Olympisch marathonloper Koen Naert waagt zijn kans in de politiek: “De komende twee jaar blijf ik in de eerste plaats topsporter”
Hij is fan van Hilde Crevits en Carl Devos. Hij gruwt van alcohol en McDonald’s. Zijn levensmissie is zorgen voor anderen. Zes jaar geleden was hij de snelste Europeaan op de heilige afstand: de marathon. Vandaag wil hij de politiek in. Sire, er bestaan nog échte CD&V’ers. Meet Koen Naert, de olympiër die naar de gemeenteraad van Oostkamp wil.
Eminent sportjournalist Hans Vandeweghe schreef eens dat Koen Naert de meest plichtbewuste atleet is. Dat kan kloppen, maar voeg daar ook maar aan toe: de meest geëngageerde. Het verhaal dat hij na de aanslagen van 22 maart 2016 alles liet vallen om bij te springen in het brandwondencentrum, is wellicht bekend. De 35-jarige Naert is immers verpleger van opleiding en werkte in Neder-Over-Heembeek tot hij eind 2015 profatleet werd. De gedreven West-Vlaming is ook betrokken bij allerlei ngo’s en goede doelen. Hij studeert ook nog: een master gezondheidsbevordering aan de Universiteit Gent.
Naert woont met zijn vrouw en twee kinderen in Moerbrugge, een deelgemeente van Oostkamp. Vlak bij het natuurgebied de Warandeputten, waar de ijsvogel thuis is. Het is daar dat we dit gesprek doen tijdens een wandeling. Op 13 oktober maakt Naert zijn intrede in de lokale politiek. Hij duwt de CD&V-lijst van zetelend burgemeester Jan de Keyser. Dat is een sprong in het onbekende voor de marathonloper die in augustus nog deelnam aan zijn derde (!) Olympische Spelen.
Bent u zenuwachtig voor uw politieke vuurdoop?
“Neen, dat niet. Het voelt wel vreemd aan. Ik vind politiek een beladen woord. Ik zie mezelf ook niet als politicus. Ik wil mij vooral engageren. Oostkamp is een mooie gemeente. Wij wonen hier echt ontzettend graag. Het bestuur is goed bezig en wil in de toekomst nog beter doen. Ik wil daar graag deel van uitmaken.”
U bent gevraagd door de burgemeester zelf. Wat heeft hij moeten zeggen om u te overtuigen?
“Hij stuurde mij in het voorjaar een bericht. Hij wou mij spreken. Elise, mijn vrouw, had meteen door wat zijn bedoeling was. Ik niet. Ik dacht dat hij zou vragen om een grote banner te mogen plaatsen op het Europaplein over de Spelen van Parijs. Maar neen, zei Elise. Hij zal je vragen op zijn lijst te staan. Zij had gelijk. (lacht) Ik heb een week bedenktijd gevraagd omdat ik al zoveel doe naast mijn sport. Het moet haalbaar blijven. Ik wil trouwens helder zijn: de komende twee jaar blijf ik in de eerste plaats topsporter.”
“De burgemeester kwam op mijn deur kloppen omdat ik een bekende naam heb. Hij had niet verwacht dat ik ook iets te vertellen had”
Waarom hebt u toch ja gezegd?
“Als alles goed loopt, zal ik in juni afstuderen. Ik zie dit politieke engagement als een voortzetting van mijn opleiding. Je kan immers gezondheidsbevordering ook inzetten op lokaal niveau. Daar wil ik graag het verschil maken. Ik denk dat de burgemeester wel schrok van mijn motivatie. Laat ons maar eerlijk zijn: hij kwam op mijn deur kloppen omdat ik een bekende naam heb. Hij had niet verwacht dat ik ook iets te vertellen had. (lacht) Maar kijk: als ik meedoe, is het om mijn expertise aan te bieden. En dus niet om gewoon de lijst te vullen.”
Hebt u nog geen tips gekregen van Georges Leekens, de vorige lijstduwer?
“Neen. Wij kennen elkaar ook niet persoonlijk. Jan heeft mij wel een tip gegeven in dat verband: Begin niet over voetbal, want dat kan stemmen kosten.” (lacht)
De meeste topsporters zeggen geen tijd te hebben om zich maatschappelijk te engageren. Is dat een geldig excuus?
“Ik oordeel liever niet over anderen. Veel mensen denken inderdaad dat een atleet alleen maar wil presteren. Dat hij alleen maar gelukkig is als hij goed presteert. Dat klopt voor een stuk, maar ik wil meer zijn dan atleet. Mijn levensmissie is zorgen voor andere mensen. Ik heb dat ondervonden toen ik gestopt ben in het brandwondencentrum omdat ik voltijds prof werd. Ik voelde mij niet goed in mijn vel. Ik voelde mij leeg. Het is ook niet dat wij zoals wielrenners zes of acht uur per dag intensief trainen. Ik ben vaak thuis en dan wil ik iets zinvols kunnen doen.”
Voetballers liggen dan voor de PlayStation.
“Dat kan inderdaad zijn. Maar ik zou dat niet kunnen. Ik wil voldoening halen uit de dingen die ik doe. Daarom ben ik opnieuw gaan studeren. En nu ik bijna afgestudeerd ben, is de tijd rijp voor een volgende stap.”
Wat is gezondheidsbevordering?
(enthousiast) “Laat me eerst zeggen wat het niet is. Het is geen coaching. Het is niet één op één zeggen wat iemand moet doen. Wat is het wel: het is op maatschappelijk niveau kijken waar gezondheidswinsten geboekt kunnen worden. Wat kan dat allemaal zijn? De aanleg van betere voetpaden. Aandacht voor mentale gezondheid. De strijd tegen eenzaamheid. Dat zijn vaak simpele dingen die toch vergeten worden. Wat ik graag zou willen doen, is kijken, over alle beleidsdomeinen heen, waar je heel concreet levenskwaliteit en gezondheid kan winnen.”
Wie zich ook maatschappelijk en politiek engageert, is Veerle Dejaeghere. Is zij een voorbeeld voor u?
“Absoluut, zeker op sportief vlak. Als je met haar gaat trainen, is het altijd plezant. Veerle straalt echt plezier uit. Ik vind dat mooi. Als je gelukkig wil zijn, moet je soms je innerlijke kind kunnen loslaten. Zij kan dat tijdens het lopen, en ik ook.”
Er is ook een verschil. Zij kiest voor Groen, u voor CD&V.
“Ik weet het. Dat is trouwens iets wat ik minder leuk vind aan de politiek: die hokjes waarin je geduwd wordt. Ik ben blij dat CD&V in Oostkamp Team 8020 aan haar naam toevoegt. Ik vind dat symbolisch heel belangrijk. Dat benadrukt het feit dat wij een lokale partij zijn. Dat maakt de stap voor mij minder groot.”
Had ook een andere partij u kunnen overtuigen?
“Neen, dat nu ook weer niet. (lacht) Was bijvoorbeeld de liberale partij gekomen, dan had ik neen gezegd.”
Hebt u altijd voor CD&V gestemd?
“Jawel. Ik ben trouwens grote fan van Hilde Crevits. Hoewel ik haar niet persoonlijk ken, krijg ik na elke goede prestatie een kaartje van haar. Ik waardeer dat. Maar er zijn ook standpunten waar ik het moeilijker mee heb. (zwijgt even) Ik heb gewoon geen zin om een stempel te krijgen.”
Komt u zelf uit een politiek nest?
“Neen, helemaal niet zelfs. Er werd wel voor CD&V gestemd, maar daar werd verder niet over gesproken. Dat was een automatisme. Maar was dat niet in veel West-Vlaamse gezinnen het geval? Ja, toch? De oma van Elise is wel een diehard CD&V’er. Haar heb ik heel gelukkig gemaakt.” (lacht)
“Sommige vrienden treiteren mij wel eens. Dat ze niet wisten dat ik een pater was, zeggen ze”
Hoe reageert uw omgeving op de stap naar de politiek?
“Mijn vrouw steunt mij volledig. Anders zou ik dit niet doen. Zij denkt ook dat ik het verschil kan maken. Mijn vrienden zeggen daar niet zo veel van. Sommigen treiteren mij wel eens. De ‘politieker’ is daar, zeggen ze. Terwijl ze weten dat ik dat woord niet graag hoor. Of ze zeggen dat ze niet wisten dat ik een pater was. (glimlacht) Dat kan ik wel hebben. Nationale politici moeten andere dingen verdragen.”
Krijgt u ook negatieve reacties?
“Neen. Mijn management vroeg wel om sport en politiek gescheiden te houden – en terecht. Dat is ook waarom ik niet uitgebreid campagne zal voeren op mijn socialemediakanalen. Mijn volgers zitten niet te wachten op politieke boodschappen. Ik heb ook bewust interviewaanvragen van Humo en andere nationale media geweigerd. Dit is een lokaal engagement. Maar ik ben dus nog niet uitgescholden, als dat uw vraag was. (lacht) Ik zou niet graag in de schoenen van nationale politici staan. Er wordt altijd op hun kop gekakt, terwijl ik dan denk: dat zijn toch ook maar mensen die hun best doen om de samenleving beter te maken. Zij zitten daar toch niet om de mensen een kloot af te draaien? Maar misschien ben ik naïef en zie ik te veel het goede in de mensen?”
Neen, ik denk dat u gelijk hebt. Volgt u de nationale politiek?
“Een beetje. Ik heb ooit les gehad van professor Carl Devos. Hij is de reden waarom ik het allemaal een beetje ben beginnen volgen. Voor het examen waren wij verplicht om de actualiteit te volgen en dat ben ik altijd blijven doen. Sommige proffen blijven altijd hangen: Carl Devos is zo iemand voor mij. Maar ik ga ook niet beweren dat ik veel bezig ben met nationale politiek. Ik word wat afgeschrikt door het partijgedoe.”
U bent 35 jaar. Is dat oud voor een marathonloper?
“Dat is niet jong, maar ook niet oud. De volgende Olympische Spelen zijn in Los Angeles, in 2028. Ik zal dan 39 jaar zijn. Dat zou nog net kunnen. Maar ik weet niet of mijn lichaam dat zal volhouden. Vandaar dat mijn vizier niet verder staat dan 2026. Als dat een goed jaar wordt, kan het alle richtingen uit.”
Maar iets in mij zegt dat u al weet wat u wil doen na uw carrière?
(lacht) “Ik heb zeker mijn dromen, maar die liggen niet direct in de politiek. Je hebt wellicht al gemerkt dat gezondheid mijn passie is. Daar wil ik verder in gaan. Als ik even mag wegdromen: ik zou graag een soort health arena oprichten rond preventieve gezondheid, een centrum waar alle takken samenkomen: diëtisten, kinesisten, fitness, gezonde voeding, cryotherapie, enzovoort. (benadrukt) Ons gezondheidssysteem staat echt wel op instorten, hoor. Dat weet ik uit ervaring. Het is tijd om werk te maken van betere preventie.”
Vindt u het dan goed dat Vlaams minister Hilde Crevits wil voorkomen dat fastfoodzaken nieuwe vestigingen bouwen in de buurt van scholen?
“Ik ben geen fan van fastfood, dus dat is zeker positief. Let wel: we mogen daarin niet te ver gaan. Ik vind niet dat je moet verbieden. Je moet de mensen hun frietje of taartje niet afnemen. Als je dat met mate eet, is dat geen probleem. Je moet vooral werken aan bewustwording. De mensen moeten weten dat iets niet gezond is.”
Je hoort wel eens dat de jeugd ongezond leeft en dikker wordt. Kan je dat veranderen op lokaal niveau?
“Waarom niet? Oké, het grote beleid wordt nationaal uitgetekend. Maar ook lokaal kan je stappen vooruit zetten. (op dreef) Je kan kijken naar je sportverenigingen. Zijn de faciliteiten goed genoeg? Je kan kijken naar het inschrijvingsgeld. Is dat voor iedereen haalbaar? Of moet je als gemeente een duwtje in de rug geven? Ook wijkwerking kan helpen – de mensen samenbrengen. Dat klinkt misschien banaal, maar dat maakt een groot verschil. Je zou ook je straten beter kunnen inrichten, zodat kinderen meer ruimte hebben om te spelen. In Gent doen ze zoiets met het project Leefstraten. Misschien moeten we daarover eens nadenken?”
Als ik u zo enthousiast bezig hoor, bent u zeker dat u de lokale politiek niet ziet als een opstap naar de nationale politiek?
“Je weet natuurlijk nooit wat er later op je pad komt, maar vandaag niet, neen. Ik steek niet weg dat ik graag naar de gemeenteraad wil. Als je je expertise wil delen, is dat de beste plek. Maar de komende twee jaar blijf ik in de eerste plaats atleet.”
Gaat u soms naar de McDonald’s?
“Zelden. Alleen als de kinderen héél hard aandringen. Dan eet ik een kleine hamburger mee. Waar ik dan direct spijt van heb. Of een visburger – niet dat dat gezond is, maar dat smaakt tenminste niet naar karton.” (lacht)
Alcohol drinkt u niet. Het gevolg van een zatte nacht, heb ik begrepen?
(schatert het uit) “Waar heb je dat gehoord? Kun je deze vraag niet achterwege laten? Laat het mij hierbij houden: ik lust geen bier en als sportman komt mij dat nog goed uit ook.” (glimlacht)
Gemeenteraadsverkiezingen 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier