Marc Vanwalleghem stopt na 15 jaar als schepen in Roeselare: “Altijd mezelf gebleven”
Vijftien jaar lang was Marc Vanwalleghem actief als schepen in Roeselare. Zijn politieke carrière duurde een pak langer. In 1988 nam hij voor het eerst deel aan de verkiezingen, zes jaar later werd hij ook effectief verkozen. Hij maakte heel wat projecten van dichtbij mee. Maar het zijn vooral de menselijke contacten die hem zullen bijblijven. Als schepen van burgerlijke stand mocht hij de huwelijksdag van meer dan 3.500 koppels vanop de eerste rij meemaken. “Op vlak van waterhuishouding hebben we met de realisatie van verschillende bufferbekkens belangrijke stappen gezet”, aldus Marc.
Marc Vanwalleghem (68) woont samen met zijn vrouw Annemie Degezelle in de Dominiek Saviostraat, waar ze hun eigen landbouwbedrijf hebben. Met Hilde en Herlinde zijn er twee dochters, ondertussen zijn er ook al vijf kleinkinderen. Als land- en tuinbouwer was hij geëngageerd in tal van verenigingen, waaronder de Landelijke Gilde. Het was de kiem voor zijn politiek engagement.
Hoe ben je in de politiek terechtgekomen?
“Ik was actief in tal van verenigingen, woonde in Beveren en was aan de slag als land- en tuinbouwer. Dat was op dat moment een heel interessant profiel. Er wordt nu nog altijd gestreefd naar een evenwichtige lijst, met evenredige vertegenwoordiging van de deelgemeenten, maar toen werd er daar nog veel meer op gehamerd. Bovendien was het belang van zuilen ook nog een pak groter, dus de landbouw moest voldoende vertegenwoordigd zijn. Ik werd als eerste opvolger verkozen op de lijst van de toenmalige CVP. Zes jaar later deed ik dan mijn intrede als gemeenteraadslid.”
Wat is er belangrijk als je lokaal aan politiek doet?
“Een netwerk is primordiaal. Om te weten wat er leeft onder de mensen, maar ook om verkozen te geraken. Je kunt de beste zijn, maar als niemand je kent, dan raak je nooit in de gemeenteraad. Eens je een mandaat opneemt, is het belangrijk om ook waar te maken waar je voor staat, anders is je carrière van korte duur. Mensen weten het maar al te goed wanneer je met loze beloftes komt. Ik ben zes keer naar de kiezer getrokken en zes keer haalde ik een beter resultaat, dat betekent wel iets.”
Waar zit de grootste verandering in vergelijking met de beginjaren?
“Er is op vandaag veel minder respect. Sommige mensen bekijken politici als het vuil van de straat, als profiteurs en zakkenvullers. Terwijl dat niet klopt. Iedereen die zich politiek engageert, doet dat om goed te doen. Al kan een tegenslag altijd. Wie politiek bedrijft, doet dat altijd vanuit een bepaalde vorm van idealisme.”
“Mensen hebben veel minder respect voor wat je doet als politicus”
“Vooral op sociale media kennen mensen geen filter meer. Wat de mensen daar soms durven te schrijven… Ik heb een profiel op Facebook, maar ben er nooit echt actief geweest. Voor mij hoeft het ook niet. Bij de vorige verkiezingen heb ik vooral onder druk van mijn dochters een account aangemaakt. Dat heeft heel even geduurd, maar ondertussen ben ik er niet meer actief, het is ook niets meer voor mij. Laat mij maar gewoon tussen de mensen zitten, het hele jaar door. Ik ben er trouwens van overtuigd dat het persoonlijk contact nog belangrijker zal worden door het afschaffen van de stemplicht. Hoe de verkiezingen zullen verlopen, is nog moeilijk in te schatten. Normaal zijn er heel veel proteststemmen, maar zal dat over drie jaar ook nog zo zijn? Sowieso wordt er bij de gemeenteraadsverkiezingen niet voor een partij, maar voor personen gestemd. Het fantastische resultaat van Kris Declercq in 2018 is daar het beste resultaat van.”
Je zat eerst twaalf jaar in de gemeenteraad om dan de stap richting schepen te zetten?
“Als je geen ambitie hebt om iets te bereiken in de politiek, moet je er niet aan beginnen. Als raadslid heb je een duidelijke inbreng, maar het is pas als schepen dat je echt mee aan het stuur zit. Ik was onder meer schepen van burgerzaken, bebloeming & netheid, waterhuishouding en vaderlandslievende verenigingen.”
Als schepen van burgerlijke stand heb je wellicht heel wat mensen zien passeren?
“Dat klopt! Ik heb in al die tijd meer dan 3.500 huwelijken gedaan en vele tientallen jubilarissen in de bloemetjes gezet. Reken daar nog eens tal van bezoekjes aan 100-jarigen bij en je hebt een goed gevulde agenda, zeker in het weekend. Ik stond op de eerste rij bij heel wat mooie momenten, al was het niet altijd rozengeur en maneschijn. Als je mensen in het ziekenhuis moet huwen en je weet dat een van de twee er binnenkort niet meer zal zijn… Niet altijd simpel, maar de dankbaarheid is vaak des te groter.”
“Ik ben met heel wat mensen in contact gekomen en heb ook veel meegemaakt. Al is het in mijn hele carrière maar één keer gebeurd dat ik twee keer moest vragen aan de persoon in kwestie of ie wou trouwen. Uiteindelijk gelukkig wel. Het is ook een handvol keren gebeurd dat de partner niet is afgekomen of mensen die ik, na tien jaar uiteen geweest te zijn, voor een tweede keer moest huwen. Vroeger ging het vooral om twintigers die trouwen, op vandaag zijn zij een uitzondering en zijn het vooral dertigers die al iets verder staan in het leven. Al is dat niets in vergelijking met het oudste koppel dat bij mij het jawoord gaf, die waren al flink in de 80.”
“De afgelopen jaren heeft het burgerlijk huwelijk ook aan belang gewonnen, dat komt doordat er nog veel minder kerkelijk wordt getrouwd. In heel Roeselare waren er dit jaar amper tien kerkelijke huwelijken, wat bijzonder weinig is, zelfs met corona.”
Waar ben je het meest trots op?
“Op vlak van waterbeheersing hebben we in die periode heel veel kunnen doen met de aanleg van verschillende bufferbekkens en er staan er nog enkele op het programma. In 2006 stond Beveren bij hevige regen nog voor een groot deel onder water, dankzij een nieuw bufferbekken is dat niet meer het geval. Ook in Beitem is de kans op wateroverlast een pak kleiner geworden. We hebben er veel geld ingestoken, maar de inspanningen waren echt nodig. In die optiek is ontharding bij ieder project ook een belangrijk item. Verder ben ik blij dat ik mee de aanzet heb kunnen geven voor het dierenasiel.”
“Het is wel eens gebeurd dat de partner niet kwam opdagen voor het huwelijk”
“Als landbouwer heb ik ook verschillende zaken voor de land- en tuinbouw kunnen doen, denk maar aan de ontwikkeling van de tuinbouwzone, net als een goed onderhoud van de waterlopen. In die optiek was mijn aanwezigheid in de provincieraad tijdens de vorige bestuursperiode ideaal om de nodige contacten te leggen. Een goed netwerk helpt ook om dingen te bekomen. Vertegenwoordiging op ieder niveau is nodig.”
Zijn er zaken waar je spijt van hebt?
“Dat we onze goedkeuring gegeven hebben om 275 lichtpunten in landelijke gebieden weg te nemen. Het zou ons heel wat geld besparen en het klonk allemaal heel mooi. Ondanks de tegenkantingen van de buurtbewoners hebben we toch doorgezet. Nu moeten we zeggen dat het sop de kool niet waard was. We hebben het verkeerd ingeschat. Nu zouden we daar niet zo licht over gaan.”
Hoe zie je Roeselare de volgende jaren evolueren?
“We moeten blijven uitgaan van de drie W’s: werk, wonen en welzijn. Door veel werk te creëren, heb je veel mensen die hier in de buurt willen komen wonen en moet je ook de nodige voorzieningen voorzien, zowel om te wonen, maar ook voor het welzijn, de ontspanning. Wat dat betreft werden de afgelopen jaren de juiste prioriteiten gesteld, maar er zitten nog heel wat projecten in de pipeline. Op vlak van wonen is er de ontwikkeling van het Roobaertpark en de uitbreiding van de wijken aan de Maria’s Lindestraat. De nieuwe wijken in de Gitsestraat zullen de onderwijsdruk daar nog flink verhogen, dus mogelijk is het nodig om daar een nieuwe school te creëren. Op vlak van bedrijven is het industriegebied van Beveren, Abeele en Ovenhoek in volle ontwikkeling.”
“Daarnaast moet je ook het bestaand patrimonium bestendigen. Wat doen we op termijn met de academie? Hetzelfde geldt voor De Spil. Voldoet de accommodatie over x aantal jaren nog? Het is kwestie van kort op de bal te spelen in een fel veranderende maatschappij. Op die vijftien jaar als schepen van burgerlijke stand heb ik er bijna een hele parochie aan mensen zien bijkomen, dat gebeurt niet zomaar.”
Ga je het leven als schepen missen?
“Tuurlijk zal ik bepaalde dingen missen, maar ik ben 68 en dan is het normaal dat je op een bepaald moment een stap opzij zet. Ik heb een mooie carrière gehad. Bovendien is de opvolging verzekerd. Het is een unicum voor een partij als de onze om vier nieuwe krachten een kans te geven. Ik ben alvast van plan om meer tijd vrij te maken voor mijn gezin en voor mijn duiven. Daarnaast is er het onderhoud van het landbouwbedrijf en waar mogelijk wil ik meer tijd maken om te genieten, een kaartje te leggen of een bezoekje te brengen aan de dinsdagmarkt. Ik ga ook graag naar het voetbal en de koers, hopelijk is er daar nu meer tijd voor. Als we maar gezond blijven, dat is het voornaamste.”
Heb je tips voor je opvolgers?
“Blijf met je voeten op de grond en begin niet plots te zweven. Gewoon jezelf blijven en focussen op de thema’s waar je in thuis bent en je daarin verdiepen, dat geldt misschien nog meer voor de nieuwe raadsleden. Dan komt het wel goed!”
Volgende week: Henk Kindt, die eind dit jaar zijn schepenfunctie doorgeeft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier