De drie lessen voor onze lokale politici: dit hebben we geleerd uit de flitspeiling

© (cartoons Hans Vanneste)
Laurens Kindt

Welke lessen kunnen onze lokale politici trekken uit de peiling van De Krant van West-Vlaanderen? We legden de vraag voor aan drie experts en filterden de resultaten in drie concrete acties. Dames en heren politici: u hebt nog exact één jaar.

1. Staar je niet blind op de sjerp

“Wat als iemand op plaats negen van de populairste lijst plots de meeste stemmen blijkt te hebben? Wil die dan niet gewoon gemeenteraadslid blijven?” Het is een van de vele bedenkingen die onze respondenten maakten bij de vraag of ze gewonnen zijn voor de rechtstreekse burgemeestersverkiezingen. Hoewel de meerderheid voorstander is van het systeem, zorgt het ook voor twijfel. “Dit systeem zorgt ervoor dat het nog meer over de postjes zal gaan dan anders”, is een andere bedenking. Op de achtergrond speelt duidelijk het gevoel dat partijen moeten beseffen dat er op 13 oktober niet alleen een nieuwe burgemeester, maar een volledig nieuwe gemeenteraad gekozen wordt.

Dat partijen nu al samensmelten tot kartels of team-burgemeester-partijen voedt alleen maar het vermoeden dat partijen er alles aan doen om de grootste te worden en zo rechtstreeks de burgemeester te kunnen leveren. “Het is begrijpelijk dat je lokaal focust op de figuur van de burgemeester”, nuanceert politicoloog Herwig Reynaert.

“Dat blijft toch de bekendste figuur in de gemeente. Voor een schepenambt speelt dat al veel minder, voor een gemeenteraadslid al helemaal niet meer. De campagnes van politieke partijen zijn dan verpersoonlijkt, ze spitsen zich meer toe op figuren dan op ideeën. Maar het blijven gemeenteraadsverkiezingen en geen burgemeestersverkiezingen. Ik pleit dan ook voor een versterking van de gemeenteraad op zich en van het statuut van de raadsleden.”

De spoeling wordt een beetje dun, ziet ook reputatiecoach Jeroen Wils. “De kwaliteit van lokale bestuurders is niet altijd even hoog. Je vindt steeds minder en minder jonge, dynamische mensen die bereid zijn om zich voor een politieke functie te engageren. Je kan je tijd en inzet in de privé-sector beter gewaardeerd zien. Door die beperkte instroom van vers bloed krijg je uiteindelijk mensen in een gemeenteraad die niet altijd beantwoorden aan de minste kwaliteitsvereisten”, zegt hij.

Door het verlies aan kwaliteit in de gemeenteraad spelen raadsleden van de oppositie ook vaak niet meer de rol die ze moeten spelen, namelijk die van democratische controleurs van de beslissingen van de meerderheid. “Er zijn veel te weinig dwarsliggers in de politiek, tegensprekers die een mandaat hebben om het beleid tegen het licht te houden. Een politicus met enig gezag moet zich niet laten omringen door ja-knikkers – zoals nu al te vaak het geval is – maar door mensen die hem of haar helpen om in te schatten hoe een beslissing zal overkomen bij het publiek”, zegt Wils.

2. Luister naar de jongeren

Van alle leeftijdscategorieën die bevraagd werden in de flitspeiling, zijn er bij de jongeren (20-29 jaar) nog het meeste zwevende kiezers te vinden. Met meer dan 90 procent van de jongeren die ja of waarschijnlijk antwoorden op de vraag of ze gaan stemmen, zullen er veel jongeren een bolletje kleuren. Alleen: ze weten nog niet welk. Dat maakt van de jongeren een bijzonder interessante doelgroep voor politici om campagne rond te gaan voeren.

“Het is op zich niet abnormaal dat veel jongeren nog onbeslist zijn. Voor sommigen onder hen zal het ook de eerste keer zijn dat ze mogen stemmen en ze zijn ook minder geïnformeerd over de politiek dan de oudere generaties. We zien ook vaak dat jongeren wachten tot het allerlaatste moment om hun stem vast te leggen, terwijl oudere generaties veelal gewoontekiezers zijn”, zegt politicoloog Herwig Reynaert.

Uit onze bevraging blijkt bovendien dat die jongeren met andere dingen bezig zijn dan de rest van het kiespubliek. Ze kiezen vaker op basis van het partijprogramma en stellen andere thema’s voorop. Veilige en leefbare buurten is bij alle leeftijdscategorieën hét centrale verkiezingsthema, behalve bij de kiezers tussen de 20 en 29 jaar oud. Zij zetten betaalbaar wonen met stip op één. Een thema dat nu niet meteen in de verkiezingsdebatten op radio of televisie veel aandacht krijgt.

“En toch is het een thema dat wel leeft. In iedere centrumstad is betaalbaar wonen een thema, al is het veel minder zichtbaar. Jongeren zijn bezorgd of ze nog wel een huis zullen kunnen kopen in hun gemeente, ouderen hebben diezelfde zorg voor hun kleinkinderen. Het is een thema dat intergenerationeel werkt. Alleen is het natuurlijk wel zo dat lokale besturen de betaalbaarheid van wonen niet volledig zelf in handen hebben”, zegt Reynaert.

Goed, er zijn dus stemmen te halen bij de jongeren en we weten dat ze vooral bezig zijn met woonbeleid. Maar hoe bereik je die jongeren? “Nu de opkomstplicht afgeschaft is, moet je ervoor zorgen dat mensen jou als politicus kennen en dat geldt zeker voor de jongste doelgroep van kiezers”, zegt sociale media-strateeg Nadja Desmet.

“Ik mag dan ook hopen dat de campagne zich meer en meer op jongeren zal toespitsen. Sociale media zijn dan dé tools om in te zetten. Van de vorige gemeenteraadsverkiezingen zei men achteraf dat het de eerste Facebook-verkiezingen waren geweest, nu zien we dat heel wat politici die les begrepen hebben en zich permanent bijscholen over het gebruik van sociale media. Dat is niet zomaar je folder online gooien, dat is in interactie gaan met je kiespubliek om zo de bezorgdheden te capteren en naambekendheid te genereren. Sociale media zijn het dorpsplein van vandaag, met dat verschil dat de stille meerderheid er sneller zijn stem zal laten horen dan in het echte leven.”

Desmet vermoedt dat, naast Facebook, ook Instagram en TikTok meer en meer ingezet zullen worden om jongeren aan te spreken. “Ik kan daarbij één goeie raad geven: ga daar niet lastminute en à l’improviste mee aan de slag. Doe dat transparant, authentiek en liefst op de lange termijn. In de laatste weken voor de stembusslag een paar geforceerde filmpjes online gooien, daar ga je niet ver mee springen.”

3. Herstel het vertrouwen van de kiezer

Naast antwoorden op concrete vragen over de gemeenteraadsverkiezingen, mochten onze respondenten hun lokale politici ook concrete tips meegeven. 220 mensen namen ook de moeite om dat te doen. In de top-vijf van de populairste raadgevingen: luister naar de bevolking, wees eerlijk en denk aan de mensen, niet aan jezelf. Uit de toelichting die onze respondenten daarbij gaven, blijkt overvloedig dat er niet alleen in de Wetstraat, maar ook in de Dorpstraat stilaan een vertrouwenskloof gaapt tussen de kiezers en hun politieke vertegenwoordigers. Wees eerlijk en correct, geen vriendjespolitiek!, Politiekers moeten stoppen met hun zakken te vullen en moeten meer aan de eigen bevolking denken: het zijn maar enkele van de commentaren die we kregen.

Werk aan de winkel dus, om dat vertrouwen te herstellen. “Niet alleen politici kampen daarmee, er is al jaren een vertrouwenscrisis bezig bij alle soorten leidinggevenden. Iedereen en elke sector met enige vorm van macht of gezag kampt daarmee: de bedrijfswereld, de media en dus ook de politici. In onzekere tijden van economische crisis en oorlog is dat nog meer zo”, zegt reputatiecoach Jeroen Wils.

“Mensen voelen zich ongelijk behandeld. Wie meer macht en gezag heeft, mag meer dan de gewone werkmens: dát gevoel. Dat is nu ook doorgedrongen naar het lokale niveau. De enige weg vooruit om uit die situatie te komen, is die van de radicale transparantie en de radicale integriteit. Dat zijn de basisingrediënten om dat vertrouwen terug te winnen. Transparantie is nodig omdat mensen meer en meer het gevoel hebben dat ze niet gehoord en gezien worden. Beslissingen moeten meer in mensentaal uitgelegd worden en je moet als politicus heel helder zijn in je communicatie over hoe je tot bepaalde beslissingen bent gekomen. Als het bijvoorbeeld drie jaar heeft geduurd voor je eindelijk een verlichtingspaal hebt kunnen plaatsen op plaatsen waar de bevolking daarom vroeg, dan moet je kunnen uitleggen waarom dat zo lang heeft geduurd. Mensen verwachten dat, en ze verdienen dat ook”, zegt Wils.

Ook op vlak van integriteit zijn er nog grote stappen te zetten. Maar liefst 48 procent van de respondenten gaf ook aan dat hun vertrouwen in de lokale politiek is aangetast door de burgemeesters die recent in opspraak kwamen omwille van verdachte vastgoeddeals, zoals het geval is in Moorslede, Meulebeke, Oudenburg en Staden. “Mocht zo iemand bij mij komen voor advies, dan zou ik eerst gaan kijken wie die mens écht is. Politici spelen vaak een rolletje, proberen een imago hoog te houden. Wie zijn reputatie zuiver wil houden, moet eerst naar zichzelf kijken. Pas dan kan je gedrag stellen dat daarbij aansluit en kan je aan geloofwaardigheid winnen”, zegt Jeroen Wils.

“Ik ben er zeker van dat de verhalen over die burgemeesters in die gemeenten gevolgen zullen hebben in het stemhokje”, zegt ook politicoloog Reynaert. “Het is duidelijk dat dit geen goede zaken zijn voor het vertrouwen in de politiek. Afhankelijk van de juridische afloop zal het ook bepalend zijn voor hun verdere carrière en zelfs – mochten ze bijvoorbeeld van de lijst verdwijnen of net een dreun van de kiezer krijgen – voor de toekomst van hun partij. Het is aan hen om het vertrouwen terug te winnen. Dat lijkt me niet onoverkomelijk.”

Hoe gingen we te werk?

Voor deze exclusieve peiling bevroeg De Krant van West-Vlaanderen duizend West-Vlamingen. Dat gebeurde aan de hand van een zogenaamde flitspeiling: een korte enquête op Facebook en Instagram, mee georganiseerd door Sociale Media Buro uit Tielt. Alle resultaten werden door professioneel peiler Aart Paardekooper gewogen op geslacht, leeftijd en regio om zo tot een representatieve afspiegeling van de bevolking te komen. Alle open antwoorden werden bovendien één voor één geanalyseerd. De resultaten van deze flitspeiling hebben een betrouwbaarheidsmarge van 95 procent.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier