De jubileumeditie ’50 jaar Breughelkermis’ van 19 juni wordt het einde van een tijdperk, want voorzitter Hubert Cottenie (82) geeft de fakkel daarna door. “Het is tijd om plaats te maken voor de jonge gasten, met andere ideeën en nieuwe plannen.” Hubert Cottenie stond een halve eeuw geleden als secretaris nog mee aan de wieg van de Breughelkermis.
De ingrediënten van Breughelkermis zijn na al die jaren voldoende gekend. Op zaterdagnamiddag is er de Breughelloop voor jong en oud. Op zondag 19 juni trekt de stoet met het Breughelcomité, evocanten, harmonie De Bie en de Straatzangers met breugheltaart en zoete wijn richting wzc De Zilvervogel. Er is de feestelijke opening met het voorlezen van de oorkonde door Luc Dufourmont. Wat volgt is een dag vol breughelmaaltijden, authentiek volksvermaak, kermisleute en plezier, rijk aan volksspelen, oude ambachten, rariteiten en optredens. Ook het wagenspel is op de afspraak, dit jaar met ‘Schoonmoeder teveel’. Dorpsfiguur is ‘groenselmarchand’ en melkboer Pol Wyseur.
“Nieuw dit jaar is ‘Breughel ter ere’ in de kerk. Dat brengt een overzicht van acht evocaties van schilderijen van Pieter Breughel. Daarbij worden de oorspronkelijke schilderijen naast de evocaties geprojecteeerd. Kinderen kunnen ter hoogte van de Breughelmuurschildering samen met kunstenaar Dirk Steppe mee schilderen aan een paneel”, licht voorzitter Cottenie het feestprogramma verder toe.
Organist en dirigent
Voor Hubert zijn het de laatste dagen als voorzitter van het organiserende Breughelcomité. “Na twee lastige coronajaren ben ik blij dat ik in schoonheid kan afscheid nemen, op een moment dat Breughelkermis 50 jaar bestaat. Als het goed gaat, moet je vertrekken. Wel nu, dit is een goed moment. Het is tijd om plaats te maken voor de jonge gasten. Met andere ideeën en met nieuwe plannen, waarmee ik me niet zal moeien. Om het met de woorden van onze Rekkemse ereburger Jozef Deleu te zeggen: ‘ik zal het huis verlaten zonder om te zien’.”
“Een goede ploeg, dat is de sterkte van Breughelkermis. Als voorzitter wist ik steeds goede krachten rond mij te verzamelen. Ik delegeerde en gaf de verschillende werkgroepen voldoende ‘koorde’. We hebben ook nooit ruzie gemaakt, alles werd altijd gezamenlijk in het comité besproken. Het afscheid zal voor mij een ontlasting zijn, want het voorzitterschap wordt zwaar om dragen. Maar de telefoon zal blijven rinkelen in ons huis van vertrouwen in de Waterstraat. Mijn echtgenote Trees Sonneville heeft het druk als secretaris van een bloeiend Neos Rekkem, dat meer dan 300 leden telt. Zelf blijf ik organist in de Sint-Niklaaskerk, iets wat ik al ben sinds 1 juni 1970. Ook blijf ik als stichter-dirigent het Sint-Niklaaskoor leiden. Dat viert eind dit jaar ook al zijn 50ste verjaardag met een jubileumkerstconcert.” (Carlos Berghman)