Wie helpt kikkers en padden met oversteken? In West-Vlaanderen gebeurt dit minder dan in andere provincies
De jaarlijkse paddentrek is door de plotse temperatuurstijgingen van dit weekend erg vroeg begonnen. Natuurpunt vraagt om op te letten en de dieren te helpen met oversteken waar nodig. Opvallend, in West-Vlaanderen worden bijzonder weinig van de diertjes geholpen, in tegenstelling tot in andere provincies. “Maar dat komt niet omdat West-Vlamingen luier zijn”, verzekert Dominique Verbelen van Natuurpunt.
Zag jij al een kikker of pad rond hopsen in je tuin afgelopen weekend? Dat is niet verwonderlijk. Na de winterprik van vorige week, hebben de lentetemperaturen dit weekend de amfibieën wakker geschud. Zaterdagavond 20 februari 2021 zijn de padden, kikkers en salamanders aan hun trek begonnen naar hun voortplantingspoelen. Dat betekent extra voorzichtig zijn op de weg voor overstekende amfibieën. En voor de vrijwilligers die de amfibieën helpen oversteken.
Op zoek naar een lief
Amfibieën brengen de winter meestal door aan land, verstopt onder bladeren, een houtstapel of ingegraven in een ondergrondse holte. In het voorjaar ontwaken ze en gaan ze op weg naar een voortplantingspoel. Doel: een lief zoeken, paren en eitjes afzetten. Door het dichte Vlaamse wegennet moeten veel amfibieën tijdens die voorjaarstrek een weg oversteken. Vaak eindigt zo’n tocht ‘op weg naar nieuw leven’ in een platte dood.
Natuurpunt coördineert daarom jaarlijks in heel Vlaanderen paddenoverzetacties. Langs de trekroutes worden schermen geplaatst die de amfibieën naar ingegraven emmers leiden. Vrijwilligers controleren die emmers dagelijks en zetten alle amfibieën veilig over naar de andere kant van de weg, of aan de rand van een poel.
Vorig jaar werden er op die manier in 130 Vlaamse steden en gemeenten 265 overzetacties georganiseerd, goed voor 149.666 amfibieën die levend de weg werden overgezet. Alleen blijken we in West-Vlaanderen niet echt geneigd om de dieren een handje toe te steken.
Geen natuur, geen padden
Het hoogste aantallen amfibieën werden vorig jaar gered in de provincie Antwerpen (50.197), gevolgd door Vlaams-Brabant (30.726), Oost-Vlaanderen (29.444), Limburg (20.362) en West-Vlaanderen (18.937) op de laatste plaats. De Ieperlingen deden nog het meest hun best zij hielpen 4.853 diertjes veilig naar hun poel.
Zijn wij West-Vlamingen dan te lui om een emmer amfibieën de weg over te dragen. “Neen hoor”, stelt Dominique Verbelen van Natuurpunt gerust. Al is de realiteit minstens even triest. “Wat natuur betreft is West-Vlaanderen zo goed als altijd het minst bedeeld, amfibieën zijn daar geen uitzondering op. Als er geen poelen zijn voor die dieren om naartoe te trekken, hoef je ze natuurlijk ook niet te helpen om daar te geraken.”
Een tweede verklaring zou volgens Dominique kunnen zijn dat onze wegen nu eenmaal minder druk zijn en er daarom minder nood is paddenoverzetters. “Sowieso zien wij voor al onze activiteiten, denk maar aan het vogeltelweekend bijvoorbeeld, dat veel meer mensen meedoen in de grote steden. West-Vlaanderen telt er daar nu eenmaal minder van.”
“Ik vermoed dat dat komt doordat mensen op het platteland het nut niet inzien van bijvoorbeeld mussen tellen. Waarom zou je, als er elke dag 500 in je tuin zitten? Langs de andere kant heeft iemand die in hartje Antwerpen woont, misschien nog nooit een mus gezien. Om diezelfde reden hebben we ook meer leden in grote steden. In West-Vlaanderen zijn dat Roeselare en Ieper.”
Nog meer dan 8.000 dode padden
“Door de beperkende coronamaatregelen is dit jaar het niet mogelijk om in groep paddenschermen op te zetten of padden te rapen”, vervolgt Dominique. “Maar de coördinatoren van de lokale overzetacties slagen er op de meeste plaatsen wel in om voldoende mensen te mobiliseren. Met een beetje flexibiliteit en een goede planning, staan ook dit jaar weer duizenden mensen klaar om trekkende amfibieën veilig de weg over te helpen.
Toch noteerden vrijwilligers vorig jaar nog 8.352 verkeersslachtoffers. Dit is slechts het topje van de ijsberg. Op heel wat trekroutes is er immers geen ‘paddenredteam’ actief en het werkelijke aantal verkeersslachtoffers ligt dus ongetwijfeld aanzienlijk hoger.
Niet aanzuigen
De voorjaarstrek van amfibieën speelt zich vooral af vanaf schemerduister en stopt rond middernacht. Ideale treknachten zijn nachten met avondtemperaturen van minimaal 8 °C en een hoge luchtvochtigheid. Natuurpunt roept automobilisten op om aandacht te hebben voor de overstekende amfibieën en hun snelheid te minderen tot maximaal 30 km/u op plaatsen waar verkeersborden waarschuwen voor amfibieëntrek.
Reden: bij lagere snelheden kunnen bestuurders overstekende padden, kikkers en salamanders gemakkelijker opmerken en ontwijken. Minstens even belangrijk: bij snelheden hoger dan 30 km/u sneuvelen ook veel amfibieën door het ‘aanzuigeffect’ van het voorbijrazende verkeer.
Zin om een handje mee te helpen? Ontdek waar jij mee kan helpen overzetten op www.paddenoverzet.be en contacteer de coördinator van een actie bij jou in de buurt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier