Bart Dochy zet druk op Coens: “Ik wou dat ik kon zeggen dat de voorzitter goed bezig is”

"Je moet rechtlijnig zijn. Als een Vlaamse meerderheid niet lukt, dan kiezen we beter voor de oppositie." (foto Christophe Demuynck)
Redactie KW

De CD&V staat onder hoogspanning. Na Pieter De Crem vorige week is vandaag ook Bart Dochy scherp voor de partijlijn. Hij wil niet dat zijn partij in een federale regering stapt zonder Vlaamse meerderheid. “Ik zie dat hele Vivaldi-verhaal niet zitten”, klinkt het. Dochy is niet de eerste de beste. De burgemeester van Ledegem geniet veel aanzien in de partij. Hij verwoordt met zijn kritiek de onvrede van veel afdelingen. Dit zet zware druk op voorzitter Joachim Coens.

De federale formatie sleept zich van crisis naar crisis, maar aan tafel zitten nog steeds de zeven zogenaamde Vivaldi-partijen. Dat zijn de socialisten, de liberalen, de groenen en CD&V. We hebben afspraak bij Bart Dochy thuis. Vooraleer we naar de actualiteit kijken, blikken we terug op de hete zomer in zijn dorp. “We waren zowaar even de coronahoofdstad van dit land”, weet Dochy. “Dat was alle hens aan dek. Ik was opgelucht toen enkele weken geleden bleek dat we weer in de reeks van veilige gemeenten stonden. (fijntjes) Toen was er geen media-aandacht. Maar de crisis is niet voorbij. We hebben opnieuw besmettingen. We blijven héél waakzaam. Ik zit er ook zelf kort op. Dat is het voordeel van een kleine gemeente, als ik dat even mag benadrukken. Ik ken onze zeven huisartsen persoonlijk. Ik kan hen bellen, zij bellen mij. Dat maakt direct handelen mogelijk.”

Dochy is een man van het volk. Een boerenzoon die met beide voeten op de grond staat. Vlaams parlementslid of niet. Op vrijdagavond doet hij vaak een Facebook Live om te weten wat leeft onder de inwoners. “Dat werkt. De mensen houden van dat rechtstreeks contact.” Dat zijn voorzitter Joachim Coens regelmatig reageert met goed bezig, Bart, doet hem deugd, zegt hij. “Ik wou dat ik van hem hetzelfde kon zeggen.” Hij lacht, maar méént het wel. Dochy is niet tevreden over de koers van de partij. Hij wikt en weegt zijn woorden, want hij wil geen gratuite kritiek spuien. Wat hij zegt, zegt hij uit liefde voor de partij.

Waarom is de voorzitter niet goed bezig?

“Ik wil een onderscheid maken tussen de reorganisatie van de partij en de politieke strategie. Op dat eerste vlak is de voorzitter goed bezig. Ik geloof sterk in het digitale platform dat zaterdag gelanceerd werd, voor de lokale afdelingen én voor externen. Er zijn ook enkele vacatures om de werking te versterken. Het mag misschien allemaal wat sneller, maar de omstandigheden zitten hem niet mee. Hij was amper een week voorzitter, toen de koning hem vroeg om informateur te zijn. Ook corona zal wel vertragend werken.”

Maar u kan zich niet vinden in de strategie?

“Neen. We verschillen daarin van mening. Dat mag ook, vind ik. Ik zie dat hele Vivaldi-verhaal niet zitten. Ik heb dat intern al meermaals aangekaart. Pieter De Crem heeft dat vorige week publiek gebracht. En hij heeft helemaal gelijk. Er zijn inderdaad véél burgemeesters die kritisch staan tegenover deze coalitie. De grote meerderheid zelfs. En waarom? Omdat wij goed aanvoelen wat de grondstroom in Vlaanderen is. Die grondstroom is centrumrechts. Vivaldi wordt een links verhaal. Wij kunnen niets doen in die coalitie. We zijn mathematisch niet eens nodig. Ik heb geen enkel vertrouwen in dat verhaal. Dat de nationale leiding daar toch in meegaat, maakt veel lokale afdelingen ongerust.”

Wordt er niet geluisterd naar de burgemeesters?

“Dat zeg ik niet. De voorzitter heeft zelfs een digitaal forum opgezet om de burgemeesters samen te brengen. Er wordt wel geluisterd, maar het is afwachten of er ook rekening gehouden wordt met ons. (zwijgt even) Ik wil niet voorbarig zijn. Vivaldi is nog géén feit. Dat is deze week gebleken. Gelukkig maar.”

U zou liever een coalitie vormen met N-VA?

“Dat is zelfs niet de essentie. Ik wil een Vlaamse meerderheid in die federale regering. Dát is het principe. Dat is ook wat de partij voorop stelde in het begin van de formatie. Er moeten belangrijke beslissingen genomen worden op economisch en fiscaal vlak. Dat moet gebeuren met een meerderheid aan Vlaamse zijde.”

Dat is alleen mogelijk in een coalitie met N-VA.

“Dat is zo. Dat zou ook niet slecht zijn. We werken ook op Vlaams niveau samen. En we hebben meer gemeen met N-VA dan met pakweg Ecolo. Je moet dat programma eens lezen. Dat wekt geen vertrouwen, hé. Onze burgemeesters hebben daar schrik van. (op dreef) Je kan geen crisis oplossen door minder te werken. Wij zijn West-Vlamingen. Het is het harde werken dat in ons DNA zit. We zijn bovendien de paars-groene regering van Verhofstadt niet vergeten. Dat was geen mooie ervaring, hoor. En ik druk me zacht uit. Onze basis gruwt van paars-groen. Dat gaat regelrecht in tegen onze natuur.”

Dat uw partij zou toetreden tot een regering zonder Vlaamse meerderheid, versterkt het beeld dat ze de dweil van de Wetstraat is.

(pikt in) “Dat is mijn punt. Je moet rechtlijnig zijn in de politiek. Ik heb daar ook persoonlijk goede ervaringen mee. Eerst zeggen dat we een Vlaamse meerderheid willen, en dan weer niet: dat werkt niet. Je moet je principes volgen. Je moet je lijn niet veranderen omdat een andere partij niet mee wil. Als een Vlaamse meerderheid niet lukt, dan kiezen we beter voor de oppositie.”

Uw voorzitter wil nochtans diep gaan voor Vivaldi. Hij zou zelfs Hilde Crevits naar het federale niveau overhevelen. Zou dat slim zijn?

(aarzelend) “Ik heb daarover mijn gedacht gezegd in het politiek bestuur. De dag nadien stonden mijn woorden al in De Tijd. Iemand moet gelekt hebben. Ik kan ze daarom herhalen. (beklemtoont) Néén, dat zou niet slim zijn. Ik zou het onverstandig vinden, mochten we Hilde opofferen voor het federale niveau. Dat zou slecht zijn voor de Vlaamse regering, voor CD&V én voor Hilde zelf. We hebben al twee keer die fout gemaakt, met Yves Leterme en met Kris Peeters. We mogen dat geen derde keer doen. We moeten Hilde koesteren. Zij is het goudhaantje van de partij. Zij is een belangrijke pijler van die Vlaamse regering, waar ze zich ook thuis voelt.”

Uw partijgenoot Vincent Van Peteghem liet vorige week in De Standaard ook al noteren dat uw partij geen miscast meer kan veroorloven.

(kort) “Hij heeft gelijk.”

U was geen voorstander van Wouter Beke als Vlaams minister van Welzijn. Is dat een miscast?

“Wouter is een zeer intelligent man. Een filosoof. Maar ik vind hem inderdaad minder geschikt voor die positie. Die positie vraagt een krachtige aansturing. Dat ligt niet in zijn aard. We hebben dat gezien in de coronacrisis.”

Wat denkt u van nieuwe verkiezingen?

“Dat zou niet zinvol zijn. Het zou ideaal zijn mocht er alsnog een groot akkoord komen tussen de twee grote partijen, de N-VA en de PS. Dat is de logische as voor de volgende federale regering. Zij hadden al eens een akkoord. Onze voorzitter heeft daar toen een belangrijke rol in gespeeld. Dat mag ook eens benadrukt worden. Maar dat is helaas niet van de grond gekomen.”

Uw kritiek zal aankomen, want u geniet aanzien in de partij. U was vorig jaar één van de twaalf ‘apostelen’ die de doorlichting moest maken na de historische verkiezingsnederlaag. Hoe kwam men bij u?

“Ik werd gebeld door Hilde. Die werkgroep was een initiatief van onze toenmalige voorzitter Wouter Beke. Men wou een gezonde mix van de vijf provincies, van verkozenen en niet-verkozenen, van oudgedienden en nieuwkomers. Het was onze opdracht om een diepgaande doorlichting te maken van de nederlaag. Wat is de reden van het verval? Wat moet beter?”

Kwatongen beweerden dat die twaalf vooral brave partijleden waren.

“Dat was alvast niet te zien in het resultaat. Dat werd algemeen beschouwd als zeer kritisch. Dat was ook de bedoeling. Wij hebben uitdrukkelijk geëist om in alle vrijheid te mogen werken. We hebben dat ook kunnen doen. Hilde en Wouter hebben het rapport maar te zien gekregen op de avond voor het openbaar gemaakt werd. Dat zegt iets, hé.”

We zijn nu exact één jaar na dat rapport. Is daar iets mee gebeurd?

“Wat ik al zei: ik zie veranderingen in de partijstructuur. Dat is een stap vooruit. En we maken meer gebruik van digitale media. Dat zorgt voor een nieuwe dynamiek. Het burgemeestersplatform is één voorbeeld. Maar een ander belangrijk element was de wollige boodschap van de partij. We moeten scherper zijn, dúrven keuzes maken. Op dat vlak is er nog werk aan de winkel.”

Bent u jaloers op de ‘elektroshock’ die SP.A doormaakt?

“Helemaal niet. De SP.A heeft een nieuwe Stevaert gevonden. Ik zie daar vooral een personencultus ontstaan rond Conner Rousseau. Dat is niet gezond op lange termijn. Wie gemaakt wordt door de media, wordt ook gekraakt door de media. Bart De Wever zal dat binnenkort meemaken. De CD&V moet een brede partij zijn met veel sterke figuren.”

Even scherp gesteld: heeft uw partij nog een bestaansreden?

“Zéker. Meer dan ooit heeft onze samenleving nood aan een sterke centrumpartij. Dat is wat CD&V moet zijn. Wij moeten zelfs de ambitie hebben om weer 25 procent te halen. Dat kan. Veertig procent van de mensen zegt een centrumkiezer te zijn. Dat is onze doelgroep. Maar we bereiken die vandaag onvoldoende omdat we niet helder genoeg zijn in onze boodschap.”

Zou de C opnieuw centraler moeten staan?

“Dat mag van mij. Het christendom ís de basis van onze maatschappij. Helaas is het imago van die C wat bezoedeld geraakt door de kerk. Dat zijn nochtans twee afzonderlijke zaken. De C staat voor onze christelijke basiswaarden. We moeten daaraan vasthouden. Ook het begrip nabijheid moet centraal staan. (denkt na) Weet u wat ik vaststel? Dat veel inwoners houden van hun burgemeester. Vlaams Belang heeft onlangs een heel persoonlijke campagne gelanceerd om die burgemeesters te raken over de strategische keuze van de partij voor Vivaldi. Dat is niet gelukt. U kan dat nazien op Facebook. De grote meerderheid van de reacties was lovend voor de burgemeesters. (op dreef) De partij moet dat goed voor ogen houden. Wij zijn het DNA van CD&V. Wij staan voor die nabijheid. Wij kennen de grondstroom van Vlaanderen.”

Maar diezelfde mensen die van hun burgemeester houden, stemmen nationaal wel voor Vlaams Belang of voor andere partijen.

“Als alle mensen die lokaal voor CD&V stemmen, dat ook nationaal zouden doen, dan zijn we weer een grote partij. Dat is inderdaad een probleem. (denkt na) Veel mensen zijn misnoegd over de nationale politiek. Daarom stemmen ze voor extreme partijen. Ik kan dat ook begrijpen. Onze samenleving wordt complexer. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Het is aan de politiek om die complexiteit eenvoudig te vertalen. De overheid zou eigenlijk moeten functioneren zoals een smartphone: dat bevat ook ingewikkelde algoritmes, maar dat is wel eenvoudig in gebruik. Op lokaal niveau slagen de partijen daar veel beter in.”

Een nieuw kartel met N-VA, zou dat geen idee zijn?

“Dat is vandaag niet aan de orde. Ik ga niet ontkennen dat ik me goed voelde in dat kartel. Ik werk ook in Ledegem samen met N-VA. En wie weet wat er gebeurt in de toekomst. Het kan zijn dat het politiek landschap zal herverkavelen, maar dat is niet mijn eerste keuze.”


Bart Dochy

Geboren op 29 oktober 1972 in Izegem.

Diploma: industrieel ingenieur Landbouw.

Woont met zijn vrouw in Sint-Eloois-Winkel, deelgemeente van Ledegem. Vader van twee kinderen.

Van 1995 tot 2014: consulent voor Boerenbond.

Van 2007 tot vandaag: burgemeester van Ledegem.

Van 2014 tot vandaag: Vlaams parlementslid.

Van 2019 tot vandaag: voorzitter van de commissie Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid.