Onze steden en gemeenten zitten op een pot van 853 miljoen euro

De West-Vlaamse lokale besturen hebben het meeste cash én investeren het meest van alle Vlaamse provincies. (foto GF)
Laurens Kindt

De lokale besturen in onze provincie zitten op de grootste pot cash van Vlaanderen én ze investeren ook het hoogste bedrag per inwoner. Dat blijkt uit een studie van adviesorganisatie BDO.

West-Vlaamse lokale besturen zijn goede huisvaders. Dat blijkt alvast uit een grondige analyse van de gemeentefinanciën door adviesorganisatie BDO. Van alle Vlaamse provincies zitten wij op de grootste pot cash. De West-Vlaamse lokale besturen sloten boekjaar 2024 af met in totaal 853 miljoen euro aan beschikbare middelen. Dat is een pak minder dan in recordjaar 2023 met 942 miljoen euro, maar nog altijd een flinke som. Omgerekend klokken we in 2024 af op net geen 700 euro per inwoner.

Volgens BDO zijn de lokale besturen zelfs iets té goed bezig want de liquiditeitsratio, die aangeeft hoe goed men financiële verplichtingen op korte termijn kan nakomen, lag te hoog. “Een cijfer boven de 1 geeft aan dat het met die ratio goed zit, een cijfer boven de 3 is eigenlijk ‘te goed’ en betekent dat er optimalisaties nodig zijn. West-Vlaanderen eindigde 2023 met 3,08 en kon dit terugbrengen naar 2,57”, klinkt het bij BDO.

Kampioen in investeren

Onze lokale besturen zijn ook investeringskampioenen, zo blijkt. In 2024 gaven we 631 miljoen euro uit, ofwel omgerekend 515 euro per inwoner. Dat is het hoogste bedrag van alle Vlaamse provincies en ver boven het gemiddelde van 415 euro per inwoner. Tegelijkertijd bleef de leninglast zo goed als stabiel, op zo’n 1.530 euro per inwoner.

Dat er in verkiezingsjaar 2024 heel wat geïnvesteerd én gerealiseerd werd, hoeft niet te verbazen. BDO waarschuwt echter voor de uitdagingen van de toekomst. “De uitdagingen die op de besturen afkomen, kan je beschouwen als een financiële stresstest”, zegt Bert Gijsels van BDO. “De inkomsten staan onder druk, onder andere door het regeerakkoord dat ervoor zorgt dat de inkomsten uit de personenbelasting zullen stagneren tegen 2030. Door de beperking van de werkloosheid in de tijd zal de druk op de OCMW’s daarnaast ook toenemen. Reken daar de stijgende pensioenlast bij en dan weet je dat een realistische budgettering noodzakelijk is”, klinkt het.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise