West-Vlaanderen of Rest-Vlaanderen?
De voorgestelde regiovorming dreigt de voorbode te zijn van een verzwakt West-Vlaanderen. Ze draagt de bedoeling in zich om zowel de West-Vlaamse identiteit als West-Vlaanderen als bestuursniveau te ontmantelen en zo te resulteren in rivaliserende stadsregio’s met dalend politiek gewicht in Vlaanderen. De regiovorming van de gemeenten wordt voorgesteld als een efficiëntie oefening met nieuwe gebiedsgrenzen , daar waar netwerking zonder strakke gebiedsgrenzen al realiteit is en tot betere resultaten leidt.
De toenemende complexiteit van onze samenleving noodzaakt de gemeenten zowel beheers- als beleidsmatig meer samen te werken. Ze doen dit al in vele netwerken, onderling en met de Provincie, die vooral sinds 2000 een sterke uitbreiding kennen. Moderne netwerken kennen geen vaste grenzen maar ontwikkelen zich als resultaat van vele variabelen. Voor sommigen is dit ondoorzichtig, ze dromen van de “duidelijkheid” van simpele structuren of nog veel meer. Het voorstel van de Vlaamse Minister voor Binnenlands Bestuur voor 3 West-Vlaamse regio’s is de voorbode van de opstap naar Stadgewesten zoals de burgemeester van Oostende vorige week al voorspiegelde.
Alle Vlaamse parlementsleden moeten nu maar eens voluit kleur bekennen . Willen ze onze Provincie afschaffen en Stadsgewesten maken of niet en wat is hun standpunt inzake de fusies van gemeenten.
We zijn fier West-Vlaming te zijn en versterken ons groepsgevoel door taalgebruik en onze specifieke eigenschappen in de verf te zetten.
Terzelfdertijd stellen sommigen de provincies als oudste Belgisch bestuursniveau in vraag of beschouwen het als overbodig. De gemeenten moeten het rechtstreeks regelen met Vlaanderen. De vraag is wordt de West-Vlaming daar beter?
Het resultaat van de afschaffing van de provinciale bevoegdheden inzake, sport, jeugd, welzijn en cultuur laat zich reeds op vele vlakken voelen: middelen voor vernieuwend beleid vallen weg, verenigingen verloren hun subsidies en plattelandsgemeenten vallen uit te boot voor Vlaamse subsidies die zich meer en meer op steden richten. Wellicht weinig zichtbaar voor de burger maar een verarming voor het sociaal weefsel en de lokale gemeenschap.
En wat komt er in de plaats? Sommige partijen zien alle heil in stadsgewesten. Ze vervangen de provincie en nemen ook een aantal gemeentelijke bevoegdheden over. Er worden dan stadgewesten gevormd rond Brugge, Kortrijk, Oostende, Roeselare en Ieper. Op die manier komen er in onze provincie 5 nieuwe bestuursniveaus bij, op Vlaams niveau is dit een 15-tal stadgewesten in de plaats van 5 Provincies. Van vereenvoudiging gesproken!
Voor West-Vlaanderen betekent dit noch min noch meer de verbrokkeling en de terug keer naar de Middeleeuwse verdeeldheid tussen onze steden. Dit zal gepaard gaan met het verlies van macht en invloed in Brussel. De steden van de Vlaamse Ruit: Antwerpen, Mechelen, Leuven, Brussel, Aalst, Gent en Sint-Niklaas zullen de middelen naar zich toe trekken. West-Vlaanderen zal in verdeelde slagorde kruimels rapen. (Een voorafspiegeling van deze toestand is de oprichting door Vlaanderen van de 15 Vervoersregio’s die in West-Vlaanderen ongeveer samenvallen met de voornoemde Stadsgewesten. De Vlaamse budgetten voor het verzekeren van de Basisbereikbaarheid via de Lijn blijven in elke provincie op het hetzelfde niveau. De ongelijkheden blijven bestaan, niet de behoefte is het uitgangspunt. in West-Vlaanderen komt dit neer op het verdelen van de vervoersarmoede, niet op het oplossen ervan. Onder de mom van lokale betrokkenheid wordt het provinciale niveau er buitenspel gezet. De inbreng van de gemeenten zal zich beperken tot het onder elkaar uitvechten hoe ze zelf de vervoerstekorten zullen moeten betalen.)
Een afspiegeling van deze machtspolitiek zien we ook in de verdeling van het Gemeentefonds onder steden en gemeenten. Antwerpen en Gent nemen met 750.000 inwoners (12%) op 6,5 miljoen Vlamingen 40% van het budget. Dit leidt er toe dat ze €1350 per inwoner per jaar krijgen, tegenover andere steden €600 en ongeveer €250 voor het gros van de plattelandsgemeenten. Dit is min nog meer een grootstedelijke machtsgreep. De komende jaren zal Antwerpen daarbij nog pogen een hold-up te plegen op de Vlaamse budgetten om hun mobiliteitsknoop te ontwarren en stadvernieuwing te financieren. Dit dreigt ten koste te gaan van het wegenonderhoud in onze provincie.
De Provincie kreeg onder de vorige Vlaamse regeringen reeds een flinke knauw. Ze behoudt nog enkel haar grondgebonden bevoegdheden ( ruimtelijke planning, economie, integraal waterbeleid, plattelandsbeleid, landbouw en visserij, woonbeleid, streekontwikkeling, milieu, natuur en landschap, toerisme, domeinen, hoger onderwijs, ..) die er in het kader van de Klimaatagenda en economische ontwikkeling wel toe doen! Het aantal provincieraadsleden werd gehalveerd tot 36. Dit aantal dient opnieuw opgetrokken te worden tot minstens 50, in het belang van de overige gemeenten die door de steden onevenredig verdrongen worden uit de Provincieraad. Het staat ook niet in verhouding met het aantal gemeenteraadsleden: in Brugge(47), Kortrijk(41), Oostende(39) en Roeselare(37).
We zien dat Europa samenwerking bepleit op het niveau van agglomeraties van ongeveer 1 miljoen inwoners zoals rond Düsseldorf, Dortmund, Lyon, Sevilla, Valencia, Lille, Barcelona. We zien dat werkgevers- en werknemersorganisaties hun nieuwe organisatiestructuren clusteren op het provinciale niveau. Het is dan ook bijzonder bizar om de provincies, die een schaal hebben van 1 miljoen inwoners te willen vervangen door kleinere Stadgewesten. Welke nostalgie of rancune ligt hiervan aan de basis? Wat zullen onze inwoners daarbij winnen?
De Vlaamse regering geeft aan de gemeenten die fusioneren een éénmalige bonus van €200- €500. Voor intergemeentelijke samenwerking, bv. door het faciliteren van een pool van bestuurlijke specialisten, worden er na genoeg geen middelen uit getrokken. Fusie worden voorgesteld om efficiëntie redenen , maar dit geldt maar tot op zekere hoogte ; dat zien we aan de problemen in de grote steden en de geldmiddelen die ze opslorpen. In werkelijkheid zijn de gemeenten die men wil fusioneren de goedkoopst bestuurde in Vlaanderen, ze kampen met stijgende opdrachten en middelen die hen worden ontnomen. Stadsregio’s zullen enkel leiden tot duurder bestuur, machteloze verbrokkeling en verminderend zeggenschap in Brussel.
De Vlaamse keizer-koster is er zich niet van bewust dat de inwoner van de plattelandsdorpen geen behoefte heeft aan dezelfde soort dienstverlening als de stadsbewoner. De rust, de natuur, de gemoedelijkheid, het dorpse nabuurschap, de erkenning van het landelijke wonen, staan bovenaan de verlanglijst. Het volle recht op het dorp behoort zijn bewoners en niet de buiten dorpse recreant.
Een regionale netwerksamenwerking van de gemeenten met de Provincie is de beste keuze voor onze bevolking.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier