Is er ruimte voor nog meer hoogbouw in Oostende?

In Oostende wordt er de laatste jaren alsmaar hoger gebouwd, en dat vertekent ook de skyline. © EFO
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

De voorbije jaren zijn er in Oostende veel hoge appartementsgebouwen bijgekomen. Zowel op Mariakerke (site Media Center), het centrum (site Hazegras) als bij verschillende projecten op de Oosteroever. De skyline verandert voortdurend. Mag er nog meer hoogbouw bijkomen?

Voor Vlaams Belang kan hoogbouw enkel als er ook inspraak is van omwonenden. Tom Lamont: “Vlaams Belang is op zich niet tegen hoogbouw, maar dit moet wel met meer aandacht gebeuren voor de identiteit en dynamiek van de wijk en de stad. Het zomaar neerpoten van hoge residentiële woontorens in volkswijken ten nadele van de volledige buurt is niet aanvaardbaar. Het is een moeilijk evenwicht tussen het creëren van nieuwe woonunits en het behouden van open ruimte. Er moet ook rekening gehouden worden met betaalbare woningen, zodat jonge gezinnen ook de kans hebben om een woning te kopen in Oostende. Echte inspraak van de omwonenden is essentieel om dergelijke projecten een kans op slagen te geven. Ambitie om te groeien, zoals aan de Oosteroever, mag nooit ten koste gaan van de natuur, de culturele identiteit en het huidige landschap .“

PVDA

PVDA is tegen hoogbouw en zegt dat Oostende op een gegeven moment volgebouwd is. Dirk Vanmassenhove: “Voor PVDA moet er geen hoogbouw meer bijkomen. Nieuwe projecten van bouwpromotoren zoals de luxueuze Oosteroeverontwikkeling kunnen niet. Er moet meer ingezet worden op woningen die betaalbaar zijn voor jonge gezinnen. Er moet bij dergelijke projecten altijd inspraak van onze inwoners. Bouwen is één zaak, maar er komt veel meer bij kijken dan enkel beton. Denk maar aan parkeerruimte of files. En er moet ook ernstig nagedacht worden of we in onze stad nog ruimte hebben. Op een gegeven moment is het ook vol.”

De O Mens

De O Mens is niet tegen hoogbouw en streeft naar evenwichten. Yves Miroir: “We moeten ervoor zorgen dat er geen open ruimte en waardevolle landschapsstructuren verloren gaan. We werken samen met milieu- en landbouwsectoren om open ruimte te behouden en hanteren het principe van de betonstop, waarbij woonuitbreidingsgebieden niet verkaveld worden. We kiezen voor verdichting binnen bestaande bebouwing en zijn niet tegen hoogbouw, maar willen wel in gesprek gaan over de betaalbaarheid ervan met vastgoed- en projectontwikkelaars. Nood aan extra ruimte wordt opgevangen door verdichting en verweving in wijken en buurten waar dit mogelijk en wenselijk is. We streven naar ruimteneutraliteit en een evenwicht tussen harde bestemmingen (wonen, economie, infrastructuur) en zachte bestemmingen (natuur, parken, landbouw). Bij kleine verkavelingen storten ontwikkelaars een bedrag in een stedelijk opgericht groenfonds voor groene investeringen en beleid in onze stad.”

Trots op Oostende

Trots op Oostende is niet tegen hoogbouw, maar wil dat niet in de woonwijken. Bart Tommelein: “Wist je dat slechts 15 procent van de oppervlakte van de stad wordt ingenomen door woningen? We zijn begrensd door de zee, de haven, de luchthaven en de Polders. Dat betekent dat er weinig open ruimte is. Dat vormt een uitdaging. Wij zijn voorstander van hoogbouw, op voorwaarde dat het totale plaatje klopt. Dat wil zeggen dat we in woonwijken geen hoogbouw zullen toelaten. Maar als we voldoende open ruimte willen en voor iedereen een kwaliteitsvolle woning, dan moeten we hoger bouwen. Ook op de site van het oud zwembad komt er geen hoogbouw. Ik wil wel even verduidelijken dat de hoogbouw op Oosteroever en aan het Albertpark beslissingen zijn die genomen werden door toenmalig burgemeester Vandecasteele. Dit stadsbestuur heeft geen extra open ruimte aangesneden.”

Vooruit

Vooruit wijst op de beperkte ruimte en de leefbaarheid en mobiliteit bij nieuwe projecten. John Crombez: “De uitbreiding in de hoogte is de laatste tien jaar fors gestegen. En dat er nog hoogbouw zal komen in Oostende is waarschijnlijk, want er zijn geen verkavelingen meer. Dit gezegd zijnde, wordt er best een plan op lange termijn gemaakt met een totaalvisie waar hoogbouw nog wel en niet meer kan. De leefbaarheid en de mobiliteit van een wijk moeten we daarbij steeds in gedachten houden. De torens op de Oosteroever gaan we niet meer afbreken, maar we kunnen wel iets doen om de wijk leefbaarder te maken en de fysieke verbinding te herstellen. Door bijvoorbeeld afgeschafte buslijnen weer in te voeren, maar ook door te onderzoeken hoe we over het water de wijken met elkaar verbinden. Een idee is bijvoorbeeld een beweegbare brug.”

N-VA

Ook N-VA is niet tegen hoogbouw. Charlotte Verkeyn: “Wij streven vooral naar kwalitatieve architectuur in Oostende. Er mag voor ons meer aandacht naar hoe een bouwproject zich ook afspiegelt in de omgeving. Wij hebben de indruk dat dit bij sommige projecten immers nog beter kan. Hoogbouw heeft voor ons bijvoorbeeld geen plaats in bepaalde buurten. Waar dit nog niet zou zijn vastgelegd in uitvoeringsplannen, mag dit voor ons wel vastgelegd worden. Anderzijds kan bouwen in de hoogte voor bedrijven juist een oplossing zijn om te kunnen omgaan met de beperkte ruimte die er is. We moeten ook de vrije, onbebouwde ruimte bewaken om te voorkomen dat deze aangesneden wordt. Er zijn daarvan wel al een aantal mooie voorbeelden in de stad, waar dit niet op verzet heeft gestoten, zodat dergelijke zaken wel gedragen worden.”