Nieuw subsidiereglement voor jeugd-, sport- en cultuurverenigingen
De gemeenteraad keurde maandag, na een lang participatietraject, een nieuw reglement goed voor de subsidiëring van jeugd-, sport- en cultuurverenigingen. De eerste subsidieronde maakte duidelijk dat het nieuwe reglement een uitstekende basis is, mits een aantal bijsturingen.
“Het nieuwe reglement moest de planlast voor zowel verenigingen als voor de betrokken stadsdiensten verlagen. Een ander uitgangspunt was een duidelijke verschuiving van kwantiteit naar kwaliteit bij het beoordelen van activiteiten die in aanmerking komen voor subsidies. Na een eerste subsidieronde in het werkjaar van 1 juli 2021 tot 30 juni 2022, bleek dat er inderdaad een duidelijke tijdwinst is voor alle partijen bij het behandelen van de dossiers. Verenigingen worden ook gestimuleerd om meer in te zetten op kwaliteit”, aldus schepen van Jeugd Ben Desmyter (CD&V).
“Alleen is er soms een te groot verschil tussen de uitbetaalde subsidies nu en vroeger, volgens het oude reglement. Vooral voor enkele sportverenigingen is de verhouding tussen kwaliteit en kwantiteit niet in balans”, voegde Sportschepen Klaas Verbeke (CD&V) eraan toe.
Kleine aanpassingen
“Daarom worden enkele aanpassingen doorgevoerd. Voor de algemene subsidies krijgen verenigingen met veel leden een hoger subsidiebedrag. Er wordt meer ingezet op inclusieve werking en enkele toneelverenigingen en competitiesportclubs krijgen een lager basisbedrag. Voor de specifieke, of plussubsidies, zijn er bij Jeugd en Cultuur kleine aanpassingen”, zei Cultuurschepen Loes Vandromme (CD&V).
Jeugdverenigingen met veel activiteiten krijgen een hoger bedrag en er wordt extra ingezet op vorming. Cultuurverenigingen krijgen voortaan ook subsidies voor tentoonstellingen, er is extra inzet op jeugdwerking en lagere inzet op activiteiten met een externe begeleiding. Er wordt ook onderscheid gemaakt tussen opvoeringen met meer of minder dan dertig leden.
Plussubsidies sport
De plussubsidies voor sportverenigingen werden volledig herwerkt. De kwalitatieve en kwantitatieve criteria om een subsidie toe te kennen komen tot een 60-40 verhouding in plaats van de huidige 2-98. Verenigingen die de kwaliteit van hun werking verhogen worden zo beloond. De berekening wordt ook transparanter, zodat verenigingen bij hun aanvraag al een idee hebben van het bedrag waar ze recht op hebben.
“De kwaliteit van activiteiten wordt beoordeeld op basis van het diploma van de sporttechnische begeleiders en het aantal uren begeleiding. Die beoordeling is aangepast volgens leeftijdsgroep. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met bijscholingen die de vereniging volgt of organiseert, sportkampen, extra gratis sportactiviteiten voor leden en de aanwezigheid van gediplomeerde jeugdsportcoördinatoren”, aldus nog schepen Verbeke.
De kwantiteit wordt beoordeeld op basis van het aantal uren georganiseerd aanbod. Hier wordt ook een onderscheid tussen de leeftijdsgroepen gemaakt. Wedstrijden wegen zwaarder door dan trainingen en de jeugdwerking weegt zwaarder door dan de volwassenenwerking. Het nieuwe reglement is al van toepassing voor de dossiers voor het werkjaar 1 juli 2022 – 30 juni 2023. Verenigingen kunnen hun aanvraag nog tot 1 oktober 2023 indienen.
Bram Meeuw (Open VLD) vroeg uitstel van het punt, omdat er onvoldoende uitleg werd verstrekt aan de diverse adviesraden. Maar volgens de schepenen werden alle nodige trajecten doorlopen, en alle vragen beantwoord. Bovendien is er nog een jaar evaluatie mogelijk. De Liberalen stemden tegen, N-VA en Vlaams Belang onthielden zich.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier