Roeselaars schepen Nathalie Muylle wordt 50: “Soms heb ik het gevoel dat ik iets mis”

Een recente familiefoto met zittend zoon Jasper en papa Maarten en rechtstaand Charlotte, partner van Sara, mama Nathalie en dochter Sara. (gf)
Peter Soete

Het doet wat met een mens: 50 jaar worden. Men kan het weglachen of proberen te vergeten, op het ogenblik dat iemand verjaardagkaartjes krijgt met dat magische cijfer op denkt een mens na. Roeselaars schepen en parlementslid Nathalie Muylle werd precies op vrijdag 8 februari een halve eeuw jong en wij gingen op de koffie.

Als politica moet je tegen een stootje kunnen. Kon jij als tienjarige al je mannetje staan of was je eerder een stil meisje ?

Nathalie Muylle: “Ik was niet echt een meisje-meisje. Mijn ouders, Chris Muylle en Nicole Lagrange, zijn jong gehuwd en waren ook jonge ouders. Ze zijn allebei uit dezelfde buurt. Ik woon nu met mijn gezin in het ouderlijk huis van papa in de Vijfwegenstraat en mama is afkomstig uit de Zuidmolenstraat. Papa was profvoetballer bij SK Roeselare toen ze trouwden en werd dan naar Kortrijk getransfereerd. Als enig kind trok ik altijd met mama naar de voetbalwedstrijden en mijn hele jeugd stond eigenlijk in het teken van voetbal. Ik herinner me zelfs dat op mijn Eerste Communie mijn vader kampioen speelde met Kortrijk en naar eerste klasse promoveerde. Op woensdagnamiddag ging ik met de buurjongens shotten of ravotten. Ik heb ooit een autobaan gevraagd aan Sinterklaas maar die is nooit aangekomen (lacht). Als ik een pop kreeg, was die al na een halve dag een been en een arm kwijt.”

En dat jongensachtige ben je nooit echt kwijtgeraakt, ook niet als twintigjarige ?

“Eigenlijk niet want aan de universiteit was ik trouwens de enige die mee mocht met de bende op café omdat ik Stella kon drinken en over voetbal praten. Ik had ook een klein televisietoestelletje op mijn kot en als er voetbal was, zat mijn kot vol jongens die naar de match kwamen kijken.”

“Als kind was ik relatief snel volwassen. Ik heb onmiddellijk en dikwijls tussen de ‘grote mensen’ gezeten. En op zondagavond gingen papa, mama en ik vaak iets eten naar Theo op de markt. Dat was de enige avond dat we als gezin samen konden eten.”

Jij volgde middelbaar in Barnum maar je ouders waren ‘voorzichtig’ ?

“Ik was de eerste van mijn familie die Latijn-Grieks heeft gestudeerd en daarna hogere studies begon. Mijn ouders hanteerden het ‘voorzichtigheidsprincipe’. In het zesde leerjaar was ik bij de eersten van de klas maar mijn mama stelde voor dat ik de Moderne zou volgen in plaats van de Latijnse. Toen ik naar de universiteit wilde, opperden mijn ouders dat de hogeschool in Kortrijk of Brugge ook niet mis was (lacht). Opnieuw dat voorzichtigheidsprincipe, ja. Ik heb mijn ouders en iedereen in mijn omgeving iedere keer moeten overtuigen. Ik heb alle kansen gehad maar ik heb er wel steeds hard moeten voor vechten.”

In Leuven heb je politieke wetenschappen gestudeerd ?

“Ik wilde heel graag geschiedenis studeren. Maar mijn geschiedenisleerkracht in Barnum raadde me dat niet echt aan en zei me dat politieke wetenschappen misschien een betere keuze zou zijn voor mij. Na mijn studies ben ik gestart bij de grootwarenhuisketen GB. Ik was op dat ogenblik de jongste en ook eerste vrouw die zaakvoerder was van een GB-supermarkt. Dat heb ik tien jaar gedaan en dan maakte ik de overstap naar de bankwereld, naar KBC. Ik heb dus na mijn studies eigenlijk altijd heel sterk economisch gerichte jobs gehad.”

Je had ondertussen een leven opgebouwd buiten Roeselare ?

“In mijn laatste jaar Leuven heb ik mijn man Maarten leren kennen die van Beveren-Waas was. Na mijn studies ben ik daar gaan wonen en onze dochter Sara is er geboren. En eigenlijk had ik toen nooit durven denken dat ik nog naar Roeselare zou terugkeren. Ik werkte in Antwerpen, Maarten was van Beveren-Waas en was er ook politiek geëngageerd als CVP-jongerenvoorzitter. Door Maarten ben ik in de partij gerold.”

En door Maarten ben je uiteindelijk weer naar Roeselare gekomen ?

“Maarten begon te werken bij de Boerenbond en na zijn opleiding kon hij aan de slag in Limburg of in Roeselare. De keuze was snel gemaakt en Maarten heeft een jaar gependeld tussen Roeselare en Beveren-Waas. Ik was dan zwanger van Jasper en na mijn bevallingsverlof kreeg ik een overplaatsing naar West-Vlaanderen en zijn we verhuisd naar Rumbeke.”

Ik weet niet of ik nog aan politiek zou doen

“Op een avond stonden hier drie mannen aan de deur in een zwart pak: Frans Dochy, Joseph Vanoverberghe en Joseph Desmet. Zij kwamen mij overtuigen om op de CVP-lijst te staan. Ze zeiden de hele tijd ‘Allez, doe het maar’ en ‘Kom, ga mee, ga toch mee’ en onze kleine Jasper kwam na hun vertrek huilend naar mij en snikte dat hij zo blij was dat ik niet ‘mee was gegaan met die mensen’.

Maar die avond in mei 2000 is het politiek voor jou allemaal begonnen ?

“Ja, in 2000 had ik 30 stemmen te kort om verkozen te worden in de gemeenteraad maar ik werd voorzitter van de CVP. In 2003 kwam ik op de federale lijst en raakte ik als tweede opvolger in het parlement. Ik was 30 toen ik voor de eerste keer op een lijst stond en vijf jaar later kwam ik als jonge mama met twee kinderen in het parlement. En toen ik 40 jaar was, werd ik schepen in Roeselare. Ik moet vooral mijn man dankbaar zijn. Hij heeft zichzelf en zijn carrière volledig weggecijferd voor mij. Hij was de altijd aanwezige papa.”

Je bent nu 50, zou je precies hetzelfde doen ?

“Ik denk het niet. Ik weet niet of ik nog aan politiek zou doen. Ik doe het nog zeer graag maar ik heb soms het gevoel dat ik zaken heb gemist, dat ik op bepaalde vlakken te kort heb geschoten. Bovendien mis ik soms respect voor de job en de persoon. Wij werken ook keihard en besturen vraagt keuzes maken. Maar de scheldmails en bagger die we vaak over ons krijgen, is ongelooflijk hard geworden. Als politicus heb je ook heel weinig echte vrienden. Je hebt gewoon geen tijd om je sociale contacten te verzorgen. Daarom zou ik misschien een andere keuze maken: rechten studeren en in de advocatuur stappen. Het zou wellicht die richting uitgaan.”

En nu een groot verjaardagfeest met toeters en bellen?

“Neen! Jongens toch, 50 jaar! Ik vind dat erg. De jaren vliegen en ze komen niet terug. En hoe ouder je wordt, hoe sneller de tijd vliegt. Neen, daar moet geen feestje bij.”

(PS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier