“Burgemeester van je eigen stad, dat is toch het mooiste? Jammer dat mijn moeder, die 25 jaar geleden overleed, dit niet meer mocht meemaken. Maar de mensen rond mij, die genieten ervan.” Aan het woord is Bart Tommelein (Open VLD), die de balans opmaakt na vier maanden burgemeesterschap. “Heel graag zou ik mijn werk blijven combineren met een nationale rol. Als partijvoorzitter van Open VLD? Mocht de post vrij komen, sluit ik niet uit dat ik daar een gooi naar doe. Maar ik blijf sowieso burgemeester van Oostende.”
Op een tafeltje in het kabinet van de burgemeester in het stadhuis staat een beeldje, met onderaan een bordje: Trofee Koen Geens. Een trofee, genoemd naar de uittredende CD&V-minister van Justitie? “Gekregen van mijn collega’s in het schepencollege”, legt Bart Tommelein uit. “Ze vinden dat ik op mijn best ben als ik me niet boos maak en rustig blijf. Rustige vastheid, zoals Koen Geens. Ze vonden dat ik daar op de laatste gemeenteraad goed in geslaagd ben en schonken me deze trofee. Je ziet, de sfeer in de coalitie zit goed, hé?”
Bart Tommelein geniet van zijn nieuwe functie. “Het is anders dan minister zijn. Je voelt de mensen rond je veel intenser aanwezig. Ze spreken je aan, zwaaien en roepen… Maar je voelt ook dat ze de lat hoog leggen. De verwachtingen zijn hoog gespannen en mensen willen me zo snel mogelijk zien. Mijn agenda is ontploft in die eerste maanden.”
Eerst was het plan je ministerambt nog uit te doen en dan pas burgemeester te worden. Blij dat je dat niet gedaan hebt?
“Zeker. De kapitein moet vanaf de eerste dag op zijn schip zijn. Deze ploeg is erg gemotiveerd, maar heeft niet zo veel ervaring. Het coachen van die ploeg, dat is mijn taak. Dat heb ik al dikwijls moeten doen, ook vroeger als fractieleider. Het heeft me wel moeite gekost afstand te doen van mijn ministerpost, ik had dat graag afgewerkt. Maar ik sta niet zo op die titel. Ik ben niet zo protocollair aangelegd. De mensen mogen nog altijd Bart of Bartje zeggen.”
En doen ze dat?
“Natuurlijk. Ik waardeer ook de mensen die ‘burgemeester’ zeggen. Maar het mag ook ‘Bart’ blijven, zeker voor mensen die me al jaren kennen. Ik voel wel dat sommige mensen belang hechten aan protocol. Bijvoorbeeld met jubilea, huwelijken en officiële herdenkingen. Dat is part of the job.”
Was het de juiste keuze niet meer met de socialisten in zee te gaan?
“Dat vind ik wel. Dit is geen antiverhaal en ik ben geen antisocialist. De socialisten hebben veel goede zaken in hun programma staan, maar na 24 jaar bijna alleenheerschappij was het goed voor de stad dat er een vernieuwingscoalitie kwam. De vier partners vinden elkaar en gunnen elkaar iets. Dat was vroeger het grote probleem.”
Hebben jullie nu niet te veel discussies, met vier partijen?
“Wij hebben elkaar diep in de ogen gekeken en een akkoord gemaakt. En we zijn heel loyale partners. Niet zo makkelijk in deze pre-electorale periode. Zeven van de negen leden van het schepencollege nemen op 26 mei deel aan de verkiezingen. Enkel Kurt Claeys (Open VLD) en Maxim Donck (N-VA) staan niet op een lijst. De sfeer is goed, maar ik stop er ook veel energie in om de mensen bij elkaar te brengen.”
Wat vind je van de oppositie?
“Vanaf de eerste dag stonden ze klaar om ons te bestoken. It’s the duty of the opposition to oppose, maar ik was wel verrast van de hevigheid. Na 24 jaar in de meerderheid komt dat niet altijd even geloofwaardig over. Ze zoeken hun rol in de oppositie, maar soms is het beter om het stof eerst te laten neerdwarrelen. Nu, na 26 mei (dag van de verkiezingen, red.) zal er misschien wat minder gekissebis zijn.”
Het gaat dikwijls over procedures, inzagerecht…
“Terwijl de socialisten al die jaren zelf niet het toonbeeld waren van transparantie of van gelijke verdeling van mandaten. Het zijn hun kopmannen die ik jaren heb horen zeggen: ‘anderen moeten daar niet te veel van weten’. Toen ik vanuit de oppositie een schriftelijke vraag stelde, had ik na 100 dagen vaak nog geen antwoord. Terwijl dat binnen de 30 dagen moet gebeuren.”
Op welke vlakken hebben jullie snel resultaat geboekt?
“Ik denk aan het doorgroeihuis voor daklozen. We zijn ervan overtuigd dat het sociaal beleid anders moet. Daar vangen we mensen op, maar geven we hen ook kansen om hun leven weer op de sporen te krijgen. Vroeger werden te vaak alleen de symptomen bestreden. Wij willen ook de oorzaken van de armoede aanpakken en een beter sociaal beleid voeren dan vroeger.”
Zijn er dingen die moeilijker liggen dan je had verwacht?
“Op het vlak van personeel, financiën, digitalisering… kunnen de structuren veel efficiënter. We hebben heel veel goede mensen, maar er is nog werk aan de coördinatie en organisatie. Het stadsbestuur moet nog een stuk klantgerichter worden.”
Veel werk, en ook een stevige verkiezingscampagne. Als burgemeester van Oostende zit je in een goede positie?
“Mijn bekendheid is sterk toegenomen in vergelijking met vijf jaar geleden. Ook buiten Oostende is er veel waardering voor de wissel die we hier hebben doorgevoerd. Ik had ook een akkoordje kunnen sluiten met Vande Lanotte, een coalitie vormen met SP.A en Groen en elk drie jaar het burgemeesterschap opnemen.
Al mijn hele leven doe ik meerdere dingen tegelijk, dat is mijn vrouwelijke trekje
Johan heeft dat nooit gedaan, een ministerschap laten staan om burgemeester te worden. Hij kwam pas naar Oostende, toen hij nationaal in de oppositie belandde. Dat is een van de oorzaken waarom de Oostendenaars niet meer op hem gestemd hebben: hij had 20 jaar de kans en heeft het niet gedaan.”
En dus zal Open VLD het goed doen op 26 mei?
“Open VLD scoorde in West-Vlaanderen goed met de gemeenteraadsverkiezingen. We zitten in de coalities waarin we wilden zitten. Ik heb dus goede hoop op een goed resultaat op 26 mei. Ik blijf burgemeester in alle omstandigheden, tenzij tegenspoed mij overvalt. Maar ik wil ook mijn nationale rol in het parlement blijven spelen. Het was fout dat Oostende in de jaren ’70 en ’80 geen nationale politieke figuren had. De zaken gingen pas weer vooruit toen er wel nationale politici uit Oostende waren. Ik hoop dat de Oostendenaars voor hun burgemeester stemmen. En voor een sterke positie in Brussel.”
Toch nog wat lof voor je voorganger.
“Ja. Ik belaad hem niet met alle zonden van Israël. Ook voor de offshore windmolens gaf hij een goede aanzet, waarop ik dan heb verder gebouwd.”
Je wil een nationale rol blijven spelen in het parlement. Ook als Open VLD-voorzitter?
“Ik ben niet bezig met carrièreplanning. Onze voorzitter Gwendolyn Rutten doet het uitstekend. Maar als zij zou beslissen geen kandidaat meer te zijn, sluit ik niet uit dat ik daar een gooi naar doe. Nu is er geen vacature, dus is het niet aan de orde.”
Parlementslid, Open VLD-voorzitter, burgemeester… Is dat combineerbaar?
“Ik zie dat zitten. Al mijn hele leven doe ik meerdere dingen tegelijk. Misschien mijn vrouwelijke trekje… Iedereen moet voor zichzelf beslissen, maar er zijn er nog die het doen. Ik denk aan Bart Somers in Mechelen. En hij werd toch maar mooi verkozen tot beste burgemeester van de wereld.”
Wat vind je gezin van je nieuwe job?
“Mijn zoon Arthur (6) is niet tevreden. Papa, jij had gezegd dat je veel meer thuis zou zijn als je burgemeester werd. Maar dat is niet waar. Je hebt gelogen. Ik moet daar dringend een oplossing voor zoeken. Ik ben een familiemens. Ik hou van mijn familie, ik heb een fantastische vrouw die 100 procent achter me staat, maar het burgemeesterschap belast mijn familiale leven zwaar. Ik zal toch snel enkele dagen vrij moeten maken.”
Intussen zien we je vrolijk schlagers zingen op het Festival van de Burgemeester en elders. Je voelt je goed in je vel?
“Ik blijf wie ik ben. Als ik 30 jaar geleden zong op een scoutsfeest of 20 jaar geleden op het feest van mijn fietsclub, dan zie ik geen reden om dat nu niet meer te doen. Met de mensen een pint gaan drinken, naar het voetbal kijken… Dat zit in me. Ik heb niet de ambitie te doen alsof.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier