Zo wil de kust zich komende 100 jaar beschermen tegen stijgende zeespiegel
Er blijven nog twee alternatieven over om onze kust de komende 100 jaar en langer te beschermen tegen de stijgende zeespiegel. Van een eiland voor onze kust — een idee dat enkele jaren geleden werd opgeworpen — is plots geen sprake meer. De alternatieven zijn minder spectaculair, maar daarom niet minder efficiënt.
Dat de bescherming van onze kust een gevoelige kwestie is, bleek de voorbije jaren al. Toen het plan werd geopperd om een eiland te plaatsen voor de kust van onder andere Knokke-Heist, schoot wijlen burgemeester Leopold Lippens (CVP) net niet in een kramp. Hij dreigde met juridische stappen en verzette zich met hand en tand tegen zo’n eiland.
Twee alternatieven
Nu het onderzoekstraject Kustvisie van de Vlaamse overheid succesvol is afgerond, is van zo’n eiland geen sprake meer. Maar geen eilanden betekent natuurlijk niet dat er geen maatregelen nodig zijn. Meer dan 90 stakeholders onderzochten de verschillende opties om onze kust de komende 100 jaar en langer te blijven beschermen tegen overstromingen uit zee.
Op basis van dat onderzoek blijven voor de strandzones nog twee kansrijke alternatieven over: de hoog- en laagwaterlijn behouden waar ze nu is (alternatief ‘Ter plaatse’) of op termijn gefaseerd verschuiven richting de zee (alternatief ‘Zeewaarts’). “Met de voorliggende alternatieven die nu overblijven kunnen we onze kust op lange termijn beschermen. Ze zijn haalbaar en bieden ook alle kansen om onze kust op lange termijn aantrekkelijk te houden voor iedereen”, zegt Lydia Peeters (Open Vld), Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken.
‘Ter plaatse’ en ‘Zeewaarts’
Maar wat houden die alternatieven nu concreet in? Bij ‘Ter plaatse’ blijven de hoog- en laagwaterlijn waar ze vandaag zijn. Bij ‘Zeewaarts’ verschuiven ze op lange termijn gemiddeld een honderdtal meter richting zee. De Vlaamse overheid kan beide alternatieven de komende 100 jaar of langer in kleine stapjes uitrollen of net in hele grote stappen.
Het alternatief ‘Zeewaarts’ lijkt meer kansen dan het alternatief ‘Ter plaatse’ te bieden, omdat het een optie is om op lange termijn aan al onze stranden opnieuw duinen te creëren én de huidige strandbreedte te behouden en op vele plaatsen zelfs licht te verbreden. “In beide alternatieven zal wellicht vóór 2060 minstens een eerste ophoging en verbreding aan onze dijken en duinen ter hoogte van De Haan-Wenduine nodig zijn. Daarna zullen wellicht de dijken en duinen in Oostende aangepast moeten worden. De komende jaren zal dit verder in detail onderzocht worden”, zegt minister Peeters.
Inspraakmomenten
Hoe het nu verder moet? Met de overgebleven alternatieven van het co-creatie onderzoekstraject wordt nu verder aan de slag gegaan. Op 16 december 2022 deelde minister Lydia Peeters al aan de Vlaamse Regering mee dat er in 2023-2024 op basis hiervan een strategisch beleidsplan met een voorkeursalternatief zal opgemaakt worden. De Vlaamse Regering zal binnenkort de startbeslissing nemen. Via inspraakmomenten in 2023 en 2024 zal het brede publiek mee het voorkeursalternatief voor elke strandzone en elke kusthaven kunnen bepalen. Ook aan de toekomst van de havens wordt gedacht: er blijven namelijk per haven twee tot vier kansrijke alternatieven over. Deze alternatieven vormen het startpunt om de komende twee jaar een Vlaams strategisch beleidsplan op te maken.
Minister Lydia Peeters is alvast opgetogen over het geleverde werk en spreekt over een huzarenstukje. Dat beaamt ook Alexander D’Hooghe van consortium Hoogtij(d).“Kustvisie is onze verzekering tegen de gestage zeespiegelstijging, onze verzekering om Vlaanderen droog te houden zonder land op te geven. Zo kunnen de huidige en toekomstige generaties zonder zorgen blijven investeren en genieten van onze kust.” (MM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier