Roeselaarse schepen wordt ondervoorzitter: kan Nathalie Muylle de CD&V redden?
De CD&V voorbereiden op de gemeenteraadsverkiezingen van 2024. Die taak kreeg Nathalie Muylle als kersvers ondervoorzitter van de christendemocraten. “Wij weten wat écht leeft bij de mensen.”
Nathalie Muylle is al 22 jaar actief in de politiek en heeft dus al heel wat watertjes doorzwommen. Schepen in Roeselare, federaal volksvertegenwoordiger, lid van een pak commissies tot zelfs minister van Werk tijdens de noodregering. En nu mag Muylle zichzelf ontplooien als ondervoorzitter van de CD&V. Wij schotelden haar vier vragen voor.
1. Waarom sprak dit takenpakket je aan?
“Deze zomer heb ik veel gesprekken gehad met Sammy (Mahdi, CD&V-voorzitter, red.), deels over het rapport waaraan ik meeschreef in de nasleep van de vorige verkiezingen. Sammy wist dat ik ervoor openstond om meer verantwoordelijkheid op te nemen, de vraag om samen met Robrecht Bothuyne het ondervoorzitterschap te delen kwam dus niet geheel onverwacht. De functie ligt in het verlengde van wat ik al jaren op verschillende niveaus doe. Ik ben een product van de CD&V, sinds 2000 heb ik alle lagen van de partij doorlopen. Maar zowel op het toneel als achter de schermen bleef mijn focus dezelfde: de binding tussen lokale besturen en Brussel versterken. Als ondervoorzitter krijg ik de taak om de volgende gemeenteraadsverkiezingen strategisch voor te bereiden en de begeleiding van de lokale afdelingen te verbeteren. Helemaal mijn ding en een logisch vervolg in mijn carrière dus.”
2. Hoe zal je de CD&V helpen redden?
“De peilingen kleuren allesbehalve rooskleurig, dat besef ik natuurlijk. De laatste jaren hebben we intern enorm grote stappen gezet, eerst met Joachim Coens en nu met Sammy. De structuur van de partij werd herzien en er werd fris, jong talent binnengehaald. Nu is het tijd om daarop verder te bouwen en ook extern vooruitgang te boeken.”
“Dat ik geen minister mocht blijven, heeft pijn gedaan. Maar nu sta ik weer sterk in mijn schoenen”
“Dat wil zeggen dat we veel duidelijker ons standpunt in de verf moeten zetten, iets wat we de laatste maanden met de onder meer het dossier over de fiscale hervorming zeker hebben gedaan. Die communicatie naar buitenaf is echt een werkpunt, we moeten tonen dat we weten wat er leeft bij de mensen. De open debatcultuur binnen de fracties speelt hier ook een belangrijke rol in.”
3. Wat met je schepenambt?
“Voorlopig blijf ik eerste schepen in Roeselare, daar liggen nog enkele dossiers die ik absoluut wil afwerken in deze legislatuur. In Brussel zit ik in twee zware Kamercommissies, die van Volksgezondheid en van Werk. Daar zal ik enkele taken moeten doorschuiven aan jongere collega’s, zodat ik meer tijd kan spenderen aan mijn taken als ondervoorzitter. Mijn schepenambt zie ik vooral als een voordeel: ik wéét waar de pijnpunten van onze partij liggen op lokaal niveau, want ik heb die zelf ervaren. Ik weet wat er leeft. De problemen van die besturen kan ik nu op nationaal vlak vertalen naar concrete maatregelen, die rol als tussenschakel is mij op het lijf geschreven.”
4. Droom je van een nieuwe ministerpost?
“Ik ga daar niet flauw over doen: het feit dat ik bij de regeringsvorming niet mocht aanblijven als minister heeft pijn gedaan, vooral de manier waarop dit is gebeurd. Je geeft een jaar lang, in moeilijke coronatijden, het beste van jezelf en er wordt gezegd dat je goed bezig bent. Maar dan blijkbaar toch niet goed genoeg? Ik heb zeker een klopke gekregen en dat heeft gewogen op mijn mentaal welzijn. Toen mij werd gevraagd om Sammy op te volgen als staatssecretaris heb ik geweigerd, ik was er nog niet klaar voor. Uiteindelijk heb ik dat kunnen uitpraten met Joachim en nu sta ik sterk genoeg in mijn schoenen om deze nieuwe uitdaging als ondervoorzitter aan te gaan. En wat de toekomst brengt? Geen idee, we zien wel. Ik heb nog veel plannen en dromen, zowel binnen als buiten de politiek. ik het allemaal al eens gedaan, dat is mooi. Ik ben dankbaar voor alle kansen die ik al heb gekregen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier