De drijvende krachten achter de Blankaart, zo omschrijft conservator Guido Vandenbroucke zijn vrijwilligers. Met man en macht – en een nat pak – kregen ze donderdag de laatste der gezonken boten weer vlot na de historische zondvloed in het natuurgebied.
De naam ‘blankaart’ stamt af van het ‘blank staan’: het natuurgebied bij Woumen ligt slechts 2,6 meter boven de zeespiegel en vormt het laagste punt van de IJzerbroeken. In de kern liggen grote ondiepe vijvers, gevoed door zes beken, en de Blankaartvijver die ontstond door turfontginning. Natuurpunt wil er zoveel mogelijk mensen laten genieten van natuur, vogels en natuurlijk het unieke koppel zeearenden via wandelpaden en boottochtjes.
Verrast
“Onze boten zijn gezonken door de vloed van november”, wijst Guido Vandenbroucke, conservator van het natuurgebied. “Ons boothuis is gemaakt op basis van de vloed van 1993. We dachten dat het peil nooit hoger zou komen, maar we werden verrast: toen we de boten wilden weghalen, zaten ze al klem tegen het dak en zo duwden ze zichzelf onder. Met ‘den dunderdagploeg’ – vrijwilligers die elke donderdag beheerswerken doen, probeerden we ze opnieuw vlot te krijgen.”
Ancien
Dat lukte relatief vlot voor twee houten boten, maar het metalen exemplaar was een ander paar mouwen. “Maar we geven niet op”, zegt Dirk Wybo uit Klerken, met 76 lentes de ancien onder de vrijwilligers. “Na mijn pensioen als beroepsmilitair begon ik hier in 2001. Deze bezigheid is mij goed bevallen en ik ben werd hier ook bootsman. Onlangs viel ik in De Blankaart en nu is iemand anders in het water beland. Een nat pak deert ons niet. Onze groep groeide uit tot een vriendenbende. Er wordt gelachen en gewerkt, en we halen hier voldoening uit. Ik voel me nog goed en doe dit liefst nog zo lang mogelijk.”
Ziekte
De jongste is de 23-jarige Freek Crombez uit Beerst, een jongen met een rugzak. “Ik heb mijn pillen bij, die ik om de twee uur moet nemen om de ziekte van Huntington af te remmen”, vertelt hij. “Ik kreeg de diagnose van deze erfelijke ziekte op mijn achttiende. Mijn papa, oma en overgrootouders zijn eraan gestorven. Door de symptomen kan ik niet meer werken. Hier kom ik sinds enkele maanden om nog iéts te doen voor ik in een rolstoel beland. Ik kan niet zoveel doen als de andere vrijwilligers, maar ik word betrokken in een prachtige omgeving.”
Zeearenden
“Ik heet Hugo Vanherck, maar iedereen noemt mij Sancho. Waarom? Dat is een lang verhaal”, aldus de 67-jarige Kempenaar. “Intussen woon ik al bijna vijftien jaar in Reninge. Als je een beetje natuurminnend bent in de IJzervallei, dan kom je in De Blankaart terecht. Het werk in dit uniek gebied is heel afwisselend: van maaien over het onderhouden van paden tot het herstellen van bruggen. Zeker nu is er veel te doen. De komst van de zeearenden bewijst dat ons werk iets uithaalt.”
De metalen boot uit het water halen, nam uren werk in beslag. “Hoe? Vraag het aan mijn collega’s, ik ben maar de domme kracht”, lacht Sancho. “Het is een hele klus omdat deze boot geen eigen drijfvermogen heeft en behalve enkele ton water ook nog eens beladen is met honderden kilo’s elektrische batterijen.”
Rampenfonds
“Deze zijn wellicht allemaal naar de vaantjes, net als de laders, elektromotoren en lift waarmee we rolstoelgebruikers in de boot hielpen”, vermoedt Guido. “Een dure grap, maar waarschijnlijk wordt dit vergoed via het rampenfonds.”
Guido is trots op zijn vrijwilligers. “Jong bloed blijft welkom. Er is nog veel opruim- en herstelwerk aan wandelpaden die over- en zelfs helemaal wegspoelden. Samen verzetten we bergen werk in een aangename sfeer, met een belonende tas koffie, goeie pint of stuk taart na de arbeid.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier