Schepen Maxim Donck uit Oostende: “Mijn oma voerde mee campagne”

Maxim Donck met zijn vriendin Emmeline Marreyt en zijn oma Jeannette Delanghe, die campagne voerde voor haar kleinzoon bij haar vrienden in ontmoetingscentrum De Schelpe. © Davy Coghe
Hannes Hosten

Maxim Donck (29, N-VA) liet zich de voorbije zes jaar regelmatig horen in de oppositie, maar zal naar eigen zeggen beter gedijen als schepen. “Het is niet altijd makkelijk oppositie voeren tegen iets. Ik ben liever voor iets”, zegt de kersverse schepen van Samenleven. “Zo wil ik de buurthuizen helemaal niet sluiten, zoals in de campagne soms werd beweerd. Ik wil behouden wat goed is en er liefst nog iets aan toevoegen.”

Maxim Donck heeft drukke dagen, want naast zijn schepenambt is er ook nog zijn advocatenkantoor. Hij werkt er samen met zijn vriendin Emmeline Marreyt, ook advocate. “Ik begin om 6.30 uur en werk door tot rond 21 uur”, vertelt Maxim. “Politiek is geen traditie in de familie, ik ben de eerste die me politiek engageert. Maar de hele familie is geïnteresseerd in politiek. Aan de keukentafel werd dikwijls gedebatteerd.”

Waarom koos je voor N-VA?

“Ik studeerde een jaar in Gent, toen Bart De Wever in 2008 college kwam geven aan onze faculteit. De N-VA stelde toen nog niets voor en Bart De Wever woog 100kg meer dan vandaag. Hij ging achteraf ook nog mee een pint drinken. Ik ging bij de jongerenvereniging van de N-VA aan de Universiteit Gent en werd enkele jaren later gevraagd voor het bestuur van de lokale afdeling in Oostende. In 2012 nam ik deel aan de gemeenteraadsverkiezingen en werd meteen verkozen.”

Waar had je die goede score aan te danken?

“Mijn ma en pa kennen veel mensen en mijn oma Jeannette Delanghe, die veel naar de hobbyclubs van dienstencentrum De Schelpe gaat, heeft er campagne voor me gevoerd. Het zal ook wel voor een stuk aan mezelf te danken zijn zeker? En aan de grote hype van de N-VA, al is die nu meer genormaliseerd.”

Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen haalde N-VA een pak minder stemmen.

“Persoonlijk ging ik fors vooruit, maar de partij haalde drie zetels minder. Volgens mij komt het door de presidentsstrijd Tommelein-Vande Lanotte. Wie verandering wou, heeft meer voor Tommelein gestemd. Daarnaast is ook de hype wat weg en keerden misnoegde stemmen terug naar het Vlaams Belang.”

Het veiligheidsgevoel in Oostende moet omhoog

Maar jullie raakten dit keer wel in de meerderheid.

“Ik zal beter gedijen in een uitvoerende functie. In de oppositie hield ik wel van een goed debat in de gemeenteraad. Iemand als Jean Vandecasteele (SP.A) wist waarover hij sprak. Maar ik vind het niet makkelijk om oppositie te voeren tegen iets. Het ligt me beter om zaken op te bouwen.”

Jij bent onder meer bevoegd voor de ontmoetingscentra. Verandert daar iets?

“Het vorige stadsbestuur mikte met de ontmoetingscentra vooral op senioren, mensen ‘aan het einde van de arbeidsparticipatie’. De socialisten hebben mensen bang gemaakt met de bewering dat wij de centra willen sluiten. Maar dat is niet zo. Ik wil behouden wat goed is en er nog iets aan toe voegen. Ontmoetingscentra moeten bijdragen tot het samenleven van mensen van alle leeftijden. Het zijn geen eilanden. Een voorbeeld? Gepensioneerde leerkrachten kunnen hun steentje bijdragen in de huiswerkklasjes voor kinderen die het moeilijk hebben op school. Hen samenbrengen, dat zal mijn taak zijn.”

Moeilijk, want de sociale samenhang in Oostende is bij de laagste in heel Vlaanderen.

“Wij kennen de fenomenen van een grootstad. Het veiligheidsgevoel moet omhoog en mensen moeten elkaar beter leren kennen. Dat willen we onder meer doen via de ontmoetingscentra. In zes jaar kan je het tij ook niet helemaal keren, maar je moet wel al de effecten zien.”

Je bent ook bevoegd voor carnaval. Een eigen stokpaardje?

“Ik was verrast, toen Bart Tommelein me het carnaval toeschoof. Maar het is wel iets dat veel mensen raakt en waar velen hun best voor doen. Het brengt mensen samen, ook uit achtergestelde milieus. Het volkse carnaval moet een boost krijgen. Nu is het vooral iets voor carnavalisten, we willen er de hele stad bij betrekken.”

Doorgevraagd

1. Wat is jouw favoriete plekje in Oostende?

“Vroeger zou ik hebben geantwoord: het einde van de westelijke strekdam. Daar zie je de ruwe en de prachtige kant van Oostende in één blik. Maar nu zeg ik: mijn bureau op het stadhuis. Het zicht door het raam, met de Mercator, de jachthaven en de Vindictivelaan… dat is een van de mooiste van Oostende.”

2. Wat mis je nog in Oostende?

“Een rooftopbar. Dat is een bar op het dak van een appartementsgebouw. Het dakterras van De Grote Post gaat al in de richting, maar een echte rooftopbar zou toch nog een versterking zijn van het horeca-aanbod in de stad. Zo’n bar met grote glazen ruiten… en natuurlijk hip en trendy, zoals het hoort in een toeristische havenstad als Oostende.”

3. Welke ster zou je graag eens in de Kursaal zien?

“Ik was nog veel te jong, toen Bon Jovi in 1996, 2000 en 2003 op de Wellingtonrenbaan in Oostende kwam optreden. Het is van voor mijn tijd, maar ik hoor het wel graag. En ik weet niet of frontman Jon Bon Jovi het nog kan, maar als hij nog eens komt optreden in Oostende, wil ik dat zeker niet missen.”

4. Wie is jou grote voorbeeld?

“Het is niet zozeer de persoon, maar wel het idee van de Amerikaanse ex-topbasketballer Michael Jordan: Excuses don’t win championships. ‘Ik heb 326 wedstrijden verloren, zoveel keer gemist… maar gaf toch niet op.’ Alles kan veranderen. Kijk naar de verkiezingsuitslag van N-VA in Oostende: we verloren zetels, maar konden toch meer bereiken.”

5. Wat is je favoriete café of restaurant?

“Moose in de Wellingtonstraat, waar je kan eten, maar ook interieur- en decoratieartikelen kopen, is een nieuw concept voor Oostende en heel verzorgd. Ik denk ook aan Albrecht in de Christinastraat, bij Elke Albrecht. Echt een succesverhaal. Ik kom wel eens in beide zaken, maar nu heb ik er minder tijd voor.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier