Een politieke carrière van 36 jaar, waarvan 22 jaar als schepen en 2 jaar als burgemeester. Patrick Arnou heeft het een en het ander om op terug te blikken. “Ik heb me voorgenomen om niet van schoonmoeder te spelen. Je wordt daar alleen maar ongelukkig van.”
Wanneer we op zaterdagvoormiddag plaatsnemen in het salon van Patrick Arnou, komen zijn vrouw Nadine en hun dochter Jinmin er al snel bij zitten om mee te luisteren naar wat de afscheidnemende schepen allemaal te vertellen heeft. Een gezinstafereel dat zich vanaf 2019 meer zal afspelen, want Patrick zal meer tijd hebben voor zijn vrouw en dochter. “Ik wil de bewoners van Zedelgem al waarschuwen: ik had het nooit gedacht, maar ik heb loopschoenen en een trainingspak gekocht. Want ik heb aan Jinmin beloofd dat ik samen met haar ga joggen.”
Er zat nooit een schepen van Sport in u verscholen?
“Neen, zeker niet! Ik heb altijd hetzelfde takenpakket gehad: Ruimtelijke Ordening en Wonen, Erfgoed en Archief, Natuur en Landinrichting, Bestuurszaken, Kerkfabrieken en Begraafplaatsen. Allemaal bevoegdheden die mij interesseerden. Mijn opinie is dat het goed is dat een schepen bevoegdheden heeft waarin hij geïnteresseerd is. Dat is trouwens net hetzelfde voor de regering.”
36 jaar politiek, wordt het een moeilijk afscheid?
“Ik neem afscheid met gemengde gevoelens. Ik ben er aan begonnen toen ik 24 was, ik ben er nu 60. Ik heb de gemeente, maar ook de maatschappij en de job enorm zien veranderen. Toen ik in 1982 voor de eerste keer deelnam, was ik een jonge advocaat die zich net in Zedelgem had gevestigd. Er waren hier toen in Zedelgem geen advocaten. Een pak oudere mensen hebben toen voor mij gestemd, omdat ze vonden dat de gemeente iemand met een beetje intellectuele bagage nodig had.”
“Ik behaalde 500 stemmen en kreeg een zitje in de OCMW-raad. Het waren de aangenaamste jaren van mijn politieke carrière. De gemeenteraad is een openbaar toneelstuk waarin iedereen probeert te scoren, de OCMW-raad vond plaats in besloten zitting. Wie zich daar interessant probeerde te maken, maakte zich alleen maar belachelijk. Er werd daar ook geen bitse strijd geleverd tussen oppositie – waar ik toen inzat – en meerderheid. In de volgende legislatuur werd ik gemeenteraadslid, ook in de oppositie. Ook dat vond ik fijn, want we hadden toen een meerderheid die slecht overeenkwam. Als gemeenteraadslid in de oppositie starten, is een goeie zaak. Als gemeenteraadslid starten in de meerderheid is een ongelukkige zaak. Het college heeft dikwijls al een compromis gemaakt en het is verschrikkelijk moeilijk om daar als gemeenteraadslid van de meerderheid nog iets aan te veranderen. Als gemeenteraadslid in de oppositie kun je wél je punten afvuren.”
Toen u in juni bekend maakte dat u zich niet meer verkiesbaar zou stellen, was u wel nog van plan om politiek actief te blijven. waarom bent u van gedachten veranderd?
“Ik heb me voorgenomen om niet van schoonmoeder te spelen. Je wordt daar alleen maar ongelukkig van. Er zijn wel een aantal nieuwe gemeenteraadsleden die al om uitleg gevraagd hebben en dat wil ik wel doen. Mijn deur staat altijd open, maar ik zal me bij niemand opdringen.”
Wat brengt de toekomst, nu u de loopschoenen aanbindt?
“Ik ben nooit sportief geweest, dus ik vraag me af hoe dat zal uitdraaien. (lacht) Ik zal me nog enkele jaren focussen op mijn advocatuur. Erfgoed en geschiedenis interesseren me heel erg, dus daar zal ik me nu ook nog meer op toeleggen. Ik schrijf bijvoorbeeld mee aan het boek Zedelgem 14-18 dat in 2019 zal verschijnen.”
Is Zedelgem in goede handen zonder Patrick Arnou mee aan het stuur?
“Dat denk ik wel. Los van het schepencollege, mag je ook de mensen van de administratie niet vergeten. Die mensen zijn van zeer groot belang en maken 70 procent van de politiek. Maar het schepencollege is opnieuw een mengeling van populaire mensen en van technisch goed onderbouwde mensen. Je moet ze allebei hebben. Als dat goed werkt, is dat een leuke samenwerking. Al is het populaire steeds belangrijker geworden. Ik ben ervan overtuigd dat, als ik in de tijd waarin we nu leven, in de politiek zou stappen, ik nooit dezelfde carrière zou kunnen uitbouwen. Ik ben geen mens om een grote populariteit te verzamelen. Let op, ik ben destijds gestart met 500 stemmen en ik ben er elke verkiezing op vooruit gegaan, tot aan 1.600 stemmen in 2012. Ik ben daar best wel trots op. Het is het bewijs dat mensen apprecieerden wat ik deed.”
“Nooit echt een dieptepunt gekend” p>
Niet de brieven waarin werd gedreigd ‘zijn kot, het gemeentehuis en het rusthuis in brand te steken’, niet de dreigementen na de verkiezingen van 2012, maar de overstroming in 2007 van het gemeentehuis in Zedelgem ziet Patrick Arnou als een van de grote dieptepunten in zijn politieke carrière. “Ik heb eigenlijk nooit echt dieptepunten gekend. De dingen die ik echt wilde bekomen op het vlak van stedenbouw, groen, erfgoed en begraafplaatsen, zijn in grote mate geslaagd. De negatieve punten die me bijblijven zijn de overstroming van het gemeentehuis, want toen is een belangrijk deel van ons archief verloren gegaan. Gelukkig zat het oudste, meest waardevolle archief veilig bewaard in Aartrijke!” p>
“Ik vind het ook jammer dat het project van de Lac van Loppem nu al zoveel jaren stilligt en niet gerealiseerd geraakt door achtereenvolgende procedures bij de Raad van State.” Familiecamping Lac Loppem sloot eind 2014 definitief de deuren. Het plan dat werd ingediend bij de Vlaamse overheid bevat onder meer de bouw van appartementen, een hotel en een restaurant langs het meer. p>
“Zedelgem was de zieke man” p>
Terugblikken doen we uiteraard ook met hoogtepunten. “Mijn hoofdbevoegdheid was altijd Ruimtelijke Ordening. Een belangrijke taak, want je beslist in welke richting de gemeente zal evolueren en er dus in de toekomst zal uitzien. Toen ik begon als schepen was Zedelgem de zieke man binnen het arrondissement. Als je ons met bijvoorbeeld Oostkamp vergeleek, waren wij het héél kleine broertje. Ik denk dat we ons nu op veel vlakken naast Oostkamp mogen zetten. Daar ben ik trots op. “ p>
Ook de redding van Brouwerij De Leeuw in Aartrijke rekent Patrick Arnou tot één van zijn grootste verwezenlijkingen, net als de opwaardering van de begraafplaatsen, waarmee we trouwens internationaal in de prijzen vielen. “Toen ik er 18 jaar geleden de bevoegdheid Begraafplaatsen bij kreeg, heb ik een toer gedaan op de begraafplaatsen van de omliggende gemeenten en steden omdat we onze eigen begraafplaatsen wilden opwaarderen. Zo kwam ik ook op de begraafplaats van Jabbeke, waar ze net urnenmuren hadden gebouwd. Ik zag daar een jonge vrouw huilend op de grond zitten met een witte teddybeer in haar armen. Dat heeft mij verschrikkelijk getroffen. Toen besefte ik dat ik te maken had met een bevoegdheid die er echt toe doet. Veel mensen hadden kritiek op de hervorming van de begraafplaatsen en uiteraard ook bij het kostenplaatje omdat het ‘toch maar voor de doden was’. Toch heb ik geijverd voor onze begraafplaatsen, want op een begraafplaats tref je altijd volk aan. Maar die mensen zijn niet de roepers of de grote opiniemakers. Ze zijn op het kerkhof omdat ze getroffen zijn door persoonlijk verdriet. Er zijn ook veel mensen in moeilijkheden of in een zwakke positie die er jaren naartoe gaan. Daarnaast moet het kerkhof ook een plaats zijn waar mensen kunnen bezinnen of gewoon eens op adem kunnen komen. Begraafplaatsen is geen in het oog springende bevoegdheid waar je veel stemmen mee wint, maar er komt wél volk.” p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier