De gemeenteraad keurde het meerjarenplan goed. De oppositie uitte kritiek, maar ziet ook positieve elementen in de schuldafbouw. Trots op Oostende was het scherpst voor de plannen.
“Er is een grote schuld en die bouwen we af. We moeten zaaien naar de zak”, herhaalde schepen voor financiën en begroting Maxim Donck (N-VA). Hij besprak uitgebreid de eerder voorgestelde plannen rond schuldafbouw.” Burgemeester John Crombez (Vooruit Plus) : “De begroting moet gestabliseerd worden. Toch blijven we investeren. Maar wel op een haalbaar niveau, in tegenstelling tot de vorige legislatuur.” Bij de stemming onthield Vlaams Belang zich, Trots op Oostende en PVDA stemden tegen.
Vlaams Belang
“Voor het politieke luik van dit meerjarenplan geven we een buis”, zegt Tom Lamont, fractieleider van Vlaams Belang. “Want het is een plan van gebroken verkiezingsbeloftes zoals de fietsbrug die de Vuurtorenwijk zou verbinden met het centrum en de financiële steun die zou gegeven worden aan jonge gezinnen om een woning te kopen. Er was ook beloofd dat de belastingen niet zouden stijgen. Dat is inderdaad zo voor het hoofdgedeelte, maar via zijwegen is er wel een belastingverhoging want de vuilniszakken worden duurder. De prijzen voor inwoners verhogen en in dit land is er al een hoge belastingsdruk.”
Voor het financieel luik is Tom Lamont milder : “Oostende torst een historische schuld en stond de voorbije jaren altijd in de top 5 inzake schuld per inwoner. In dit plan deden ze een correctie zodat de schuld niet verder zou oplopen en daar zijn we tevreden over. Eigenlijk zou er nog 60 miljoen euro schuld moeten weggewerkt worden om financieel gezond te zijn. Maar we zien een kentering met het verleden.”
PVDA
“Het meerjarenplan is een moeilijke oefening omdat er geen mooie erfenis is van de vorige stadsbesturen waarin steeds alle grote politieke partijen zaten”, zegt Dirk Vanmassenhove van PVDA. “In het meerjarenplan vinden we de afrekening van de defusie van het ziekenhuis niet terug. Dat is meer dan 30 miljoen euro en dat wordt voor de Oostendenaar een dure zaak.”
PVDA is scherp: “We geloven niet in het recept om het stadspatrimonoim nog meer te verkopen aan de privésector waarbij we op termijn geen inkomsten terugzien. We maken ons ook grote zorgen over de afbouw van het personeel met 4 procent of 50 voltijdse banen. In de zorgsector verdwijnen zelfs 13 voltijdse banen.” Dirk Vanmassenhove is ook hoopvol: “Ze erkennen de hoge sociale noden en maakten ambitieuze doelstellingen en beloftes. Hopelijk zullen ze die waarmaken en daarvoor zullen middelen nodig zijn.”
Trots op Oostende
“De financiele uitdagingen zouden vooral te wijten aan de voorgangers. Maar Vooruit was ook aan de macht tussen 1994 en 2019. Er wordt ook uitgehaald naar de overheden, waar ook de partijen van deze meerderheid in zitten”, zo stelde Bart Plasschaert (fractieleider Trost op Oostende). “Grote investeringen worden buiten de stadsbesgroting gehouden en net daar stapelden de problemen zich in het verleden op. Zo zal de renovatie van De Grote Post gebeuren door de NV EKO en de renovatie van het stadhuis wordt ondergebracht in het AG Oostende.”
“De uitgaven van miljoenen zijn niet zichtbaar in de stadsbegroting, maar worden wel betaald door de Oostendenaar. Dit bestuur draait de Oostendenaar een rad voor de ogen. De panden die de stad wil verkopen zijn nauwelijks verkoopbaar en in 2026 stijgt de schuld met 20 miljoen euro om in 2031 te eindigen op hetzelfde niveau van nu.”
“We vinden een aantal plannen niet terug zoals het strandzwembad, investeringen in de Mercator en de foodhall. De bouw van het Bosjoenk wordt verplaatst tot na 2030. Het meerjarenplan staat vol van investeringen in bakstenen, maar veel minder in mensen. Er zijn zestien prioritaire doelstellingen en er is maar één doelstelling rond armoedebestrijding. Rond samenleven en diversiteit is er weinig te vinden.Er is onrust bij stadsdiensten over het niet vervangen van mensen die met pensioen gaan.
“Van het warm bestuursakkoord blijft weinig over. Zo worden de maaltijden in de ontmoetingscentra duurder. Het plan mist visie, eerlijkheid, en menselijkheid. Over zes jaar zal de stad er slechter aan toe zijn dan nu.”
