Het gemeenterapport van Brugge: Goed wonen in warme stad, maar massatoerisme wekt wrevel

Een van de grootste prestigeprojecten van het stadsbestuur is gelukt: de Ronde van Vlaanderen start opnieuw in Brugge. © BELGA

Op zondag 13 oktober mag je weer kiezen wie de komende zes jaar je stad zal leiden. Maar hoe heeft het huidige stadsbestuur het gedaan? Welke projecten werden gerealiseerd, welke op de lange baan geschoven? Wat pakte het bestuur goed aan, waar werd geflaterd? Je ontdekt het in dit gemeenterapport.

Wat gebeurde er bij de vorige lokale verkiezingen in 2018?

CD&V behaalde 31,9 procent van de stemmen en haalde als grootste partij 17 van de 47 zitjes binnen. Brugge toonde zich opnieuw een katholiek bastion. Slechts twee keer in de naoorlogse politieke geschiedenis was dit niet het geval. Dirk De fauw kroonde zich tot populairste politicus met 15.289 voorkeursstemmen en liet uittredend socialistisch burgemeester Renaat Landuyt (8.633 stemmen) ver achter zich. Laatstgenoemde moest zijn burgemeesterssjerp afstaan aan zijn grote politieke rivaal.

De toenmalige SP.A (nu Vooruit) kon slechts 19,4 procent van de Bruggelingen overtuigen en moest genoegen nemen met tien zitjes in de gemeenteraad en tweede viool spelen in het stadsbestuur. Renaat Landuyt nam afscheid van de politiek, zijn partijgenoot Pablo Annys werd OCMW-voorzitter. Open VLD Plus, de derde coalitiepartner, behaalde 13,3 procent van de stemmen, wat die partij zes zetels opleverde. De voorbije zes jaar bestond de politieke oppositie uit drie partijen: N-VA (11,7 procent) en Groen (10,8 procent) hadden elk vijf verkozenen, Vlaams Belang (9,2 procent) vier verkozenen in de gemeenteraad.

Lees verder onder de verkiezingsuitslag van 2018

Wat waren de belangrijkste realisaties?

Burgemeester Dirk De fauw gaat er prat op dat Brugge een warme stad is, waar het goed wonen, leven en werken is. De cijfers van de stadsmonitor, de driejaarlijkse burgerbevraging door het Agentschap Binnenlands Bestuur, geven hem gelijk: het vertrouwen in het stadsbestuur is gestegen.

De Ronde van Vlaanderen start opnieuw in Brugge, om de twee jaar, afwisselend met Antwerpen. In 2023 en 2024 is Brugge de gaststad voor De Warmste Week. De nieuwe expohal BRUSK rijst op, Brugge heeft een nieuwe atletiekpiste en een nieuw beursgebouw met congrescentrum (BMCC). Ook deelgemeenten krijgen nieuwe infrastructuur: Scharphout in Lissewege, de herinrichting van De Platse in Sint-Andries. Er werd sterk geïnvesteerd in parken en in de bebloeming van Brugge, waardoor de stad kleurrijker geworden is.

De havens van Zeebrugge en Ant-werpen gingen een fusie aan, wat vroeger niemand voor mogelijk hield. Stadsdiensten, OCMW en politiemedewerkers pakten solidair de coronacrisis aan en bemanden een goed functionerend vaccinatiecentrum.

Waar sloeg het gemeentebestuur de bal mis?

Voor de ‘rechtse’ partijen (Vlaams Belang en N-VA) zet het stadsbestuur onvoldoende in op veiligheid. Ze eisen een hardere aanpak van drugmisbruik en van geweld in uitgaansbuurten en aan het station. Het draagvlak voor het massatoerisme begint te verbrokkelen, al zijn er nog geen toestanden zoals in Venetië en Barcelona. Het evenwicht tussen bewoners en bezoekers dreigt verloren te gaan.

Volgens Groen wordt de visietekst Klavertje Vier niet uitgevoerd. De plannen om sociale woningen te bouwen op watergevoelige grond werden onder druk van buurtbewoners afgevoerd. De Raad voor Vergunningsbetwistingen schrapte het inderhaast gewijzigde parkeerplan in het stadiondossier. Het nieuwe bussenplan van De Lijn veroorzaakte een storm van protest. Als voorzitter van de Brugse vervoersregio probeerde Dirk De fauw de brokken te lijmen met door de stad betaalde shuttlebusjes. Musea Brugge mocht aan politiek activisme doen, het stadsfestival Moods! werd opgedoekt omdat Cactus geen extra budget kreeg. Het stadsontwikkelingsplan is niet geactiveerd, Brugge heeft geen armoede- en woonbarometer.

Hoe blikken we terug op de voorbije zes jaar?

Brugge werd de voorbije zes jaren goed bestuurd, zeker in vergelijking met andere gemeenten die met een schuldenberg zitten. Door corona, de energiecrisis en de stijging van de personeelskosten is het spaarpotje van de stad Brugge wel op. Dat verplicht Brugge om de komende jaren zuinig om te springen met het belastinggeld. Een grote uitdaging, zeker in het kader van klimaatopwarming, vergrijzing en toenemende armoede.

Opvallend was dat het stadsbestuur kritiek te slikken kreeg in domeinen waarin het weinig in de pap te brokken heeft: het openbaar vervoer en het stadiondossier. Ecologie en economie blijken nog altijd moeilijk te verenigen, gelet op de vele gerechtelijke procedures omtrent het aantasten van de groene rand rond Brugge voor bedrijventerreinen en een voetbalstadion.

Op cultureel vlak zal Brugge in de volgende legislatuur een tandje moeten bijzetten. Het verdwijnen van het stadsfestival Moods!, de te ingetogen Triënnale zonder eyecatcher en de politieke commotie rond het eigengereide optreden van Musea Brugge brengen de kandidatuur voor Europese Culturele Hoofdstad in 2030 gevaar.