CD&V-boegbeeld Hilde Crevits is 15 jaar minister: “Had Sammy neen gezegd, ik was gestopt”

Hilde Crevits is 15 jaar burgemeester en wordt er straks 55. © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Hilde Crevits is exact vijftien jaar minister. Een héle prestatie in het woelige politieke landschap. Meer nog: de Torhoutse tsjeef, bijna 55 lentes jong, stond zelden of nooit in het oog van de storm. Wij blikken terug op de mooiste en moeilijkste momenten. “Ik heb Sammy gevraagd of hij op mij rekent. Had hij neen gezegd, dan was ik gestopt.”

Hilde Crevits

• Geboren op 28 juni 1967 in Torhout.

• Master in de Rechten (Universiteit Gent).

• Woont in Torhout met haar man. Moeder van Bram en Soetkin. Oma van Estée en Theo.

• Schepen van Torhout van 2001 tot 2007.

• Vlaams parlementslid van 2004 tot 2007.

• Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur van 2007 tot 2009.

• Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken van 2009 tot 2014.

• Vlaams minister van Onderwijs van 2014 tot 2019.

• Vlaams minister van Economie, Werk, Innovatie en Landbouw van 2019 tot 2022.

• Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Visserij sinds mei 2022.

• Vlaams viceminister-president van 2014 tot vandaag.


Het is een chaotische vrijdagnamiddag in Torhout. Het is straks de Nacht van Vlaanderen: de jaarlijkse hoogdag in de stad van Hilde Crevits. We hadden om 15 uur afgesproken, maar het is 17.30 uur als de minister eindelijk kan neerploffen op een buitenbankje aan het stadskantoor. Het is bovendien bloedheet. “De wet van Murphy”, zucht ze. “Een ministerraad die uitliep, een ongeval op de autostrade en file. Maar goed: we zijn er geraakt. Oef. Shoot.” (lacht)

De Nacht is ook voor de familie Crevits een hoogdag. Vader Frans was vroeger één van de organisatoren. “Ik heb nog met mijn fiets de winnaar van de honderd kilometer mogen vergezellen. De hele nacht. Fantastisch was dat. (lacht) Het is ook dankzij de Nacht dat ik weer ben beginnen lopen. Ik was net schepen geworden en mocht op de eretribune toekijken. Dat was niets voor mij. Volgend jaar doe je zelf mee, dacht ik. Het jaar nadien stond ik aan de start. Ik ben nooit meer gestopt.”

Intussen krijgt ze telefoon. Over de T-shirts die de CD&V-mandatarissen straks moeten aantrekken. Dat ze in haar living staan, zegt ze. Crevits doet mee aan de tien kilometer. Haar beste tijd ooit is 44 minuten, maar voor vanavond koestert ze weinig ambities. “Het is te warm en ik ben vermoeid”, zegt ze. Dat bleek een goede inschatting: ze zou meer dan een uur nodig hebben. “Na vijf kilometer was mijn tank leeg”, schreef ze de dag nadien op Facebook.

Is lopen belangrijk in uw leven?

“Absoluut. Waar anderen pillen pakken om te kalmeren, ga ik lopen. (lacht) Deze week bijvoorbeeld was echt slopend met de problemen in de kinderopvang. Ik ben donderdagochtend om 7 uur gaan lopen. Zes kilometer, op het gemak. Wel, ik voelde me meteen veel beter. Muziekje op, liefst Muse. Ik loop niet meer voor de snelheid. Ik geef het niet graag toe, maar ik voel dat ik ouder word.”

U wordt volgende week 55 jaar.

“Ja. En dat bevalt me moeilijker dan 50 worden. Omdat ik voel dat ik trager word.”

U zal die dag ook exact 15 jaar Vlaams minister zijn. Wat herinnert u zich van die eedaflegging?

“Ik was kei-zenuwachtig. Ik moest maar één zin zeggen, maar zelfs die kon ik niet onthouden. (lacht) Ook meme en pepe waren daar. Linda De Win heeft hen geïnterviewd voor de VRT. Dat was hilarisch: zij spraken geen woord AN. Maar ook aandoenlijk mooi: zij waren zo fier. (denkt na) De eerste dagen waren wel verschrikkelijk. De kranten schreven weinig lovend over mij. Crevits brengt de regering in moeilijkheden, las ik zelfs. Dat was voor een prul van niet. Miet Smet heeft me toen goede raad gegeven. Hilde, zei ze. Ga naar de coiffeur, trek je beste kleren aan en sta recht. Wel, ik heb dat gedaan. Ik liet niet meer over mij lopen.”

© Christophe De Muynck

Was het Yves Leterme die u als minister wou?

“Ja. Hij zou vertrekken naar het federaal niveau en Kris Peeters zou minister-president worden. Die vraag kwam uit het niets. Ik had nooit verwacht dat ik minister zou kunnen worden. Ik ben letterlijk op mijn knieën gevallen voor hem van ’t verschot. (lacht) Neen, serieus: aan de voordeur van het restaurant waar we gingen eten, bleef ik haken in mijn broek en viel ik op de grond. En weet u wat ook opvallend was? Yves wou me aanvankelijk als minister van Welzijn. Uiteindelijk viel de puzzel anders, maar toen ik vorige maand bevoegd werd voor Welzijn, kreeg ik van hem een sms: Zoals ik het vijftien jaar geleden gevraagd heb.”

U bent aan uw vierde termijn bezig en telkens had u andere bevoegdheden. Is dat niet nefast voor het beleid?

“Goede vraag, maar ik denk het niet. Een minister moet vermijden dat hij deel gaat uitmaken van zijn domein. Het is daarom goed dat er regelmatig een nieuwe wind waait. Ik wou wel graag een tweede termijn op onderwijs, omdat mijn werk daar niet af was. Maar goed, opnieuw viel de puzzel anders. Je weet hoe zoiets werkt: de grootste partij mag eerst een domein kiezen, enzovoort.”

Welk domein lag u minst goed?

“Begroting. Daar heb ik het meeste op moeten studeren. Gelukkig is mijn kabinetschef Raf Suys een krak in financiën. Maar het meeste bang was ik voor Welzijn, en nog altijd. Ik stond niet te springen om te veranderen van departement, maar ik heb het gedaan omdat de partij het expliciet vroeg. Ik kan niet goed tegen menselijk leed. Zo’n incident in een crèche, dat kruipt al snel onder mijn vel. Ik ben een teer zieltje op dat vlak.”

Zou u wel ontslag nemen, mocht er een kind sterven zoals in ’t Sloeberhuisje in Mariakerke?

“Ja, ik zou vertrekken. Let wel: wat daar gebeurd is, is niet de fout van Wouter Beke (haar voorganger op Welzijn, red.). Helemaal niet zelfs. U zal van mij geen kritiek horen op hem. Maar ik zou mijn ontslag gegeven hebben. Het zou te veel onder mijn vel gekropen zijn. Dat wordt wellicht mijn grootste valkuil op dit domein. Al denk ik tegelijk dat ik het graag zal doen. Ik ben een mensenmens. Ik hou van werken met mensen. Dat is per definitie het geval op Welzijn.”

Welk domein lag u best?

(denkt na) “Ik heb mijn hart verloren aan het onderwijs, misschien zelfs tot mijn eigen verbazing. Dat is zó’n belangrijk departement. Mijn vader, die onderwijzer was, zal het graag lezen.” (glimlacht)

Ook opvallend: u stond zelden of nooit in het oog van de storm. Wat is uw geheim?

(blaast) “Dat is moeilijk om te zeggen van mezelf. Ik zoek nooit het conflict op. Dat is wellicht atypisch voor een politica. Ik heb ook veel respect voor de oppositie. Ik voel me niet te goed om voorstellen van hen uit te voeren. En altijd blijven praten, ook als het stormt. Dat is hoe ik aan politiek doe.”

Zou u niet af en toe wat meer iets moeten zeggen dat debat uitlokt? Het zou uw partij ten goede kunnen komen?

“Oké, ik denk dat ook soms. Anderzijds: als je drie keer na elkaar meer dan honderdduizend stemmen haalt, dan ben je niet slecht bezig. Maar goed: over de kinderopvang zal ik niet zwijgen. (benadrukt) En dat meen ik. Als een dossier niet in orde blijkt te zijn, zal ik het publiek zeggen en vervolgens naar oplossingen zoeken. Maar ik ga mijn mond niet houden.”

In gesprek met journalist Paul Cobbaert: “Ik doe nog altijd graag aan politiek, maar het is ook slopend en vermoeiend. Er zijn nog dingen die ik graag zou doen in mijn leven.”
In gesprek met journalist Paul Cobbaert: “Ik doe nog altijd graag aan politiek, maar het is ook slopend en vermoeiend. Er zijn nog dingen die ik graag zou doen in mijn leven.” © Christophe De Muynck

Op welke realisatie bent u meest fier?

“Op de aanleg van de A11: de autostrade van Brugge naar Knokke. Dat klinkt vreemd, zeker? (schatert het uit) Ik ben daar emotioneel aan gehecht. Ik heb daar zeven jaar aan gewerkt en uiteindelijk is het gelukt. We hebben water en vuur kunnen verzoenen: landbouw, natuur, fietspaden, mobiliteit, noem maar op. Ik ben daar ongelooflijk fier op.”

Wat is uw grootste ontgoocheling?

“Het lerarenloopbaanpact. Ik heb veel kunnen veranderen in het onderwijs, maar het pact is niet gelukt. Ik ben daar ontzettend ontgoocheld over, omdat het zó belangrijk is voor de toekomst van onze kinderen. Als we iedereen die afstudeert als leerkracht in het onderwijs zouden kunnen houden, zou een belangrijk deel van het leerkrachtentekort opgelost zijn. Helaas slagen we daar niet in.”

Blijft u erbij dat het stikstofakkoord het moeilijkste dossier was?

“Ja, omdat het over de toekomst van onze landbouw en onze natuur gaat. Ik wil niet dat we geen boeren meer hebben, maar ik zie zoveel ontreddering. We kunnen nog altijd, ondanks het akkoord, te weinig perspectief bieden aan onze jonge boeren. Dat is wat mij zo moeilijk ligt.”

Heeft uw partij niet te lang de andere kant opgekeken? We weten al meer dan tien jaar dat stikstof een probleem is.

(fel) “Neen, dat vind ik niet. Joke Schauvliege was de eerste minister die een stikstofregeling uitwerkte. Oké, misschien niet streng genoeg, maar wat had Nederland? Niets, hoor. (fijntjes) En als die andere partijen stikstof zo belangrijk vonden, waarom staat daar dan amper iets van in het regeerakkoord?”

Intussen heeft bevoegd minister Zuhal Demir (N-VA) politiebewaking nodig. Hebt u dat ooit meegemaakt?

“Neen, gelukkig niet. Ik heb wel ooit dreigbrieven ontvangen. Het is natuurlijk onaanvaardbaar dat protest leidt tot persoonlijke bedreigingen. Zij verpesten het voor de 99 procent die het wel ernstig meent. Zuhal liet me trouwens weten dat de West-Vlaamse boeren de hoffelijkste waren op haar ronde door Vlaanderen. Oef.” (lacht)

Iets anders. Zou u zich nog een leven zonder chauffeur kunnen voorstellen?

“Als minister? Neen. Wat die mensen voor mij doen, dat is onbetaalbaar. Als ik in mijn auto stap, kan ik werken tot ik in Brussel ben. Ik moet aan niets denken, zelfs mijn colaatje staat klaar. Ik heb daar wel aan moeten wennen. Als parlementslid reed ik zelf naar Brussel. Liefst met de ramen open en de muziek luid. Die tijd is voorbij. (lacht) In een andere job zou ik natuurlijk wel zonder chauffeur kunnen.”

Bestaat het gevaar niet dat u zich gaat vereenzelvigen met uw mandaat?

“Dat denk ik niet. U zou dat eigenlijk aan mijn man moeten vragen. Ik sta redelijk onthecht in het leven. Ik besef goed dat de politiek een vergankelijke stiel is. Ik durf ook mijn positie in vraag stellen. U mag dat vragen aan Sammy.” (Mahdi, die zaterdag voorzitter wordt van CD&V, red.)

Hebt u aan ontslag gedacht?

“Dat niet. Ik heb hem wel gevraagd of hij nog op mij rekent. Had hij neen gezegd, dan was ik gestopt. De kiezer heeft mij verkozen in het parlement, maar het ministerschap is een mandaat van de partij ten dienste van de mensen.”

Is Mahdi de Messias voor CD&V?

“Hij is jeugdig en scherp. Dat zijn twee belangrijke eigenschappen. Dat er geen tegenkandidaat is opgekomen, wil veel zeggen. Ik denk dat hij zaterdag een breed mandaat zal krijgen van onze achterban. Een voorbeeld. Vorige keer hebben mijn ouders en schoonouders voor Joachim (Coens, de huidige voorzitter, red) gestemd, deze keer willen ze absoluut stemmen voor Sammy, ook al is er geen tegenkandidaat. Ook de West-Vlamingen hebben Sammy in hun hart gesloten.”

Hilde Crevits, van 2007 tot nu.
Hilde Crevits, van 2007 tot nu. © Belga/Montage KW

Bent u ontgoocheld dat het verhaal van Coens vroegtijdig eindigt?

“Ja, en zeker voor hemzelf. Hij heeft een mooie job in de haven laten staan voor het voorzitterschap. Dat was een grote sprong. Hij heeft dat gedaan omdat hij begaan is met de partij. Ik vind het ook mooi hoe geëngageerd hij blijft tot de laatste dag. Ik denk wel dat zijn keuze om vervroegd te stoppen de juiste is. Je voelde al even dat het niet meer goed zou komen.”

U zal na deze legislatuur 57 jaar zijn. Als u nog iets anders wil doen in uw leven, is dat het moment.

(knikt) “Het is onwezenlijk hoe snel de tijd vliegt. Je denkt daar wel eens over na. Ik doe nog altijd heel graag aan politiek, maar het is ook slopend en vermoeiend. Er zijn nog dingen die ik graag zou doen in mijn leven. Een boekenwinkel met koffiebar was altijd een droom, maar dat zal niet meer lukken. Misschien dat lesgeven nog iets voor mij is? Ik denk dat ik vrij goed jonge mensen kan begeesteren. Wie weet.”

U weet dat u maar tien jaar anciënniteit mag meenemen?

(schatert het uit) “Dat zal tegen dan wel opgelost zijn, zeker?”

En burgemeester worden van Torhout, staat dat nog op uw bucket list?

“Neen, dat is geen ambitie meer. We hebben een keigoede burgemeester (partijgenoot Kristof Audenaert, red.). Dat hij meer stemmen haalde dan ik, was even een ontgoocheling. Dat ga ik niet ontkennen. Maar ik heb daar snel lessen uit getrokken. De tijd van de titelvoerende burgemeesters is voorbij. Kristof werd beloond voor zijn goede werk als waarnemend burgemeester. En terecht: ik steun hem volledig.”