Tussen 8 tot 15 oktober legt de Week van het Bos de nadruk op de bebossingscijfers in Vlaanderen. Arrondissement Kortrijk, een sterk verstedelijkt gebied, komt opnieuw naar voor als een van de meest bosarme regio’s. In West-Vlaanderen doen enkel arrondissement Roeselare en Veurne slechter. Een opsteker is wel dat er sinds 2002 een stijging van 28,2 % merkbaar is.
Zuid-West-Vlaanderen is een van de meest verstedelijkte en dichtbevolkte gebieden van West-Vlaanderen. Het arrondissement Kortrijk, dat bestaat uit de gemeenten Anzegem, Avelgem, Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Kuurne, Lendelede, Menen, Spiere-Helkijn, Waregem, Wevelgem en Zwevegem, is na het arrondissement Antwerpen het dichtstbevolkte arrondissement van Vlaanderen.
In de regio Zuid-West-Vlaanderen verwacht je niet meteen grote bossen tegen te komen. In het kader van de Week van het Bos, dat van 8 tot en met 15 oktober loopt, heeft het Belgische statistiekbureau Statbel het bodemgebruik en de bebossingsgraad in de regio onder de loep genomen. De cijfers behandelen enkel de kadastraal als bosgrond geregistreerde percelen in België. Dit artikel legt de focus op de data voor de laatste twee opgenomen decennia: de periode 2002-2022.
Stijging dankzij Leiedal en Klimaatfonds
Vandaag bestaat 1,22 % van de oppervlakte in het arrondissement Kortrijk uit bosgebied. Daarmee staat de regio op de op twee na laatste plek van de West-Vlaamse arrondissementen, na Roeselare (0,88 %) en Veurne (0,78 %). West-Vlaanderen heeft sowieso de minst gunstige boscijfers van het Vlaams Gewest, wat het rapport van het arrondissement Kortrijk nog meer naar beneden haalt.
Toch is er goed nieuws voor wandel- of natuurliefhebbers in het Kortrijkse: de oppervlakte aan bebossing neemt de laatste jaren alleen maar toe. Sinds 2002 is er een stijging van 28,2 % merkbaar. Over de laatste 20 jaar is er maar één West-Vlaams arrondissement die zijn groene oppervlakte nog sneller zag stijgen. Niet toevallig is dat Roeselare, de op één na slechtste West-Vlaamse leerling van de klas, met 31,15 %.
“Onze regio is historisch gezien altijd al een bosarme regio geweest” – Wout Maddens, voorzitter Leiedal
Jeroen Denaeghel, woordvoerder van het Agentschap Natuur en Bos (ANB), geeft aan dat er geen specifieke doelstellingen zijn opgemaakt per arrondissement. De stijging kan dus voor een deel toegekend worden een de gemeenten zelf en, in het geval van Zuid-West-Vlaanderen, aan Leiedal, de interlokale vereniging voor streekontwikkeling in Zuid-West-Vlaanderen.
Wout Maddens (Open VLD), voorzitter van Leiedal en schepen van Stedenbouw in Kortrijk, verklaart de situatie in het arrondissement en de toekomstplannen: “Onze regio is historisch gezien altijd al een bosarme regio geweest, omwille van zijn eigen ruimtelijke structuur die je eigenlijk niet kan vergelijken op arrondissementenniveau met andere. Zo zijn er nog in Deerlijk, Harelbeke, Kortrijk, Menen, Waregem, Wevelgem en Zwevegem bossen die op korte termijn worden aangeplant. Zo’n 42,2 hectare op kortere termijn en 46,7 hectare op langere termijn.” Ook het Klimaatfonds, een samenwerking tussen 11 gemeenten in de regio, heeft een positief effect op de bosplannen. Dat fonds heeft als doel om klimaatprojecten zo veel mogelijk aan te moedigen. In Zwevegem zijn er bijvoorbeeld al plannen om duizend bomen aan te planten in het Smalspoorbos.
46 hectare in Kortrijk
De rol van Kortrijk in de vergroening van de regio mag niet onderschat worden. In de laatste 20 jaar is de Guldensporenstad nominaal gezien de sterkste stijger in de regio met 46 hectare aan nieuw bos. Kortrijk staat ook op de derde plek qua percentage bosgrond ten opzicht van de totaaloppervlakte in de regio met 1,75 %, na Anzegem (2,86 %) en Spiere-Helkijn (2,4%). Schepen van Natuur in Kortrijk Bert Herrewyn (Vooruit) noemt daarbij de inrichting van het Preshoekbos op het grensgebied met stad Menen als de grootste factor in die vergroening, met in totaal 143 hectare aan bos, verspreid over de twee gemeenten.
Daarnaast kwamen er verschillende andere kleinere percelen bij in de laatste twintig jaar en maakte het Kortrijkse stadsbestuur zich aan het begin van deze legislatuur sterk dat het 100 extra hectare aan bos zou voorzien. Herrewyn geeft aan dat het nog vroeg is om te evalueren of de coalitie daarin geslaagd is, maar laat wel vallen dat er een plan is om het Interfluvium, het gebied tussen Leie en Schelde in het zuiden van Kortrijk, te bebossen, in samenspraak met de betrokken administraties. Zowel Wout Maddens als Bert Herrewyn maken overigens de belangrijke nuance dat er veel, vermoedelijk openbare, domeinen niet in de cijfers van het Kadaster zijn opgenomen. Volgens de groenmonitor die Leiedal in samenwerking met de lokale besturen opstelde, beslaan de Kortrijkse bossen 2,8 % van het grondgebied.
Stad Menen
De sterkste groene stijger in de regio Zuid-West-Vlaanderen van de afgelopen 20 jaar is stad Menen. In het jaar 2008 sprong de oppervlakte aan bebossing in de Wieltjesstad immers van 5 naar 14 hectare. In 2022 ging er opnieuw 1 hectare verloren. Patrick Roose (Vooruit), schepen van Klimaat in Menen, duidt de erkenning van het natuurontwikkelingsgebied de Bramier, dat bij het Preshoekbos ligt, als de reden voor de sterkte stijging in 2008. Daarnaast heeft de stad de ambitie om in deze legislatuur voor elk van de 34.322 inwoners één boom te planten. “Er werden of zijn al bomen aangeplant in, onder andere, het Snoezelbos, Smokkelbos en Barakkenpark. Daarnaast bereiden we de aanleg van een gezamenlijk stadsbos met onze buur Wervik voor, dat gaat over zo’n 10 ha. Samen met het groeiend Preshoekbos langs de rand met Kortrijk – het geboortebos wordt er dit jaar aangeplant – proberen we op deze manier samen onze bosarme regio te vergroenen”, besluit Roose.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier