Dat het cordon sanitaire op lokaal vlak ‘bullshit’ is. Dat een nieuwe fusieronde de kloof met de burger geen goed zou doen. Dat lokale mandatarissen te weinig verdienen in vergelijking met parlementsleden. Dat voorakkoorden eigen zijn aan de politiek. Lees vooral verder, want Gauthier Defreyne, de jongste burgemeester van onze provincie, blaast vele heilige huisjes omver in zijn ‘maideninterview’ met deze krant.
Gauthier Defreyne was amper 29, toen hij drie jaar geleden de tricolore sjerp van Gistel om zijn middel gordde. De Open VLD’er werd zo de jongste burgemeester van onze provincie. Hij nam de fakkel over van partijgenoot Francesco Vanderjeugd van Staden, die één lente meer telt. Vandaag, halfweg de legislatuur, is een prima tijdstip voor een grondige kennismaking met de jongeman, zo vinden wij. We hebben afspraak in het stadhuis. Een eerste vooroordeel mag meteen de prullenmand in. Defreyne zit strak in het (blauwe) pak, mét aangepaste das. Geen hippe sneakers voor deze millennial. “Een burgemeester heeft een voorbeeldfunctie en daarbij hoort deftige kledij”, zegt hij afgemeten. Of hij het dan fout vindt dat een partijvoorzitter zoals Conner Rousseau sneakers draagt? Defreyne lacht. “Neen, zeker niet. Elk zijn stijl. Wie ben ik om te zeggen dat hij van stijl moet veranderen? Ik vind een pak en een das wel belangrijk voor mijn functie.”
U bent de jongste burgemeester van West-Vlaanderen. Wat doet deze titel met u?
“Je bent daar natuurlijk fier op, maar ik word daar zelden mee geconfronteerd. De eerste maanden werd wel eens raar opgekeken. Zal die jonge gast dat wel kunnen, zullen sommigen gedacht hebben. Bovendien ben ik maar informaticus en geen advocaat of notaris zoals veel anderen. Gelukkig is die argwaan snel verdwenen. Als je goed voorbereid op vergaderingen verschijnt en je durft je mond open te doen, dan dwing je snel respect af.”
Voelt u een leeftijdskloof met collega’s?
“Neen, zelden. Ik voel vooral voordelen. Ik ben ten eerste nieuw in de politiek. Dat betekent dat ik met een open blik naar de dingen kan kijken. Bovendien ben ik helemaal mee met sociale media. Ik reageer ook zelf als de mensen mij iets vragen. Dat wordt gewaardeerd. Veel collega’s zijn daar minder mee bezig.”
U doet Facebook en Instagram, maar geen Twitter.
“Twitter is vooral nationale politiek. Dat boeit mij niet. Ik ben een lokaal politicus.”
We zijn halfweg de legislatuur. Wat is uw voorlopige balans?
“Dat een burgemeester écht het verschil kan maken voor de mensen. (enthousiast) Ik doe het ongelooflijk graag. Elke dag is een nieuwe uitdaging. Wat ik het liefst doe, en dat is wellicht atypisch voor een burgemeester, is dossiers bestuderen aan mijn bureau. Mijn vriendin zal beamen dat ik elke avond tot middernacht bezig ben. Wat ik iets minder graag doe, zijn de officiële plechtigheden. Die zijn veelal op vrijdag- en zaterdagavond, als leeftijdsgenoten op café zitten.”
De politiek kan weinig jonge mensen boeien. Hoe verklaart u dat?
“Dat is vooral de nationale politiek. Weet u wat de mensen zeggen? Gelijk voor wie we stemmen, er wordt niet geluisterd en er verandert niets. Ik voel die frustratie ook in mijn vriendenkring. En eerlijk: ik begrijp het ook. Dit is geen makkelijk land. Er zijn al zes of meer partijen nodig om een regering te vormen.”
Waarom wou u wel de politiek in?
“Dat is mij met de paplepel ingegeven. Mijn vader (Roland, red.) was twaalf jaar burgemeester en enkele jaren federaal parlementslid. Elke zondagavond was het politiek debat bij ons aan tafel. Dikwijls tot ergernis van de schoondochters. (lacht) Mijn twee broers doen niets liever dan mijn vader op stang te jagen. Ik ben vooral op de lijst gaan staan om mijn vader te steunen. Ik stond maar op de tiende plaats, hé.”
Maar u werd meteen burgemeester.
(op dreef) “Totaal onverwacht. Ik heb dagenlang geen oog dichtgedaan. Ik heb mijn huisarts moeten bellen om te vragen wat ik kon pakken om beter te slapen. Ik werd daar echt in gesmeten. Het was een verrassing voor iedereen dat onze partij zó sterk scoorde en dat mijn vader vervolgens zijn afscheid aankondigde.”
Hij kon geen burgemeester worden in deze coalitie met SP.A en N-VA, omdat hij een voorakkoord had getekend met CD&V.
“Dat klopt. Je moet wel de voorgeschiedenis kennen. Twaalf jaar voordien werd mijn vader door N-VA uit de coalitie gesmeten. Hij zag het voorakkoord met CD&V als de beste kans om weer in een coalitie te geraken. Hij had liever de afspraak gemaakt dat wie de meeste stemmen zou behalen ook burgemeester zou worden. CD&V wou daar echter niet van weten. Anders was mijn vader vandaag burgemeester in een coalitie met CD&V en was van mij geen sprake. Van SP.A en N-VA kregen we wel de burgemeester en drie schepenen. Omdat je geen twee aktes kan tekenen, heeft hij de fakkel doorgegeven.”
Nepotisme, zegt CD&V.
“Dat is onzin. (fel) Wij zijn de grootste partij, hé. We zijn drie zetels vooruitgegaan. De mensen waren het beleid echt beu. En ik had na mijn vader het meeste stemmen.”
Wat leert u uit die soap? Dat voorakkoorden niet altijd slim zijn?
“Voorakkoorden zijn eigen aan de lokale politiek. Dat zal niet veranderen. Het is ook normaal dat partijen vechten voor een plek in de coalitie. Ik heb geleerd dat het snel kan keren in de politiek. Je kan van de ene dag op de andere je job kwijt zijn. En nu gaat u vragen of ik al een voorakkoord heb? (lacht) Het antwoord is neen.”
Volgens het nieuwe gemeentedecreet wordt de politicus met de meeste stemmen van de grootste coalitiepartij automatisch burgemeester. Is dat een goede zaak?
“Dat is een stap vooruit. In een ideale wereld wordt de politicus met de meeste stemmen burgemeester. Dat zou het meest eerlijke systeem zijn. Dat heeft echter één nadeel: wat als niemand wil samenwerken met die persoon? Dat zou je in een patstelling belanden. Vandaar wellicht dat men voor dit systeem heeft gekozen.”
Ook nieuw is de constructieve motie van wantrouwen, waarmee de gemeenteraad met een eenvoudige meerderheid een coalitiewissel kan forceren.
“Dat is géén goede zaak. Het versterkt de macht van kleine partijen. Als zij hun gedacht niet krijgen in een dossier, kunnen ze makkelijk de coalitie opblazen.”
Bent u bang voor uw sjerp?
“Neen, wij hebben gelukkig een grote coalitie. Ik kom bovendien goed overeen met mijn schepenen. Ik kan me niet inbeelden dat zij zouden weglopen. Ik hoor wel dat veel collega’s wél ongerust zijn en dat is geen goede evolutie.”
Wat vindt u van de afschaffing van de opkomstplicht?
“Dat is wel een goede maatregel. Voortaan zijn mensen vrij om te stemmen. Ik ben ervan overtuigd dat in Gistel nog altijd drie op vier naar de stembus zal trekken.”
Het decreet is van de hand van uw partijgenoot Bart Somers. Hebt u als burgemeester inspraak gekregen?
“Neen, en dat is wel spijtig. Bart is een goede politicus, maar in deze materie volg ik hem niet altijd. Hij is ook voorstander van gemeentefusies, ik niet. De lokale besturen bewijzen in deze coronacrisis dat ze wel degelijk daadkrachtig zijn. Groter is dus niet altijd beter. Een nieuwe fusieronde zou ook de kloof met de burger geen goed doen. Een gemeente moet dicht bij haar burgers staan. Stel nu dat Gistel zou fusioneren met Oostende: wij zouden opgeslorpt worden. Welke inwoner zou dat nu willen?”
Uw schepen Wim Aernoudt (N-VA) opperde ooit de mogelijkheid van een fusie met Middelkerke. Wat vindt u daarvan?
“Middelkerke zou dan Gistel-Bad worden. (lacht) Het zou alvast beter zijn dan een fusie met Oostende. Middelkerke heeft mooie troeven. Het is een rijke gemeente en niet al te groot. Stel dat er een verplichte fusieronde komt, dan zou dat zeker een optie zijn. (op dreef) Een tweede optie is een fusie tussen Gistel, Oudenburg en Ichtegem. Dat wordt soms de ideale fusie genoemd, omdat het drie evenwaardige gemeenten zijn. Het zijn bovendien drie liberale gemeenten. Dat zou ook helpen.”
U klinkt enthousiast. Bent u zeker dat u geen fusie wil?
“Oudenburg en Ichtegem kijken wel eens lief onze richting uit, maar ik zeg vooralsnog neen. (lacht) Je moet natuurlijk op elk scenario voorbereid zijn. We spreken soms wel informeel met elkaar, maar dan vooral over samenwerking op bepaalde domeinen. Dáár ben ik wel voorstander van. Waarom niet één dienst omgeving voor de drie gemeenten? We hebben elk afzonderlijk amper geld voor een ambtenaar van A-niveau. Of één IT-dienst? Of samenwerking over infrastructuur? Dat moet allemaal kunnen zonder daarom te fusioneren.”
Wat mij opvalt: u bent voltijds burgemeester.
“Ja, een bewuste keuze. Ik doe enkel nog wat informatica in bijberoep voor bestaande klanten. Als je een goede burgemeester wil zijn, kan je geen drie functies combineren. Wat is natuurlijk het probleem, laat ons daarover maar eerlijk zijn: het loon. Een burgemeester verdient 3.000 euro netto, een schepen 2.300 euro. Dat is weinig in vergelijking met een parlementslid: die verdient 6.000 euro netto én draagt veel minder verantwoordelijkheid. Dat is de reden waarom veel burgemeesters en schepenen cumuleren. Betaal een schepen iets meer, maar eis dan wel dat ze het voltijds doen. Het zou ervoor zorgen dat meer mensen de stap zetten naar lokale politiek.”
Hebt u nog een tip om de lokale besturen te versterken?
“De grootste drempel is de wirwar aan adviesraden. Elk dossier moet goedgekeurd worden door anonieme ambtenaren in Brussel die dikwijls niets van de lokale situatie kennen. Het kan me mateloos frustreren dat zij belangrijke dossiers tegenhouden. Het Agentschap voor Natuur en Bos is daar goed in. Dat zou aangepakt moeten worden.”
Veel lokale partijen denken na over een nieuwe naam. Zal u in 2024 nog opkomen onder de vlag van Open VLD?
“Dat is zeker de bedoeling. Ik ben deel van die partij en ik geloof ook in het verhaal van Egbert Lachaert. Ik had minder vertrouwen in Gwendolyn Rutten. Zij heeft mij niet eens proficiat gewenst, toen ik burgemeester werd. Egbert neemt de lokale afdelingen wel serieus. Er wordt geluisterd als we iets zeggen, er is burgemeestersoverleg.”
Hij krijgt nochtans kritiek op zijn inhoudelijke koers, vooral op zijn deelname aan de federale Vivaldi-regering.
“Hij was aanvankelijk zelf tegen Vivaldi. Ik ook: ik zag een samenwerking met rood en groen niet zitten. Maar soms kan je niet anders. Wat was het alternatief? Het land in een impasse storten? Of de oppositie? Ik ben als burgemeester heel blij dat mijn partij mee regeert. Het maakt dat ik directe toegang heb tot vele kabinetten.”
Een heikel thema is samenwerking met Vlaams Belang. Zou u dat overwegen?
“Waarom niet? Het is niet mijn voorkeurspartner, maar ik zou op lokaal vlak zeker aan tafel kunnen gaan met die partij. Het is niet zo dat elke Vlaams Belanger een racist is, hé. In Gistel is de lijsttrekker een verstandig man. Dat er nationaal geen coalitie gevormd kan worden met extremisten zoals Dries Van Langenhove, oké, dat begrijp ik. Maar lokaal is toch een ander verhaal, vind ik.”
Het cordon sanitaire mag op de schop van u?
“Op lokaal niveau is het cordon bullshit. Als je inhoudelijk en persoonlijk overeenkomt, waarom zou je dan een coalitie uitsluiten? Omdat er ooit enkele mensen dat beslist hebben? Ik vind dat geen goede reden. Je moet minstens luisteren naar wat die partij te zeggen heeft.”
Veel politici denken zoals u, maar weinigen durven het luidop zeggen.
(haalt schouders op) “Ik heb geen nationale ambities, ik hoef me dus niet in te houden. Wat ik zeg, is wat het merendeel van de kiezers denkt. Een partij op voorhand uitsluiten, is quatsch. Weet u nog in 2019? De stemmen waren amper geteld, of Rutten zei al dat er met Vlaams Belang niet gesproken zal worden. Komaan, zeg. (fel) Het is daarom dat de mensen afhaken. De mensen hebben genoeg van dat gedoe. In 2024 zal het cordon sneuvelen volgens mij. Vlaams Belang zal in verschillende gemeenten mee aan de macht komen.”
WIE IS GAUTHIER DEFREYNE?
• Geboren op 6 januari 1989 in Oostende.
• Graduaat Informatica.
• Woont in Gistel met vriendin Manon en zoontje Arthur (1).
• Werkte van 2012 tot 2018 als informaticus voor uitgeverij Vanden Broele.
• Burgemeester van Gistel sinds 1 januari 2019. Leidt een coalitie van Open VLD, SP.A en N-VA.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier