Dat Yves Leterme een van de redenen is waarom zij aan politiek wou doen. Het is een opvallend compliment uit de mond van Melissa Depraetere. Dat ze zich dikwijls stoort aan de politieke zeden van vandaag, zegt de socialiste. De voormalige premier gaat grotendeels akkoord met haar kritiek. “Bouchez lijkt wel een chef-kok die zijn eigen eten niet lust.”
Met het einde van het jaar in zicht nodigen vier politici een collega uit waarvoor ze een groot respect hebben. Samen zoeken ze naar manieren om de politieke wereld vanaf 2023 wat zachter te maken… Aflevering 1: Melissa Depraetere en Yves Leterme.
Het is maandagmiddag in Wervik. We hebben afspraak In den Grooten Moriaen, een bruine herberg van de uitstervende soort, naast het tabaksmuseum. De locals nippen aan een welverdiende trappist. Uit de boxen galmt Country Roads van John Denver. Aan een van de tafeltjes zit een man in pak en das: Yves Leterme (62), wereldburger en voormalig premier. Een anachronisme, zou je denken. Maar het is niet zo. Wervik is thuiskomen voor hem. Zijn grootouders, bij wie hij als klein manneke vaak verbleef, woonden aan de overkant van de Koestraat. Hij kent ook de mensen in de buurt. Of Noël en Arlette nog leven, vraag hij aan de waard die onze koffie opdient. Het blijkt van wel. “Ge ku gie nog goed je West-Vlams”, voegt de man eraan toe. Leterme lacht. “De Wervikanen zijn de sympathiekste mensen van het land.”
Maar het is niet alleen nostalgie waarom hij hier wou afspreken, benadrukt hij. De vergrijzing, het succes van extreemrechts, de energietransitie, het wegvallen van landsgrenzen, de teloorgang van de tabaksindustrie: veel maatschappelijke uitdagingen komen samen in deze regio. De CD&V’er doet ook een opvallende bekentenis. Zijn eerste en tweede job waren hier in de buurt, namelijk suikerbonen trekken en tabak naaien. Hij was amper twaalf jaar. “Is dat geen kinderarbeid, meneer Leterme? U weet dat wij daar strijd tegen voeren.” Het is met een kwinkslag dat Melissa Depraetere inpikt. De Harelbeekse socialiste is amper 30 jaar en nu al boegbeeld van Vooruit. Het is de eerste keer dat de twee elkaar ontmoeten. Yves Leterme was haar antwoord op onze vraag voor welke politicus van een andere partij zij het grootste respect heeft.
Dat moet u even uitleggen, mevrouw.
Leterme: “Zal ik even weggaan?” (lacht)
Depraetere: “Nee, hoor. Zijn laatste verkiezing was in 2012, het jaar van mijn eerste verkiezing. Maar dat is niet de reden. Toen ik geïnteresseerd raakte in de politiek – in de laatste jaren van het middelbaar –, was hij premier. Zijn manier van doen prikkelde mij wel. Ik vond hem een authentieke man die betrouwbaarheid uitstraalt. De mensen houden daarvan. Het is geen toeval dat hij een monsterscore behaalde.”
Leterme: “Ik ben vereerd. Kom jij uit een politieke familie?”
Depraetere: “Neen, helemaal niet. Ik ben opgegroeid in een gewoon arbeidersgezin, waar amper over politiek werd gesproken.”
Leterme: “Dat pleit alvast in uw voordeel. Ik heb het niet zo voor stamboompolitici.” (lacht)
Depraetere: “Ik weet zelfs niet voor wie mijn ouders stemden. Het zal wel voor de CD&V of de SP.A geweest zijn.”
Wie verkiest u: premier De Croo of premier Leterme?
Depraetere: “Haha, premier Leterme, anders had ik hem niet uitgenodigd. (lacht) Het is natuurlijk moeilijk om te vergelijken – Alexander is ook een goede premier -, maar ik denk dat er toen meer gefocust werd op beleid en minder op communicatie. Het is nog maar vijftien jaar geleden, maar het lijkt al een ander tijdperk.”
Leterme: “Het ís ook een ander tijdperk. De maatschappij is minder gelaagd: de tussenschotten zijn verdwenen. En ik verwijs niet alleen naar de zuilen. Ik noem het de uberisering van de politiek. Tussen de politicus en de burger is er geen laag meer van echte dialoog.”
Depraetere: “Er zijn volgens mij twee grote verschillen. Eén: de achteruitgang van de traditionele partijen. Omdat er meer partijen nodig zijn, is het ook moeilijker geworden om te besturen. En twee: de impact van de sociale media. Het is allemaal veel vluchtiger geworden. Dat zijn geen goede evoluties.”
Leterme: “Toen ik partijvoorzitter was, begin jaren 2000, kon ik op zondagavond voorspellen welke thema’s de komende week zouden domineren. Als Witse begon, die politiereeks op televisie, ging ik mij afzonderen van het gezin om enkele thema’s op papier te zetten. Op maandag werden deze besproken op het partijbestuur, op dinsdag op de fracties en op donderdag ging het effectief daarover in het parlement.”
Depraetere: “Dat is vandaag ondenkbaar.”
Zou het vandaag écht moeilijker zijn om te besturen?
Leterme: (blaast) “Het is moeilijker geworden om op lange termijn te denken. Dat heeft zeker te maken met de sociale media. Al mag dat geen excuus zijn. Ik zie vooral dat de politieke zeden veranderd zijn. Ik heb onlangs lange tijd kunnen spreken met Georges-Louis Bouchez (MR) op een voetbalwedstrijd. Een sympathieke en zeer intelligente man, maar zijn visie op besluitvorming is totaal anders dan de mijne. Hij benadrukt voortdurend dat de federale regering, waar zijn partij dus in zit, op niets trekt. Het lijkt wel een chef-kok die zijn eigen eten niet lust. Dat had niet gepakt in mijn tijd. Wij waren loyaler in de verdediging van akkoorden. Ik zou het daarom moeilijk hebben om vandaag nog mee te draaien.”
Depraetere: “Akkoord wat Bouchez betreft, maar hij staat niet symbool voor de nieuwe generatie, hoor. Hij is een buitenbeentje. Als ik kijk naar mezelf, dan verdedig ik als fractieleider ook het regeringsbeleid zo goed als mogelijk. En als ik minder enthousiast ben over een maatregel, dan zwijg ik. Ik voel geen drang om het allemaal op Twitter te gooien.”
Leterme: “Maar het is niet alleen Bouchez, hé. Ook een Zuhal Demir (N-VA) is geregeld zeer kritisch voor haar collega’s in de regering. En er zijn er nog.”
Depraetere: “Ik mis vooral de wil om samen te werken. Daar stoor ik me aan. We moeten elkaar meer gunnen. Dat leek me in het verleden beter te lukken. Het helpt natuurlijk niet dat je zeven partijen nodig hebt om te besturen. Als je alleen christendemocraten en socialisten in een regering hebt, dan gaat het makkelijker.”
Leterme: “Ik denk wel dat de zin voor het collectieve vroeger groter was. Maar dat is niet alleen te wijten aan de politiek. Ik verwijs opnieuw naar de tussenlagen die zwakker zijn geworden. Jean-Luc Dehaene had zonder de steun van de sociale partners nooit zo grondig kunnen saneren. Vandaag tonen de vakbonden minder verantwoordelijkheidszin. Ze zijn ook losgekoppeld van hun politieke partij.”
Depraetere: “Maar ze worden wel politieker. Dat is een probleem. Het is geen geheim dat de PVDA infiltreert binnen onze vakbond. En wat doet ze daar? Foute berichten verspreiden over het regeringsbeleid.”
Volgt u het parcours van mevrouw Depraetere, meneer Leterme?
Leterme: “Ik weet wie zij is en ik hoor regelmatige goede dingen over haar, maar ik moet toegeven dat ik de Belgische politiek minder intensief opvolg.”
Depraetere: “Omdat je het beu bent?”
Leterme: “Neen, vooral omdat ik zo vaak in het buitenland zit. Het blijft wel een ongelooflijk boeiende wereld. Ik was 51 jaar toen ik uit de Wetstraat vertrok. De eerste maanden zat ik wel met wat wroeging en onverwerkte gevoelens. Ik heb ook de adrenaline gemist. Maar dat gaat over na verloop van tijd. Jij bent nu 30 jaar, dacht ik. Waar zou jij binnen twintig jaar willen staan?”
Depraetere: “Alvast niet meer in de politiek. (lacht) Ik vind het nog altijd een groot privilege dat ik parlementslid mág zijn, maar elke politicus heeft een houdbaarheidsdatum, volgens mij. Af en toe een wissel van de macht is gezond. Wie weet doe ik iets in de horeca? Ik heb vroeger nog opgediend in een koffiehuis. Dat vond ik heel fijn. Ik wil nog zoveel dingen doen in mijn leven.”
Leterme: “Dat is een goede houding. De politiek is voor te veel mensen een stiel geworden en dat mag het eigenlijk niet zijn. Het ondergraaft de essentie van de democratie. Ik heb in mijn hele loopbaan amper een arbeider ontmoet in de wandelgangen van het parlement. Meryame Kitir (Vooruit) is wellicht de enige. Er zou meer mobiliteit moeten zijn met andere sectoren. Ik stel helaas ook vast dat veel bekwame mensen niet in de politiek willen stappen.”
Depraetere: “Ik ook. Het is vooral de negatieve sfeer die voor afkeer zorgt. Ik hoor dat zo vaak zeggen. Als buitenstaander kan je ook wegen op het debat en krijg je geen bagger over je heen. Waarom zou je dan kiezen voor de politiek?”
Dat is opnieuw die sociale media. Zou een verbod niet gezond zijn voor het mentaal welzijn van politici?
Depraetere: “Neen, want sociale media hebben ook veel voordelen. Waar vroeger een parlementslid onbereikbaar was, kunnen jongeren nu gewoon een berichtje sturen via Facebook en Instagram. Het is ook daar dat mensen vaak hun politieke boodschappen halen. Twitter is een ander verhaal. Dat is volgens mij totaal irrelevant, ook al lijkt men in de meeste politieke kringen het omgekeerde te denken. Je moet je als politica vooral afschermen van de bagger. Je moet het negeren. Dat lukt mij voorlopig redelijk goed.”
Leterme: “Ik had onlangs contact met het kabinet van een minister en had vooraf het organigram geraadpleegd op internet. Wat valt mij daar op? Dat er maar liefst zeven mensen op de communicatiedienst werken. (benadrukt) Zeven! Dat is niet alleen overtrokken, dat is misbruik van belastinggeld. (denkt na) Weet u: politiek hoeft eigenlijk niet moeilijk te zijn. Het gaat over oprechte dienstbaarheid en goed bestuur. Dat is wat de mensen willen. De politiek moet het verschil maken op essentiële domeinen zoals wonen, werken en veiligheid. Maar vandaag verliezen de partijen zich in opiniepeilingen, slogans en sociale media. Ook de mijne.”
Depraetere: “Daar ga ik mee akkoord. Wij moeten focussen op de thema’s waar de mensen mee bezig zijn en daar het verschil maken. Dat is waarom wij zo hard hameren op de btw-verlaging op energie. Dat maakt een wezenlijk verschil.”
Leterme: “Dat de meeste partijen in overlevingsmodus zitten, doet de politiek natuurlijk ook geen goed. Ik blijf ervan overtuigd dat er gehergroepeerd moet worden. Te veel keuze is niet gezond voor een democratie. (denkt na) Als ik zie hoe N-VA later in de regering haar communautaire eisen heeft ingeslikt, dan vraag ik me af waarom het kartel opgeblazen werd. Misschien hadden we meer kunnen doen om het in stand te houden. Dat is een bedenking.”
Depraetere: “Na uw monsterscore had u de macht in handen. Zijn er toch dingen die u anders had moeten aanpakken?”
Leterme: “Natuurlijk, maar overschat de macht niet. Weet u wat Verhofstadt zei toen hij me de sleutels gaf van de Wetstraat 16? Een premier is maar zo sterk als zijn laatste compromis. Zonder compromis ben je niets waard. Voor één keer had hij gelijk.”
U wordt ook getipt als toekomstig minister, mevrouw Depraetere. Zou het iets voor u zijn?
Depraetere: “Dat is geen ambitie op zich. We zien wel hoe de dingen lopen.”
Leterme: “Als jij het niet luidop durft te zeggen, dan zal ik het doen. Als je op je dertigste al fractieleider bent van een regeringspartij, dan is de kans groot dat je over enkele jaren minister bent.”
Wat wenst u de politiek toe voor 2023?
Depraetere: “Vooral meer moed om maatregelen te nemen die voor iedereen evident zijn. Ik denk in de eerste plaats aan de fiscale hervorming. Iedereen is het erover eens dat wij te veel belastingen betalen. Als de regering daar niet in slaagt, dan zal ze het jaar nadien met een bijzonder kwalijk rapport naar de kiezer moeten stappen.”
Leterme: “Ik ga daarmee akkoord. Ik zou de regering vooral meer samenhang toewensen. Dat maakt het net iets makkelijker om moed te tonen. En als ik ook naar de internationale politiek mag kijken, dan hoop ik vooral op een sterker Europa. We staan met open mond te kijken naar de Amerikaanse-Chinese tegenstelling.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier