De afgelopen vijf jaar zijn in West-Vlaanderen 766 uren aan werkstraffen gepresteerd voor het agentschap Natuur en Bos. Mensen die een werkstraf kregen opgelegd, helpen onder meer door zwerfvuil te ruimen.
In heel Vlaanderen werden tussen 2020 en 2024 5.795 uren aan werkstraffen verricht voor het agentschap Natuur en Bos, blijkt uit cijfers die Vlaams Parlementslid Andy Pieters (N-VA) opvroeg bij minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V).
Een werkstraf is een straf die iemand opgelegd wordt door de rechtbank. De veroordeelde verricht dan onbetaalde arbeid in een organisatie met een sociaal doel of een openbare dienst. Werkstraffen komen niet op het strafblad te staan.
“Daders dragen bij aan een proper Vlaanderen”
Voorbeelden van werkplaatsen zijn technische diensten of groendiensten van een gemeente. Het gaat om eenvoudige taken waarbij de betrokkene een dienst ondersteunt in de dagelijkse werking, zoals hulp in de keuken of het opruimen van zwerfafval. Maar veroordeelden kunnen dus ook ingezet worden voor klusjes voor het agentschap Natuur en Bos. In West-Vlaanderen ging het in totaal om 766 uren. Dat is een pak minder dan de 4.719 uren in Vlaams-Brabant, maar meer dan de 310 uren in Limburg. In Antwerpen en Oost-Vlaanderen werd dan weer niet geklust voor Natuur en Bos.
In onze provincie werd vooral gewerkt in de natuur van De Panne (190 uren) en het Vagevuurbos in Wingene (180 uren). “Een voorbeeld van goede samenwerking”, zegt Andy Pieters. “Daders dragen bij aan een proper Vlaanderen, onder goede begeleiding en met een duidelijke boodschap dat de maatschappij geen straffeloosheid aanvaardt.”