Het gemeenterapport van Ieper: Het imago van vredesstad kreeg een flinke knauw

Een betonnen stadsplein vol parkeerplaatsen is volgens heel wat Ieperlingen niet meer van deze tijd. © TOGH
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Op zondag 13 oktober mag je weer kiezen wie de komende zes jaar je stad zal leiden. Maar hoe heeft het huidige stadsbestuur het gedaan? Welke projecten werden gerealiseerd, welke op de lange baan geschoven? Wat pakte het bestuur goed aan, waar werd geflaterd? Je ontdekt het in dit gemeenterapport.

Wat gebeurde er bij de vorige lokale verkiezingen in 2018?

Het overlijden van schepen Patrick Benoot (Open Ieper) op 13 juli zorgde voor een trieste laatste wijziging in de gemeenteraad. Op 3 september legde Astrid Depuydt de eed af als zijn opvolgster. Burgemeester Emmily Talpe (Open Ieper) en schepenen Philip Bolle (Vooruit), Diego Desmadryl (Open Ieper), Valentijn Despeghel (Vooruit), Ives Goudeseune (Vooruit), Eva Ryde (N-VA) en Dimitry Soenen (N-VA) kwamen de legislatuur door zonder veel kleerscheuren. In de oppositie waren er wel enkele personeelswissels. Bij CD&V gooiden oud-schepen Dieter Deltour en Els Morlion de handdoek in de ring. Zij werden opgevolgd door Miguel Gheysen en Hans Feys. Bij Groen koos Veerle Billiau ervoor om haar zetel door te geven aan Sam Vancayseele en Diederik Vandenbilcke volgde Jordy Sabels op. Nancy Six vertrok met slaande deuren bij Vlaams Belang en zetelt sinds april 2020 samen met Saskia Dehollander als Ieper2030. Met de verkiezingen in zicht sloot ze weer vrede met VB, al blijft het duo tot het einde van de legislatuur zetelen onder de naam Ieper2030. De aankondiging van de stadslijst Team Ieper veranderde weinig aan de dynamiek.

Lees verder onder de verkiezingsuitslag van 2018

Wat waren de belangrijkste realisaties?

De aanleg van ‘proefrotondes’ aan de kruispunten Steverlyncklaan/Meenseweg en Kalfvaart/Brugseweg wierpen op vlak van doorstroming hun vruchten af, al zij het na respectievelijk vijf en drie jaar nog steeds als proef. Ook de komst van de fietssuggestiestroken op de Grote Markt en in de Rijselstraat viel in goede aarde bij de Ieperlingen. Op de kar springend van de nieuwe sporthype kwamen er padelvelden bij het zwembad, maar het is vooral het nieuwe skatepark dat geprezen wordt. Het nieuwe kunstenhuis en de komst van enkele galerijen zorgde ervoor dat de Rijselstraat een soort kunststraat geworden is. Op economisch vlak zorgt het doorbreken van de patstelling rond industrieterrein Hoge Akker op korte termijn voor de nodige ruimte voor ondernemen. Minder zichtbaar is ook dat heel wat sociale woningen gerenoveerd werden en dat er met De Wissel een LDC werd gerealiseerd naast de voedselbedeling Op ’t Spoor. Het tijdelijke opvangcentrum voor Oekraïense vluchtelingen was een lovenswaardig initiatief. De afwerking van de Leet een belangrijke realisatie, met een glansrol voor de fonteinen (als ze werken) en het speelpleintje in het Astridpark.

Waar sloeg het gemeentebestuur de bal mis?

Er was echter niet alleen lof voor de nieuwe Leet. Veel Ieperlingen zijn het erover eens dat zo’n betonnen stadsplein en wildgroei aan parkeerplaatsen niet meer van deze tijd is. De afwerking van het Sint-Maartensplein sleepte bovendien heel lang aan. Eerst door de vondst van eeuwenoude Ieperlingen die er begraven lagen, later door slecht weer en een gebrek aan kasseileggers. Alle oppositiepartijen hadden er een stevige kluit aan, maar vooral CD&V klopte het hardst op tafel. Bij monde van Peter De Groote haalde de partij meermaals de malaise in de binnenstad aan: de leegstand van winkelpanden, woekerend onkruid, te lakse opvolging van het terrasbeleid, lelijke vuilbakken op de Grote Markt… Het imago van vredesstad kreeg ook een knauw. Er is nog geen spoor van het beloofde vredesmonument, het bestuur blijkt machteloos tegen haatspraak op de IJzerwake en ook de negatieve reactie op de komst van een tijdelijk asielcentrum in de legerkazerne kon op weinig begrip rekenen bij de vredesbeweging in Ieper. Het dumpen van een coalitiepartner meer dan een jaar voor het einde van de legislatuur deed de dynamiek in het bestuur ook allesbehalve goed.

Hoe blikken we terug op de voorbije zes jaar?

Door in het begin van de legislatuur maar liefst 151 actiepunten te formuleren legde het nieuwe stadsbestuur de lat hoog. De uitbraak van de pandemie zorgde er echter voor dat men bijna drie jaar in crisismodus moest werken, waardoor er minder kon worden gerealiseerd dan gehoopt. Een aantal projecten zijn lopende of staan in de steigers, zoals het nieuwe zwembad, de afwerking van de Dikkebusseweg, de dorpskern van Boezinge, het Jan Yperman Park en de herinrichting van de site van het voormalige openluchtzwembad… Er is ook een lange lijst aan niet-gerealiseerde projecten, zoals herinrichting van de Maloulaan, een nieuw fietspad Dikkebus-De Klijte, de aanleg van het wandel- en fietspad in de Plumerlaan… Door de ontstane fricties na de aankondiging van de stadslijst lijkt het ook alsof de meerderheid al meer dan een jaar aan het aftellen is naar het einde van de legislatuur. Nochtans ziet het ernaar uit dat het volgende bestuur zich vooral zal moeten bezighouden met het uitvoeren van de al opgestarte projecten. Zowat elke partij is het erover eens dat er in de volgende bestuursperiode amper ruimte zal zijn voor extra investeringen.