Stijn Jonckheere (30) werd op 14 oktober voor de eerste keer verkozen in de gemeenteraad en kon al meteen een schepenambt opnemen. De jonge N-VA-politicus, die werkt als bediende bij Argenta, kreeg de bevoegdheden Ruimtelijke Ordening, Lokale Economie, Cultuur, Bossen, Bibliotheek, Musea en Erfgoed, Jumelages en Europese Aangelegenheden, Patriottische Verenigingen en Vaderlandslievende Plechtigheden.
Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van zondag 14 oktober onderging het politieke landschap een totale omwenteling. Voor het eerst zag Open VLD de kans om aan het roer te komen. De partij had daarvoor N-VA en SP.A nodig. En vermits Stijn Jonckheere de enige N-VA-verkozene was, bood Anthony Dumarey hem een schepenzetel aan. “Dat onze inwoners naar verandering snakten, hoorden we tijdens de campagne. Het werd uiteindelijk een strijd voor de burgemeesterssjerp tussen Peter Velle en Anthony Dumarey. Door die uitdrukkelijke tweestrijd hebben wij stemmen verloren. We hadden slechts 15 stemmen te kort voor die tweede zetel”, blikt de jonge schepen terug. Straks bekleedt Stijn Jonckheere ook een plaats op de Vlaamse lijst. Hij staat als vijftiende bij de opvolgers.
Hoe kwam jij in de politiek terecht?
Stijn Jonckheere: “Heel toevallig. Ik kende Wim Arnoudt van Gistel via het minivoetbal. Hij vroeg me of ik wilde meehelpen met de opstart van de N-VA-afdeling in Oudenburg. Ik was eerst bestuurslid, werd daarna voorzitter en lijsttrekker.”
Kom jij uit een Vlaams nest?
“Totaal niet. Mijn ouders hebben geen politieke interesse. Voor zover ik weet, is mijn overgrootvader nog politiek actief geweest. Ik kan me goed vinden in de standpunten van N-VA, zeker op lokaal vlak.”
Hoe kijk je uit naar de samenwerking met de coalitiepartners?
“Het voelt heel goed aan. We hebben veel raakpunten en werken naar hetzelfde doel. Vroeger kreeg elke schepen een potje om iets mee te doen. Zo werken wij niet. Als er nu voorstellen komen, zullen we overleggen wat kan en wat niet. Een van mijn bedoelingen is budget vrijmaken voor een groot evenement. Ik denk dan aan een groot volksfeest. Ik wil de mensen weer buiten krijgen.”
Welke ideeën heb je nu al om cultuur in de stad te promoten?
“In de eerste plaats zullen we het reglement voor de verschillende zalen aanpakken. Het idee leeft om de verenigingen die per jaar een keer huren, een keer gratis te geven. Ook het tarief voor wie privé huurt, moet omlaag. Dat is nu veel te hoog. Verder wil ik voor cc Ipso Facto een mooi jaarprogramma samenstellen. 2019 wordt uiteraard een overgangsjaar. Via werkgroepen zullen we bekijken hoe we dit willen aanpakken en waar de interesses liggen. Ook het personeel van de cultuurdienst zullen we hierin betrekken. Wat zeker nog blijft, is het Romeins Weekend. Van de viering van de Vlaamse Feestdag wil ik vanaf 2020 een groots evenement maken. We moeten zeker de jongeren hierbij betrekken.”
De lokale economie kan hier een duwtje gebruiken. Al plannen?
“We zijn alvast blij dat de tweede supermarkt er komt. Wat de stadsdienst betreft, hoop ik dat we binnen afzienbare tijd een volwaardige ambtenaar voor lokale economie krijgen. Nu heeft die persoon er allerlei andere taken bij, zodat voor economie weinig tijd overblijft.”
Staat ook de Abdijhoeve bij de schepen van Ruimtelijke Ordening bovenaan de agenda?
“Zeker. Samen met de coalitiepartners wil ik er zo vlug mogelijk werk van maken. Het trieste aanzicht moet uit ons stadsbeeld verdwijnen. De Oudenburgenaars moeten weer trots worden op deze site.”
Als schepen komen er straks wellicht vragen en opmerkingen van de oppositie. Hoe kijk je hier tegenaan?
“Positief. Ik heb er geen schrik voor, want we hebben een goede visie voor ogen. We hopen op een kritische, maar constructieve oppositie en zullen zeker niet zoals in het verleden elk voorstel van de oppositie per definitie afwijzen. Ik ben trouwens blij dat veel nieuwe jonge mensen deel uit maken van de gemeenteraad. Het is tijd voor de jeugd.”
Zal er nog voldoende tijd overblijven voor je gezin?
“Mijn gezin blijft een prioriteit. Met twee jonge kinderen wil ik er als papa zijn. Gelukkig werk ik in het bankkantoor van mijn ouders. Ze zijn heel flexibel. Anders was het niet mogelijk om zo politiek actief te zijn. Daarom dat ik nu ook geen minivoetbal meer speel en eigenlijk geen hobby’s heb. Vrije tijd is voor mijn gezin.”
Vijf vragen voor Stijn Jonckheere h2>
1. Wat is je favoriete plekje in Oudenburg? p>
Stijn Jonckheere: “Dat is mijn eigen tuin, waar ik met mijn kinderen kan spelen. Met het gezin maken we regelmatig een grote wandeling door Oudenburg: via het centrum naar het wandelpad langs het Vaardeken en natuurlijk naar een van de speelpleintjes.” p>
2. Welke dingen mis je hier? p>
“In Oudenburg is het goed om te wonen. Het is hier nog rustig, dus laat ons er geen drukke stad van maken. Een echte winkelstraat mis ik wel. Daar zou de Mariastraat zich uitstekend toe lenen. Die kan je verkeersvrij maken. Aansluitend zie ik meer mogelijkheden in het park rond de kerk.” p>
3. Welk groot evenement zou je hier willen organiseren? p>
“Ik droom van een groot volksfeest in het Abtspark of het kerkpark met een optreden van de Romeo’s. Die kunnen echt voor ambiance zorgen. Ik hoor vaak van veertigers dat ze in het weekend weinig buiten komen. Ik hoop daar verandering in te brengen.” p>
4. Wie is je politieke voorbeeld? p>
“Ongetwijfeld gewezen minister van Defensie Sander Loones. Hij heeft uitstraling, is intelligent en staat altijd klaar als je hem om raad vraagt. Op lokaal vlak is dat Marc Gilliaert, die me samen met het bestuur ten volle steunt. Hij heeft dan ook zes jaar ervaring in de gemeenteraad.” p>
5. Heb je een favoriet café of restaurant? p>
“Als we eens romantisch willen gaan eten, is dat altijd in La Maison du Terroir in Ettelgem. Het is er gezellig, lekker en ook nog eens dichtbij. Een caféganger ben ik niet, maar soms gaan we eens iets drinken in café Monico of in ons lokaal Ter Warrebrug.” p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier