot de oudste gebouwen. Het toenmalige centrum moet zich ook hier bevonden hebben, daarbuiten kwam je al snel in de velden terecht. Bij de bouw van De Munt bleek dat die site eigenlijk al in de tuin van Roeselare lag.”

Twee jaar onderzoek

Een team van archeoloen van Monument Vandekerckhove onderzoek nu in samenwerking met de intergemeentelijke onroerend erfgoeddienst RARDAR een oppervlakte van om en bij de 1.800 kubieke meter. “We hadden al enkele kijkputten gemaakt en stelden daarbij vast dat we snel in de archeologische grondlagen terechtkwamen. We hebben ook waterputten aangetroffen, ook daar hopen we nog materiaal terug te vinden.”

Je kan de archeologen aan het werk zien door te piepen door de kijkgaten in de werfdoeken rond de site.
Je kan de archeologen aan het werk zien door te piepen door de kijkgaten in de werfdoeken rond de site.

Dat materiaal is erg divers. Er werden al houtskoolresten gevonden, maar ook aardewerk, dierlijk bot, organische resten en bouwmateriaal moeten meer informatie opleveren over hoe de Roeselarenaars vroeger leefden en woonden. “Drie weken tijd is krap, maar tien jaar geleden zou het langer geduurd hebben. Nu bestaan er al heel wat nieuwe technieken waardoor we sneller kunnen werken. Maar na die drie weken begint het pas. Dan moet al dat materiaal onderzocht worden. Het definitieve rapport zal allicht twee jaar op zich laten wachten.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier