De keuze van de stad om op korte termijn enkel een nieuw binnenzwembad te voorzien, zinderde maandagavond nog na op de gemeenteraad. In een actualiteitsdebat hakten de oppositiepartijen zwaar in op het feit dat er voorlopig geen nieuw openluchtzwembad ingepland staat. Dat burgemeester Grymonprez (STiP+) plots meldde dat er in een laatste fase van het bouwproject mogelijk toch nog ruimte is voor een kleiner buitenbad of een zwemvijver maakte het voor de aanwezigen helemaal verwarrend. “Wat is het nu? U draait precies met de wind…”
“Vandaag geven we 100% voorrang aan een binnenbad”, liet burgemeester Kurt Grymonprez (STiP+) drie weken geleden optekenen in de media. Het was het eerste duidelijke teken waar de stad met het nieuwe zwembad naar toe wilde, na enkele weken van welles-nietes-discussies over het al dan niet integreren van een buitenbad. De oppositie verwees daarvoor al naar een beslissing van het schepencollege op 24 februari waarin stond dat er geen buitenbad komt, maar in de daaropvolgende gemeenteraad zei de burgemeester dat er nog niets definitief afgeklopt was. Tot op 9 april dus de mededeling volgde dat de combinatie van beide baden financieel niet haalbaar is, zelfs niet met de te verwachten subsidies.
Onbegrip bij oppositie
Die steeds wisselende communicatie nam de oppositie tijdens een pittig debat op de gemeenteraad op de korrel. “Volgens cijfers van het studiebureau bedraagt de investeringskost voor een nieuw buitenbad éénmalig 1,8 miljoen euro”, had raadslid Karen Pollefeyt (N-VA) opgezocht. “De jaarlijkse uitbatingskost is 67.000 euro, waarin de energiekosten en loonkost voor redders en veiligheidspersoneel in zit vervat. Die investering kan de stad zeker dragen.”
Het raadslid vroeg de stad om een goed dossier voor te bereiden voor de zwembadensubsidie van N-VA-minister Annick De Ridder en de Vlaamse regering. “Bij een positieve beoordeling krijgt de stad dan 4,5 miljoen euro subsidie, jaarlijks 150.000 euro gedurende dertig jaar”, rekende ze uit. “Dat is ruim voldoende om de kosten te dekken. Stop dus met u te verschuilen onder de paraplu dat een buitenbad niet betaalbaar is. Het is een duidelijk politieke keuze van deze meerderheid om de Izegemnaars hun buitenzwembad af te pakken. En dat is duidelijk niet hoe wij onze stad zouden besturen. Want dat bad is een trekpleister voor Izegem, uniek in de regio.”
Cd&v heeft het over een “gebrek aan transparantie”. “Er is geen inspraak voor sportclubs, verenigingen of burgers bij zo’n belangrijke keuze”, meent Dries Dehaudt. “Het college verzwijgt bewuste keuzes voor de raad, zie ook hun beslissing van 24 februari in het schepencollege om het buitenbad te schrappen. De commissie wordt zo gedegradeerd tot een lege doos. In jullie kiesprogramma werd nochtans beloofd een buitenbad te voorzien. Conclusie: de Izegemnaar betaalt straks vijf keer meer om in andere steden in open lucht te gaan zwemmen. Als deze meerderheid het buitenbad vandaag opgeeft, dan komt het nooit meer terug.”
Dat op heden nog niet is onderzocht voor welke subsidies de stad in aanmerking kan komen voor een buitenbad stuit ook Vooruit-Groen voor de borst. “Net als potentiële samenwerkingen met buurgemeentes”, vindt Julie Vandewatere. “Er is geen voldoende aanbod in de ruime omgeving. Er is dus zeker een vraag, ook van de inwoners zelf. Er is onvoldoende denkwerk gebeurd en nog niet alle financiële info is er. Vergeet ook niet dat het buitenbad voor mensen in armoede een betaalbare vrijetijdsbesteding is. We geloven in het recht op zwemmen voor jong en oud. Dit afnemen als enige gelegenheid is schandalig. Zwemmen is een sociale noodzaak. Het argument is niet: “er is geen geld”. Het is heel duidelijk: “er is geen wil”. Waar geen wil is, is inderdaad geen weg.”
Keuzes maken
Burgemeester Kurt Grymonprez (STiP) zegt dat er de voorbije zes jaar een stilstand in het dossier is geweest. “De commissie is vorig jaar amper twee keer bijeen gekomen. Het resultaat was vier niet realiseerbare scenario’s, te dicht naar de bewoning in de Krekelstraat toe en er was ook geen parking voorzien. We erfden ook dossiers als de Cultuurfabriek en evenementenhal, die nog niet gerealiseerd zijn. We willen die ook aanpakken en dus moeten we keuzes maken. We moeten financieel zaaien naar de zak. Willen we ook die andere projecten realiseren, en dat is zo, dan is een binnenbad op korte termijn het allerbelangrijkste. De kuip staat letterlijk op ontploffen. Eind 2027 moet het binnenbad dicht en trekt Farys er zijn handen van af.”
Sportschepen Jan Dierickx-Visschers haalde er nog notulen bij waaruit blijkt dat de vorige meerderheid in het verleden ook al liet optekenen dat de keuze voor een binnenbad prioritair is op dat van een buitenbad. “Het vorig bestuur heeft enkel tijdens de campagne van de gemeenteraadsverkiezingen het geweer van schouder veranderd”, klonk het.
Nog niet definitief uitgesloten
Op het eind van zijn betoog verwees de burgemeester naar een beslissing van het schepencollege op 14 april. “Daaruit blijkt dat we het buitenbad nog niet definitief opgeven”, zegt hij. “We gaan voor het volledige masterplan uit van een zeer doorgedreven en duidelijk afgebakende fasering van de uitvoering. We voorzien vier fases, die niet noodzakelijk in chronologische volgorde aan bod gaan komen: de eerste is de afbraak van het bestaande buitenbad en op die locatie de bouw van een nieuw binnenbad met cafetaria, de tweede fase omhelst een nieuwbouw of grondige renovatie van de overige sportgebouwen, met de noodzakelijke afbraak van het huidige binnenbad. In fase 3 vernieuwen, verleggen of passen we de parkeerplaatsen en het openbaar domein aan. In een vierde en laatste fase volgt de aanleg van een betalende openluchtruimte naast het overdekte zwembad, met – afhankelijk van de financiële mogelijkheden op dat moment – later een keuze qua functies voor deze ruimte: een ligweide, (klein) openluchtbad, zwemvijver, speelplein, enzovoort. We sluiten een buitenbad dus niet uit, maar niet op vandaag. We betreuren dan ook dat nu een debat wordt gevraagd terwijl we pas om 6 mei een realistisch scenario gepresenteerd krijgen van Farys en er aansluitend op 15 mei een commissie gepland staat.”
Dat laatste zorgde voor olie op het vuur bij de oppositie. “Wat is het nu? Eerst komt het bad er wel, dan weer niet, dan weer wel…U draait duidelijk met de wind. Waar is de visie? Toon ons dat en zeg niet dat het financieel niet haalbaar is, want het kan wel”, gaf Karen Pollefeyt nog mee.