Vorige week raakte bekend dat Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele het licht op groen zet voor de restauratie van de Witte Molen. De Vlaamse overheid kent hiervoor een premie van 129.922,68 euro toe. “Eindelijk centen voor onze molen. We wachten al drie jaar op dit nieuws”, lacht molenaar Bart Engelen.
Deze middelen komen uit het relanceplan Vlaamse Veerkracht, waarmee de Vlaamse Regering 4,3 miljard euro investeert om het economisch en maatschappelijk weefsel te herstellen na de coronacrisis.
Bart Engelen (63) heeft al 17 jaar het diploma van molenaar op zak. Voor hij in de Witte Molen aan de slag kon, deed hij bij enkele andere molens ervaring op. Al enkele jaren koestert hij, samen met nog vier collega’s, de Roksemse molen als zijn eigen kind.
“De Witte Molen krijgt een bouwkundige restauratie”, meldt minister Matthias Diependaele. “Onroerend erfgoed vertelt vaak een lokaal verhaal en geeft mee vorm aan onze Vlaamse identiteit. Zo ook de Witte Molen, een bergmolen gebouwd op een kunstmatige heuvel, zodat de molen meer wind zou vangen.”
Grondige restauratie
“Onze molen krijgt een grondige restauratie. Dat houdt in dat de romp hersteld, opnieuw gevoegd en geschilderd wordt. Ook het opstijgende vocht wordt aangepakt en de ramen en deuren krijgen een nieuw laagje verf. Daarnaast komt er een nieuw dak, nieuwe zeilen en nieuw luiwerk of de inrichting om zakken graan op te heffen, binnenin komt een nieuwe vloer en de wieken krijgen nieuwe windplanken”, somt Bart Engelen op wat de werken zullen inhouden. “We hopen dat er ook een aanpassing van de toegang komt voor onze bezoekers. Binnen in de molen is alles perfect, want daar hebben wij als molenaars drie jaar geleden een grote renovatie doorgevoerd. Misschien een suggestie naar het stadsbestuur? Toiletten zouden ook wel mogen.”
“We zijn heel blij met het belang dat de stad aan deze molen hecht en met de medewerking van de technische dienst die altijd rap ter plekke komt als ik een mankement signaleer. Ook de cultuurfunctionaris Wouter Dhaeze is een heel goed aanspreekpunt voor onze molen waarvan hij zeker de waarde kent”, heeft de molenaar een dankwoord voor het stadsbestuur.
Blij met het belang dat de stad aan deze molen hecht
Na lange tijd geen bezoek te mogen ontvangen door corona is dat sinds kort weer toegestaan. “We houden elke tweede zondag van de maand opendeur en wordt er gemaald. Maar uiteraard werkt de molen anders ook, want lang stilstaan is slecht voor het mechanisme. Daarom malen we wekelijks toch twee tot drie keer en als we hier zijn, is het publiek zeker welkom. Niet massaal, maar in de eigen bubbel”, meldt Bart Engelen.
Vrijwilligers gezocht
Naast de vijf molenaars die voor de draaidagen instaan, zijn er nog handen nodig om te helpen bij de nevenactiviteiten. “We zoeken hiervoor een ploeg vrijwilligers, want als molenaar kunnen we niet alles doen. En het zou aangenaam zijn als we straks weer een drankje kunnen aanbieden, mits hulp hiervoor. En misschien ook wel laten proeven van het brood, gebakken met onze bloem”, legt Bart Engelen uit. “Ook zou ik graag aan de bezoekers een zakje bloem willen meegeven, zodat ze thuis hun eigen broodje kunnen bakken.”
Momenteel produceert de Witte Molen alleen tarwebloem. Daar komt in de toekomst verandering in. “In de molen staat een oude ‘buil’. Die dient om door schudden de zemelen uit de bloem te halen. Onze buil heeft vijf uitgangen en zal dus voor vijf soorten bloem kunnen zorgen. En deze buil wordt ook gerestaureerd”, vertelt Bart nog.
En over het malen wil hij nog volgende kwijt. “We doen het nog altijd op de ouderwetse manier, met aandacht voor een goede kwaliteit. Dat is ons ereteken. Kwaliteit gaat voor kwantiteit.”
De Witte Molen is nog altijd eigendom van Maria Desmet, de weduwe van Edward Galliaert die in 2018 overleed. Stad Oudenburg heeft de molen in erfpacht.
(LI)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
