Brandweer Westhoek meer dan drie uur bezig om achttien koeien uit beek te redden: “We zijn er voor mens en dier”

Liefst achttien koeien besloten donderdagavond tegelijk om pootje te gaan baden in een beek in Pollinkhove, bij Lo-Reninge. Alle koeien raakten niet meer zelf uit het water en moesten door de brandweer gered worden. “Er werden in totaal achttien brandweerlieden in gezet om de dames op het droge te krijgen”, zegt Kristof Louagie van Brandweer Westhoek. De actie duurde 3,5 uur.

Het was de landbouwer van een hoeve in de Tommestraat in Pollinkhove die donderdagavond even voor 19 uur een koe opmerkte in het water van de Sint Machuusbeek vlakbij. De brandweer kwam een kijkje nemen, maar stond meteen voor een verrassing. “Want het bleek niet om één koe te gaan, maar wel om dertien dames die tegelijk verfrissing zochten in het water”, zegt Kristof Louagie van Brandweer Westhoek. “Bovendien hadden enkele weinig zin om zich te laten redden want ze gingen op wandel in het water. We lieten ons speciale dierenredteam (DRT) van de zone ter plaatse komen om een reddingsactie op te zetten. De koeien naar boven hijsen was een onmogelijke klus. Daarom werd een kleine graafmachine ter plaatse gevraagd om een talud aan de oever aan te leggen zodat de koeien naar boven konden worden begeleid. Door het getrappel van de dieren moest die talud zelfs eens opnieuw effen getrokken worden. De karwei was best moeilijk want de dieren lieten zich niet zomaar naar boven begeleiden.”

18 brandweerlieden

Uiteindelijk zette de brandweer achttien manschappen in om de koeien samen te drijven en naar boven te begeleiden. Enkelen van hen moesten daardoor lange tijd in het water aan de slag gaan. Om 21 uur was de brandweer nog volop bezig met de taak, die uiteindelijk het grootste deel van de avond in beslag nam. “Om 22.30 uur was de laatste koe gered. Daarna moest het materiaal wel nog gereinigd worden. Het redden van dieren is een kerntaak van de brandweer en bij een dier in nood komen wij altijd ter plaatse. We zijn er voor mens en dier”, geeft Kristof Louagie nog mee. De landbouwer moet met andere woorden niet opdraaien voor de kosten. (JH)