Wat als nieuwe verkiezingsregels er al waren? In deze 14 gemeenten was er (misschien) een andere burgemeester
De lokale verkiezingen van 2024 zullen er anders uitzien: de opkomstplicht valt weg, de invloed van de lijststem wordt weggeveegd en er komen nieuwe, dwingende spelregels om de burgemeester aan te duiden. Maar wat als die regels er al bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen waren? Voor 14 burgemeesters had het er anders uitgezien.
Woensdag heeft het Vlaams Parlement het licht op groen gezet voor de hervorming van de lokale verkiezingen: vanaf 2024 verdwijnt voor de gemeenteraadsverkiezingen de opkomstplicht, komt er een quasi rechtstreekse burgemeestersverkiezing en krijgt de grootste partij het stuur van de coalitievorming automatisch in handen.
Stel nu dat die nieuwe regels al van kracht waren voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018: zou dat dan veel veranderd hebben voor de West-Vlaamse burgemeesters? Het antwoord is ‘ja’. In 14 gemeenten had er anders kunnen, en soms zelfs moéten, uitzien.
Het nieuwe decreet-Somers schaft de opkomstplicht voor die gemeente- en provincieraadsverkiezingen af vanaf 2024. Die afschaffing moet volgens minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers (Open VLD), initiatiefnemer in dit verhaal, het democratisch debat versterken en zal politici dwingen om zelf meer inspanningen te doen mensen te overtuigen om te stemmen. Critici vrezen echter dat door het verdwijnen van de opkomstplicht een grote groep hun stem niet langer zullen horen op verkiezingszondag.
Er komt ook een meer rechtstreekse verkiezing van de burgemeester. De stemmenkampioen van de grootste partij in de meerderheid krijgt automatisch de sjerp, zonder dat afspraken tussen de politieke partijen dat kunnen verhinderen. Bovendien bepaalt de verkiezingsuitslag ook welke partij het initiatiefrecht krijgt om een coalitie te vormen. De lijst met het grootste aantal stemmen zal vanaf 2024 twee weken tijd krijgen om een meerderheid samen te brengen. Op die manier wil ministers Somers komaf maken met de voorakkoorden.
Tot slot verdwijnt ook de lijststem, waardoor kandidaten niet langer uit de pot kunnen putten om verkozen te raken. Enkel het aantal voorkeurstemmen bepaalt of je als lokaal politicus een zetel kan opnemen.
Zij kregen de sjerp zeker niet
Bram Degrieck zou geen burgemeester van De Panne zijn geworden. Niet alleen was hij met Het Plan-B niet de grootste fractie in zijn gemeente, ook binnen de meerderheid die oud-burgemeester Ann Vanheste in 2018 buitenspel zette, is hij niet de stemmenkampioen. Volgens de nieuwe regels zou de sjerp naar de schouder van Wim Janssens moeten verhuizen. Diens lijst Actie haalde een betere score dan Het Plan-B en zelf had hij ook meer voorkeurstemmen dan Bram Degrieck.
Ook Marc Doutreluingne (Lijst Burgemeester) die in 2018 zichzelf opvolgde als burgemeester van Zwevegem, had met het nieuwe systeem de sjerp aan iemand anders moeten laten. In Zwevegem was de CD&V van oud-gedeputeerde Eliane Spincemaille immers de grootste.
Niet alleen zou het initiatiefrecht om een coalitie op de been te brengen bij CD&V zijn gekomen, ook binnen de gevormde meerderheid (vandaag Lijst Burgemeester, CD&V, Vooruit, red.) zou de sjerp naar een CD&V-gezicht zijn gegaan. Dat betekent dat niet Marc Doutreluingne maar wel Eliane Spincemaille volgens de nieuwe regels burgemeester zou zijn.
En ook huidig burgemeester Jan Bekaert (W.I.T.) van Ichtegem had de sjerp aan iemand anders moeten laten. In het nieuwe systeem lag de bal immers in het kamp van CD&V, nipt de grootste partij. Maar zelfs in de uiteindelijke meerderheid – Liberaal 2018 en W.I.T. gingen samen in zee – kwam het burgemeesterschap Jan Bekaert niet toe. Coalitiepartner Lieven Cobbaert (Liberaal 2018) kreeg net iets meer voorkeurstemmen en zou dus burgemeester moeten zijn geworden.
Wel neemt Lieven Cobbaert vanaf januari 2022 over: W.I.T. en Liberaal 2018 beslisten om de sjerp te verdelen. Al is ook dat een constructie die in het nieuwe systeem niet meer kan. Het burgemeesterschap zal altijd binnen de grootste meerderheidsfractie moeten blijven.
Niet de stemmenkampioen
Gauthier Defreyne, vandaag burgemeester van Gistel voor Open VLD, had niet het meeste stemmen in de liberale winnaarsfractie. Die eer ging naar zijn vader en partijgenoot Roland Defreyne. Een voorakkoord met CD&V stak die laatste echter wat stokken in de wielen. Daarin stond immers dat de sjerp naar CD&V’er Bart Halewyck zou gaan, maar die haalde minder stemmen dan Defreyne. Nieuwe onderhandelingen met CD&V liepen spaak, waarna Open VLD nieuwe coalitiepartners ging zoeken. Omwille van het eerdere voorakkoord werd de jongste Defreyne uiteindelijk burgemeester, hoewel hij dus niet de lokale stemmenkampioen was.
Langemark-Poelkapelle kreeg in 2018 eveneens een verrassende wending: niet Alain Wyffels, de man met de meeste voorkeurstemmen achter zijn naam, werd burgemeester, wel partijgenoot en tweede in lijn Lieven Vanbelleghem. Oud-burgemeester Alain Wyffels besliste echter om een stap opzij te zetten en zijn eerste schepen de fakkel te overhandigen. Hij verliet ook de actieve politiek en werkt intussen als algemeen directeur in het naburige Zonnebeke.
Ook in Jabbeke is niet Hendrik Bogaert, veruit de populairste, maar wel Daniël Vanhessche vandaag burgemeester. Bogaert volgt Vanhessche straks op als burgervader: in 2022 neemt hij het roer over.
En in Kortrijk tot slot moest Team Burgemeester op zoek naar een plaatsvervanger voor minister van Justitie en Noordzee Vincent Van Quickenborne. Officieel is die laatste nog altijd ‘titelvoerend burgemeester’, maar de dagelijkse leiding en het burgemeesterschap is wel in handen van Ruth Vandenberghe.
Dat is best opvallend, want met schepenen Wout Maddens en Arne Vandendriessche zijn er twee partijgenoten die meer voorkeurstemmen hadden gekregen in 2018. Volgens de nieuwe spelregels had Maddens echter burgemeester moéten worden. Het decreet schrijft immers een ‘dwingende vervanging’ voor: de verkozene met de tweede meeste naamstemmen van de grootste coalitiefractie krijgt de sjerp.
Een voorbeeld van een gemeente waar die volgorde wel werd gerespecteerd, is Knokke-Heist na het overlijden van graaf Leopold Lippens (Gemeentebelangen). Eerste schepen Piet De Groote die na Lippens het hoogste aantal voorkeurstemmen kreeg, werd er eerder dit jaar burgemeester.
Eigenlijk andere partij aan zet
In nog eens zes West-Vlaamse gemeenten zou het oorspronkelijke initiatiefrecht om een coalitie te vormen bij een andere partij dan de huidige machthebbers hebben gelegen. Of dat ook altijd tot een andere burgemeester zou hebben geleid, is uiteraard geen zekerheid.
Dat is onder meer het geval in het Blankenberge van burgemeester Daphné Dumery. Niet haar N-VA, maar wel de Open VLD van voorganger Ivan De Clerck was in 2018 de grootste fractie. De liberalen verzeilden echter op de oppositiebanken.
Ook in De Haan kreeg niet de fractie van burgemeester Wilfried Vandaele (Open & N-VA) het meeste stemmen, maar wel Bewust van stemmenkampioen Peter Breemersch. Het kleine Vooruit! (intussen in kartel met CD&V, Samen Vooruit gedoopt, red.) koos bij de coalitievorming uiteindelijk voor een verbond met Open & N-VA.
In Ieper, waar Emmily Talpe (Open Ieper) de sjerp draagt, en Hooglede waar Rita Demaré (CD&V) burgemeester is, zou het volgens de nieuwe regels eerst aan andere partijen zijn geweest om een meerderheid te vinden. In Ieper is CD&V immers de grootste fractie, in Hooglede heeft Groep 21 het meeste zetels. Dat is ook het geval in Oudenburg, waar niet de Open VLD van huidig burgemeester Anthony Dumarey de grootste partij is. CD&V had volgens het nieuwe decreet met kopman Peter Velle het stuur in handen mogen nemen.
Eenzelfde verhaal in Oostende waar niet De Stadslijst van toen uittredend burgemeester Johan Vande Lanotte de sjerp haalde, maar wel Bart Tommelein van Open VLD burgemeester werd. De coalitievorming in Oostende had lange tijd heel wat voeten in de aarde, net omdat grote winnaar en stemmenkampioen Tommelein liever niet in zee ging met én de socialisten én de groenen. Uiteindelijk vond burgemeester Tommelein een akkoord met zijn Open VLD, N-VA, CD&V en Groen. In het nieuwe systeem zou het initiatief echter bij De Stadslijst hebben gelegen, al was het maar de vraag of zij binnen de 14 dagen een werkbare meerderheid op de been hadden kunnen brengen.
In Menen tot slot greep huidig burgemeester Eddy Lust (Open VLD) de macht als leider van een anti-CD&V-coalitie. De CD&V van voormalig burgemeester Martine Fournier was ook in 2018 veruit de grootste en had met Fournier en oud-schepen Laurent Coppens ook de twee populairste gezichten in de rangen. Maar Open VLD zocht en vond een samenwerking met SP.A (vandaag Vooruit, red.) en N-VA en verwees Fournier en haar ploeg naar de oppositie. Die move kwam de nieuwe burgemeester initieel op heel wat kritiek te staan.
Wissels die het intussen rechttrokken
Als toetje nog een blik op enkele sjerpwissels die een scheve situatie intussen rechttrokken. Volgens de nieuwe spelregels zou Marc Lewyllie na de verkiezingen van 2018 immers geen burgemeester kunnen zijn gebleven. Die eer kwam stemmenkampioen Wieland De Meyer toe. Voor de verkiezingen hadden ze echter afgesproken om de fakkel tijdens de huidige bestuursperiode door te geven: begin dit jaar volgde De Meyer de afscheidnemende Lewyllie op. Die laatste ging op 67-jarige leeftijd met pensioen.
Ook in Wingene was er al een wissel die de stemmenkampioen van de grootste meerderheidsfractie dan toch burgemeester maakte. Hendrik Verkest volgde na de verkiezingen van 2018 zichzelf nog wel op als burgervader, maar maakte intussen plaats voor Lieven Huys. Hij had van de drie jonge wolven het meest aantal voorkeurstemmen gekregen bij CD&V.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier