Geen Sigrid Vandenbulcke (46) op de N-VA-lijst bij de komende verkiezingen. Het politieke strijdtoneel heeft voor de Lâuwse even plaats geruimd voor een andere, veel persoonlijkere strijd. Een gezwel in haar borst gooide alles overhoop. De mama van Alida (14) en Alexis (8) ondergaat nu een chemobehandeling.
Na een avontuurlijke reis in Burkina Faso vorig jaar keek het gezin van Sigrid Vandenbulcke en Patrick Fernagut uit naar een actieve wandelvakantie in Marokko. Maar in december veranderde de planning grondig. De gezinsreis werd een kort uitje in Zeeland. Niet te ver van medische hulp.
“Ik had al een tijdje pijn aan mijn nek en mijn arm”, vertelt Sigrid. “Ik maakte me er niet meteen zorgen over. Want ik had ooit een whiplash gehad en die pijn kwam af en toe eens terug. Maar ik voelde ook iets in mijn borst. Je kent dat: je wuift dat een beetje weg. ‘Het zal toch niets zijn.’ En ik stelde het bezoek aan de dokter uit. Tot mijn man en ook Pol (Van Den Driessche, red.) zeiden: ‘Je moet nu echt wel naar de dokter’. De dokter dacht eerst ook dat het van mijn nek kwam. Maar maakte ‘voor de zekerheid’ een afspraak bij de radioloog. ‘s Anderendaags ging ik met een gerust gevoel naar de radioloog.”
Wachten en wachten
En daar viel de bom: een gezwel, 4 centimeter groot, waarschijnlijk kwaadaardig. “Ik zat daar helemaal alleen en de hemel viel op mijn hoofd. Onmiddellijk werd beslist een biopsie en een bloedonderzoek uit te voeren. Het wachten op die resultaten vond ik eigenlijk het ergste. Dat duurt en blijft duren. En het vonnis hangt als een zwaard boven je. Je weet al dat het niet goed is. Maar je klampt je vast aan elk sprankeltje hoop. Ik was euforisch toen ik op 13 december hoorde dat er geen uitzaaiingen waren.”
Sigrid en haar man besloten nog even te wachten om hun kinderen in te lichten. “Mijn dochter zat juist in de examens. Dat was lastig. Want mijn broer en vier zussen wisten het wel. Ze belden, kwamen langs… Ik heb het dan toch verteld. Mijn dochter vroeg onmiddellijk of het erfelijk was. Mijn mama heeft ook borstkanker gehad. Dus ik ga het wel laten onderzoeken. Ik vind dat ik het moet doen voor mijn familie.”
Eind juni zouden de chemo, de operatie en de bestralingen achter de rug moeten zijn. Ik heb nog nooit zo hard afgeteld naar de zomer – Sigrid Vandenbulcke
“Patrick, mijn man, vertelde het tegen mijn zoontje. ‘Er zitten celletjes in mama en die moeten eruit. Mama gaat daarvoor veel medicatie moeten nemen.’ Weet je wat de reactie van Alexis was? ‘Oef, ik ben al blij dat het geen kanker is’“, lacht Sigrid. “Dus hebben we het toch duidelijker moeten uitleggen. Je wilt het woord vermijden. Maar hoe je het ook draait of keert: het is wel kanker. Ik probeer wel zo gewoon mogelijk te doen. Ik zal genezen, het is eindig. Dit is gewoon een lastige periode waar we door moeten.”
De oncoloog gaf Sigrid de keuze: ofwel onmiddellijk starten met chemo, ofwel wachten tot na Nieuwjaar. “Ze verzekerde me dat het echt niet op die paar weken zou komen. En ik heb toen inderdaad besloten om te wachten. Maar toch… Het was lang. Er zit iets in je en je wilt dat er zo snel mogelijk uit. Langs de andere kant was het ook leuk om de feestdagen en de vakantieperiode nog gezond te kunnen doorbrengen met de kinderen. Nog eventjes geluk en liefde tanken voor het allemaal begon.”
Online delen
Nu zit Sigrid volop in de chemoperiode. “Je leest daar zoveel over, en je zit dan eigenlijk te wachten op die bijwerkingen. De eerste keer viel mee. Maar ik voel nu wel dat ik zwakker ben. En dan het moment dat je haar uitvalt… Ik heb onmiddellijk alles afgeschoren. Vanaf dat moment is het echt. Iedereen ziet het nu. Ik heb een pruik, maar ik vind dat die verschrikkelijk jeukt. Dus het liefst draag ik gewoon een sjaaltje.”
Sigrid deelde haar tumor ook op Facebook. “Sommige van mijn zussen begrijpen dat niet. Dat ik zo’n persoonlijke strijd openbaar maakte. Maar ik deel zoveel op Facebook. Dus waarom dit niet? Ik vond het ook gemakkelijk. Ik moest niet meer met iedereen het gesprek aangaan. Het was gewoon een mededeling. En ik heb daar hele goede reacties op gehad. Ook van mensen van wie ik het niet verwachtte. Als er iets positief is aan die kanker, dan is het dat misschien. De ontdekking dat ik heel veel warme mensen heb rondom mij op wie ik echt kan rekenen.”
“Soms heb ik het wel lastig met de stempel die de omgeving geeft. Kanker, ik heb dat, maar ik ben dat niet. Ik ben veel meer dan dat. Ik probeer zoveel mogelijk mijn normale taken verder te doen.” Sigrid is provincieraadslid, parlementair medewerkster van senator Pol Van Den Driessche, lid van de partijraad van N-VA en arrondissementeel bestuurslid. “Het is misschien een geluk bij een ongeluk dat Pol heeft besloten om niet meer op te komen. Mijn taak als parlementair medewerker eindigt dus sowieso. Al is het ook een zekerheid die wegvalt. Ziek zijn en weten dat je zonder job valt, is niet evident. Al is dat het minste van mijn zorgen. Professioneel kom ik sowieso wel op mijn pootjes terecht.”
Dichter bij man
Sigrid leeft de jongste maanden meer in het nu. “Veel bewuster ook. Ook mijn man en ik hebben elkaar op een bepaalde manier ‘teruggevonden’. Hij baat horecazaak Biezenveld uit, ik was druk bezig met de politiek. We leefden misschien wel een beetje naast elkaar. Wat we nu doormaken, doet ons weer beseffen wat we aan elkaar hebben. Hij is zo lief en behulpzaam. Je staat weer stil bij wat echt belangrijk is.”
“Het belang van dat plaatsje op de politieke lijst, mijn persoonlijke ambitie. Daar ga ik me nu echt niet meer bezighouden. Ook anderen staan daar gelukkig bij stil. Ik denk dat dit voor sommige collega’s ook een momentje van bezinning is: ‘Is het wel waard om iemand de das om te doen voor je eigen gewin?’. Ik krijg uit alle hoeken steun, over de partijgrenzen heen ook van mensen van wie ik dat misschien niet had verwacht.”
Af en toe een dipje
Neemt Sigrid wat ze nu doormaakt ook mee in haar politiek engagement? “In het ziekenhuis werd ik enorm goed opgevangen, maar eigenlijk kan niets je sociale netwerk thuis vervangen. Ik praat niet zomaar tegen vreemden. Gelukkig had ik mijn zussen, mijn man die ervoor mij waren. Hoe goed die maatschappelijk werkers en psychologen ook hun best doen, je eigen mensen, die je begrijpen: daar kan niemand aan tippen. Daar heb ik de jongste tijd al veel bij stilgestaan. Wat als je niemand hebt? Hoe los je dat op? Ik heb eigenlijk veel geluk dat ik op mijn gemak ziek kan zijn.”
Al ligt het helemaal niet in haar aard om ‘ziek te zijn’. “Ziek doen, maakt je ziek. Als ik mij in mijn pyjama in de zetel leg en een hele dag hang, dan zou ik me zeker niet beter voelen. Dus ga ik wandelen, probeer ik te werken. Dat zijn de dingen die ik zelf kan doen, die ik onder controle heb. Mensen zeggen allemaal dat je moet ‘vechten’ tegen kanker. Goedbedoeld, hoor. Maar dat klopt niet. Tegen kanker kan je niet vechten, je kan dat alleen ondergaan. Het heeft geen zin om oorzaken te zoeken of je te wentelen in zelfbeklag. Af en toe laat ik me even gaan. Je kan je niet de hele tijd sterk houden. Ik vind dat ik recht heb op een dipje af en toe. Het is ook niet niks wat mij overkomt. Iedere morgen word ik wakker. En na enkele seconden komt het weer binnen: kanker. Het beheerst alles. Iedere dag blijft dat confronterend. Eind juni zouden de chemo, de operatie en bestralingen achter de rug moeten zijn. Ik heb nog nooit zo hard afgeteld naar de zomer.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier