Opvallend veel dieren vinden weg naar het Opvangcentrum in Oostende: “We voelen de stijging elke dag”

Claude Velter is directeur van het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren in Raversijde: "Steun, in tijd of middelen, is altijd welkom." (foto JRO)
Zana Bulteel
Zana Bulteel Medewerker KW

Het is alle hens aan dek in het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren in Raversijde nabij Oostende. Steeds meer mensen weten de weg te vinden wanneer een dier in nood zit. Die groeiende bekendheid zorgt voor een constante stroom gevederde en vierpotige patiënten, maar ook voor stijgende verwachtingen. Stad Oostende probeert bij te springen. Toch is daar de rek niet eindeloos. Het wordt voor het team van medewerkers en vrijwilligers een zware uitdaging om de groei te dragen.

“We zitten sinds januari aan 5.400 dieren”, zegt Claude Velter, directeur van het Opvangcentrum. “Dat zijn er 750 meer dan vorig jaar, een stijging van zo’n 15 procent. Dit is ons hoogste aantal sinds 2022. Een absoluut record wordt het misschien niet, maar wel een recordjaar aan individuele binnengebrachte dieren.”

Vogelgriep en olielozing

Die stijging is duidelijk voelbaar. De vogeltrek voert extra slachtoffers aan, letterlijk. “Aan de kust worden veel vogels tegen ramen gestuwd”, legt Velter uit. Ook de vogelgriep zorgt voor meer meldingen. Het centrum vangt soorten op die normaal amper binnenkomen. “We krijgen nu wekelijks Canadese- en rietganzen. Daarnaast hebben we meer zeevogels binnen, zoals jan-van-genten en zeekoeten.” De recente olielozing op zee maakte het nog drukker. “Als er iets gebeurt op zee, spoelen de vogels bij ons aan.”

“Als er iets gebeurt op zee, spoelen de vogels bij ons aan”

Dat andere opvangcentra, zoals het Natuurhulpcentrum in Limburg, op een recordjaar afstevent, verbaast Velter niet. “Daar zijn twee centra gestopt. De stijging zien we al jaren. Meer bebouwing, glas en verkeer zorgen voor meer risico’s voor dieren. Tegelijk broeden roofvogels en andere soorten steeds dichter bij de mens, waardoor ze sneller in de problemen komen én sneller gevonden worden.”

Gebrek aan middelen

Maar terwijl de aanvragen stijgen, blijven vooral de structurele middelen achter. “Onze infrastructuur is momenteel voldoende, maar de menskracht en financiële draagkracht staan zwaar onder druk”, zegt Velter. “De subsidies zijn al twintig jaar niet aangepast. Voor het aantal dieren dat wij opvangen, verzorgen en huizen, zouden we richting 70.000 euro moeten gaan, maar dat krijgen we nog niet.”

“De subsidies zijn al twintig jaar niet aangepast”

“Daarbovenop schuift de Vlaamse overheid steeds meer verwachtingen op ons af, onder meer rond socialer tewerkstellen en professionalisering”, duidt Velter. “Men verlangt dat we professioneler worden, maar voor verder steun is het nog koffiedik kijken.” Stad Oostende probeert te helpen, onder meer met het meeuwenteam, dat volgens Velter een voorbeeld is voor de hele kust, maar het blijft een strijd tegen een structurele achterstand. Toch wil Velter vooral vooruitkijken.

“Nieuwe vrijwilligers mogen zich altijd aanmelden”, besluit Velter. “Steun, in tijd of middelen, is altijd welkom. Zolang mensen blijven aankloppen met een dier in nood, blijven wij klaarstaan.” (ZB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise