Ann C. uit Menen getuigt over leven in armoede naar aanleiding van Verzetdag tegen armoede: “Je voelt je niets meer waard”
Voor Ann C. uit Menen is de inleefweek lange tijd de harde realiteit geweest. De moedige vrijwilligster van Welzijnsschakel Grenslicht doet haar verhaal uit de doeken en wil vooral sensibiliseren rond (kans)armoede. “Het is niet zo simpel dat iedereen zomaar werk vindt.”
Ann C. (57) kwam jaren geleden in de armoede terecht. Ze is vrijwilligster bij Welzijnsschakel Grenslicht Menen, dat activiteiten organiseert voor mensen die in armoede leven, maar vooral naar hen luistert en hun tips geeft in hun zoektocht naar hulp. “Hoe ik in de armoede ben terechtgekomen, doet er eigenlijk niet toe. Als ik in scholen ga spreken over armoede, dan noem ik tientallen verschillende redenen op en nog kan het dat er een kind dat in armoede leeft zich niet kan identificeren met de voorbeelden. De verschillende redenen zijn ontelbaar.”
“Ik wil vanuit mijn ervaring vooral de misvattingen wegwerken. Armoede mag bovendien niet in de taboesfeer blijven hangen. Als je erin terechtkomt, raak je doorgaans volledig geïsoleerd van de maatschappij. Je gaat niet mee om eentje te gaan drinken, want je hebt geen geld en voelt je een profiteur die zich laat trakteren. Voor mij was corona in dat opzicht zelfs een zegening: ik hoefde niet constant excuses te verzinnen. Het voorschrift om de verwarming een graadje lager te zetten, eenpansgerechten te maken en water op te vangen en te hergebruiken tijdens de energiecrisis en droogteperiode? Wij deden het thuis al jaren.”
Wie is Ann C.?
Ann stelt zich soms de vraag wie ze is, zeker doordat ze zichzelf tijdens haar moeilijke periode ietwat verloren is. Bij de vraag “Wie is Ann C.?” stelt ze vandaag trots: “Ik ben moeder van vier volwassen kinderen. Drie ervan zijn het huis uit en leven stabiel. Eentje is gedoctoreerd, een ander werkt fulltime als IT’er en nog een ander zit in de theaterwereld. Alle drie zijn ze door hard te werken uit de armoede geraakt. Hun studies kon ik voor een deel betalen via leningen, een ander deel betaalden ze zelf. Mijn doel is om die leningen af te betalen voor mijn sterven. Ik ga schoonmaken, voorzie maaltijden op school en heb labowerk gedaan.”
“Ben ik uit de armoede geraakt? Ik zou zeggen van wel: op het einde van de maand kan ik mijn facturen betalen, al lijd ik soms nog honger. Mijn psychiater zou dan weer zeggen van niet. Waarom? Er zijn moeilijke periodes waarin ik liever betaalde om mijn zoon het recht op psychische hulp niet te ontzeggen te koste van mijn hulp, al kon ik die ook goed gebruiken. Wat mensen vooral moeten begrijpen is dat armoede en geestelijke gezondheid sterk met elkaar verweven zijn. Leven in armoede is uitputtend en je bent het 24 op 24. Elke nacht lig je in je bed te tellen hoe je het zal regelen.”
“Ga dan gaan werken”
“Op een bepaald moment voelde ik me echt niets meer waard. Als iemand plaats maakte voor mij op het voetpad, dan zei ik al ‘sorry’ en had ik het gevoel dat dat niet nodig was. Tot ik plots begon te beseffen dat dat voetpad ook voor mij was. Ik was toch iets waard. Die eigenwaarde is pas terug beginnen te komen eens ik me opnieuw gerespecteerd voelde door mijn medemens. Ik vind respect heel belangrijk en heb dat lang niet gekregen.”
Vaak hoorde Ann dat mensen in armoede “maar moeten gaan werken”. Dat is lang niet voor iedereen zo simpel, zo blijkt: “Ik had geen statuut meer. Dat is ook een van de dingen die ik vertel als ik in scholen ga spreken. Als je bijvoorbeeld wilt stoppen met school, zorg ervoor dat je erkend bent als schoolverlater. Zoek je werk? Laat je dan erkennen als werkzoekende. Ook al had ik een diploma in het hoger onderwijs, niemand wou mij nog aanvaarden.”
“Behalve één iemand, en dat zal ik nooit vergeten. Ik ging op sollicitatiegesprek bij een directeur. Ik was aanvaard, nog voor we het over mijn kwaliteiten hadden gehad. Ik zou in de job niet veel moeten gaan doen, maar hem gewoon ‘plezieren’ als hij het nodig had. Ik ging gewoon zijn maîtresse zijn! Ik weigerde, want ik wil mijn lichaam niet verkopen. Toen vertelde hij me: “Mevrouw, waar denk jij anders aan werk te geraken?” Door zo’n ervaringen duurde het lang voor ik terug respect kreeg voor mezelf. Ik ben dan ook blij dat ik nu mijn verhaal kan delen en zo kan opkomen voor een groep die monddood is en waaronder velen zich schamen voor hun situatie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier