51 jaar bij elkaar en samen gekozen voor de dood: “Op de dag van haar diagnose zei hij meteen: we gaan toope”
Hand in hand, altijd bij elkaar. Zoals ze 51 jaar samen hebben geleefd hebben, zijn ze gestorven. Hij 71, zij 70. Hij één jaar ziek, zij al een jaar langer. Zaterdag koos het Oostendse koppel Robin D’hondt en Jenny Van Lijnden om samen euthanasie te krijgen, omringd door hun hechte familie. “Het was zo mooi. Ondanks alle pijn, ondanks al het verdriet.”
Vanuit het appartement op de tiende verdieping heb je een fenomenaal zicht op de Spuikom. Dit is het hart van de Vuurtorenwijk, op de grens van Oostende met Bredene. Hier deelden Robin D’hondt en Jenny Van Lijnden Tot Oldenaller de voorbije veertien jaar lief. En leed.
“Ze hebben moeten vechten voor elkaar. Vanaf de eerste dag. Maar hun liefde haalde het altijd. Altijd.” Jess D’hondt (44), de jongste van het gezin D’hondt, spreekt met een dik Bredens accent. “Hun verhaal? Als een film eigenlijk”, glimlacht ze. “Mijn moeder is op haar zeventiende vanuit Brussel naar Oostende gekomen. Helemaal alleen, weg van het verstikkende leven daar. In een klein militairencafeetje vond ze werk, daarboven had ze een klein kamertje. Mijn ma was een knappe vrouw, echt een knappe. Iedereen vroeg haar elke avond om te dansen, maar ze weigerde altijd. Tot mijn pa op een dag toevallig in dat café belandde, en het haar vroeg. ‘t Was meteen koekenbak en ze zijn altijd samen gebleven. Hoe oud ze toen waren? Een jaar of twintig.”
Prachtige jeugd
Makkelijk was het niet, zeker niet de eerste jaren. De beide families waren niet tuk op elkaar. “Ze zijn er vaak proberen tussenkomen, maar ze vonden elkaar elke keer opnieuw. Ze hebben niets gekregen van thuis, ze werden altijd als het zwarte schaap bekeken. Alles wat ze hebben, hebben ze samen gedaan. Ze waren zo trots op elkaar. En vooral zo zot van elkaar.”
Robin en Jenny trouwden in mei 1985 en kregen drie kinderen: Johny, de oudste die in 1992 op 20-jarige leeftijd uit het leven stapte, Steve, nu 46 en vader van drie en Jess, de enige dochter en moeder van twee zonen. “We hebben een heel mooie jeugd gehad, hier in Bredene”, vertelt Jess. “Nooit veel luxe, maar we hadden nooit iets te kort. Thuis was er warmte en respect. Geborgenheid ook, ondanks het feit dat we niet de makkelijkste waren. (glimlacht) Ik had nooit vriendinnen nodig, mijn ma was er altijd voor me. Ze was mijn alles. Ze stonden ook altijd klaar om te helpen, voor wie dan ook. Als je me vraagt hoe mijn ouders waren, heb ik er maar vier woorden voor: beter vind je niet.”
Hij zag dat ze rustte, lachte even naar me en sloot zacht zijn ogen – dochter Jess D’hondt
De 21-jarige Shania D’hondt, dochter van Steve en kleindochter van bompa Robin enbommaJenny, kijkt haar tante liefdevol aan. “Wij zijn met vijf kleinkinderen, en alle vijf waren we hun oogappels. Ze deden alles voor ons, ze overlaadden ons met liefde. Mocht ik het kunnen, ik bracht ze meteen terug.”
Longkanker
Twee jaar geleden kreeg het koppel een eerste zware dobber te verduren. Jenny kreeg, na verschillende onderzoeken, de diagnose longkanker te horen. “Op dat moment weet je al dat het moeilijk wordt”, zegt Jess. “De dokters wilden geen termijn geven, maar bij die ziekte gaat het om één jaar, hooguit twee.” “Bomma ging er heel sterk mee om, ze bleef positief en trok bompa omhoog”, zegt Shania. “De chemokuur woog zwaar en maakte haar lichaam helemaal kapot. Maar haar laten doen? Nooit.”
“De dag dat het woord longkanker is uitgesproken, zei mijn pa al dat ze samen zouden sterven.” Jess is even stil en tuurt naar buiten. “We gaan toope, zei hij. Als het gebeurt, ga ik mee. Pa was altijd al bang om alleen te vallen.”
“Hij zou het lastig hebben gehad zonder haar, hé tante”, glimlacht Shania. “Bompa zonder bomma, dat ging niet. Hij zou kapotgegaan zijn van verdriet.”
Een jaar na Jenny kreeg ook Robin slecht nieuws. Ook bij hem werd een agressieve longtumor vastgesteld. “Plots waren de rollen weer omgedraaid. Pa ging veel sneller achteruit”, zegt Jess. “Hij had een jaar lang zo goed voor haar gezorgd, maar plots moest zij, ondanks haar ziekte, opnieuw voor hem zorgen. Pa was daar zelf erg mee bezig. Hij wilde zijn Jenny niet achterlaten. Het was zwaar, dat zeker. Niet dat we hier hele dagen zaten te bleiten, integendeel. Tot de laatste dag, tot de laatste vijf minuten hebben we samen gelachen.” (glimlacht)
Hand in hand
De jongste weken werd de gezondheidstoestand van Robin almaar slechter. Omdat ze zelf wilden beslissen wanneer het voor hen goed was, regelden ze alle nodige euthanasievragen. Na een laatste reisje naar Luxemburg en Durbuy was het zaterdag zover. De euthanasie stond gepland op 29 juli, maar werd twee keer vervroegd. Eerst naar 15 juli, uiteindelijk naar 10 juli. “Ik had daags voordien al een voorgevoel en toen ik hier zaterdagochtend aankwam, zag ik hoe pa naar adem zat te happen”, vertelt Jess. “Bel alsjeblieft, zei hij zacht.”
De hele familie en dichte buren Ben en Nadine kwamen samen op het appartement om ‘s namiddags afscheid te nemen. “Het klinkt raar, maar het was zo mooi”, zegt Shania. “Ondanks alle pijn en al het verdriet. Je probeert je sterk te houden voor hen, ook al lukt dat niet altijd goed. Maar ik ben ergens ook blij. Ze hebben een mooie dood gehad, daar trek ik me aan op.”
“Ze zijn heel mooi gegaan. Hand in hand, dicht bij elkaar”, knikt Jess. “Ze hebben zelfs nog een zoentje gegeven terwijl ze het spuitje kregen. Pa bleef kijken naar haar tot hij zag dat ze rustte. Toen keek hij naar mij, glimlachte heel even en sloot hij zacht zijn ogen. Hij is blijven kijken tot zij in orde was. Ze zijn kunnen gaan zoals ze het zelf wilden.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier