Onze journalist gaat op safari… in de Westhoek: op zoek naar de koning van het luchtruim

De Westhoek is een toplocatie voor vogelaars die onvergetelijke foto's willen nemen. © Kurt/PCOK
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Het is een bewolkte, maar warme zaterdag eind juli en ik vertrek op safari. Neen, niet naar de Afrikaanse savanne, maar naar het blauwe hart van de Westhoek: de Blankaart. Op zoek naar de koning van het luchtruim: de majestueuze zeearend, de heilige graal onder vogelaars. En wie weet kruisen straks ook reigers, kiekendieven en zelfs bevers mijn pad? De comeback van iconische soorten is volop aan de gang. Ga je mee?

Het is 10 uur als de koffie geurt in het binnenruim van De Boot aan de Driegrachtenbrug in Merkem (Houthulst). Deze waterrijke omgeving is de startplek van onze safari naar de Blankaart. Onze wat, denk je nu? Wie vijf jaar geleden had voorspeld dat we vandaag op safari zouden gaan in onze achtertuin, op zoek naar een iconisch beest dan nog, werd per dwangbuis weggevoerd.

Onze journalist Paul Cobbaert ging voor ons op zeearendensafari langs de IJzer en de Blankaart.
Onze journalist Paul Cobbaert ging voor ons op zeearendensafari langs de IJzer en de Blankaart. © Kurt Desplenter Foto Kurt

Organisator Mathias Michielsens, een bioloog uit het Antwerpse, oogt ietwat nerveus. Het is pas de derde keer dat hij een zeearendsafari organiseert in onze regio. Eén keer kreeg hij de roofvogel te zien en dus ook één keer niet. “Als je wil dat je concept een succes wordt, dan moet je de vogels af en toe te zien krijgen. Laat ons hopen!”

Het concept: dat is onze natuur toegankelijk maken voor een breed publiek op een avontuurlijke manier. We gaan immers packraften: een combinatie van varen en wandelen. Mathias is een ervaren gids: in Leuven organiseert hij elke maand een beproefde beversafari. Onze tweede gids luistert naar de naam Wim Packet, een grote naam in natuurkringen. Hij woont langs de IJzerdijk en kent de streek als zijn broekzak. Onze groep is een bont gezelschap van Brabanders en Antwerpenaren. En ik dus – de enige West-Vlaming.

Met uitsterven bedreigd

Eerste deel van de safari: vier kilometer varen naar de Knokkebrug. “We hopen in dit deel enkele kleurrijke vogels te zien”, zegt Wim. “De ijsvogel doet het hier goed en ook de zomertortel en zelfs de wielewaal worden af en toe gespot. Let wel: ik durf niets te garanderen.”

De bruine kiekendief laat zich van dichtbij bewonderen.
De bruine kiekendief laat zich van dichtbij bewonderen. © PCOK

Mijn hart gaat toch wat sneller kloppen: deze laatste twee vogels – prachtige wezens zijn immers met uitsterven bedreigd in ons land. Enkele boerenzwaluwen vliegen op als we vertrekken, en meteen scheert ook een ijsvogel vliegensvlug over het water. Helaas duikt ie meteen weg in het donker van de bomen. Geen foto. Een blauwe reiger aast op zijn dagelijks visje. “Even stil”, werpt Wim zijn arm in de lucht. Hij meent een wielewaal te horen. Het is vals alarm. Voorlopig geen zeldzame vogeltjes.

Toen de eerste arendkuikens ter wereld kwamen in de Blankaart, werd hier zelfs een geboortereceptie georganiseerd

Aan de Knokkebrug stappen we uit en beginnen we aan onze wandeling. We zijn hier in de broeken van Merkem en Woumen, een van de minder bekende toegangspoorten tot het natuurreservaat De Blankaart. Dit gebied maakt deel uit van Natura 2000: een Europees netwerk van beschermde topnatuur. Enkele overvliegende ooievaars heten ons welkom. “Dat is ook een van de soorten die aan een comeback bezig is”, gaat Wim verder. “In dit deel van de wandeling gaan we wellicht vooral reigers te zien krijgen. Al bestaat de kans dat er ook al een zeearend opduikt.”

Het spook van de Blankaart

De eerste vogel die zich van dichtbij laat bewonderen, is een bruine kiekendief. Ik spot hem op een paaltje achter een rietkraag. Wat een machtig beest – ook al een iconische soort voor deze omgeving. Twee lepelaars vliegen over, evenals een grote en een kleine zilverreiger. Tussenstand van het aantal reigersoorten: drie. Of we ook de roerdomp kunnen spotten, wil ik weten van Wim. Deze enigmatische reiger wordt ook wel ‘het spook van de Blankaart’ genoemd en dat blijkt geen leugen. “De roerdomp doet het hier relatief goed, maar wordt zelden waargenomen. Dat geldt ook voor de kwak, een andere kleine reigersoort.”

De zeearend is de heilige graal voor vogelaars.
De zeearend is de heilige graal voor vogelaars. © PCOK

Dat het moment suprême mag komen, bedenk ik in mezelf. Elke vezel van mijn lijf wil eindelijk die gigantische zeearend te zien krijgen én op foto zetten. Deze vogel – na de gier de grootste roofvogel van Europa – wordt de vliegende deur genoemd omdat hij een spanwijdte van 2,40 meter heeft. Het grote voordeel: er valt niet naast te kijken als hij op jacht trekt. “Dáár”, roept Mathias plots uit, zijn verrekijker in de aanslag. In de verte cirkelen twee arenden boven een bosje. Enkele seconden en dan weer weg. In een andere weide is een groepje koereigers een maaiende tractor aan het achtervolgen. De vierde reigersoort die we afvinken: check!

De steltkluut is een nieuwe soort voor ons land.
De steltkluut is een nieuwe soort voor ons land. © PCOK

We wandelen het hart van de Blankaart binnen. Vlakbij de grote kijkhut vliegen enkele steltkluten op – ook al een nieuwe soort voor ons land. Deze watergevoelige steltloper rukt noordwaarts op, omdat het zuiden te droog is geworden. Vorig jaar werden hier maar liefst 58 koppeltjes geteld. Aan de kijkwand bij de grote vijver worden we opgeschrikt door een krachtige vleugelslag. De vliegende deur! De moedervogel, ziet Wim direct. Ze gaat neerzitten op een boomtop op het eilandje. Wat een machtig spektakel! Het is hier intussen drummen voor een plekje.

Misschien kunnen we hier binnen enkele jaren ook op zoek naar otters en bevers

De zeearend was vele eeuwen verdwenen uit ons land. Het is zelfs niet zeker of hij hier vroeger ooit gebroed heeft, zeggen experten. De gedetailleerde manier waarop de zeventiende-eeuwse meester Frans Snyders de vogel schilderde, doet wel vermoeden dat de soort goed gekend was. De zeearend heeft de mens altijd gefascineerd – tot op vandaag. Toen in april vorig jaar twee vogels neerstreken in Diksmuide, was de euforie ongezien – onder vogelaars én daarbuiten.

Toen dit voorjaar de eerste jongen ter wereld kwamen, werd zelfs een heuse geboortereceptie georganiseerd. Maaike Cafmeyer en Wim Willaert zijn meter en peter – geen grap. Waarom de zeearend deze omgeving heeft uitgekozen voor zijn allereerste Belgische broedsel? Omwille van het water en de rijkdom aan vette prooien. De honderden grauwe ganzen bijvoorbeeld. Ik kijk naar Mathias. Hij is zichtbaar opgelucht. Wat een waarneming is dit!

Comeback

Het is tijd voor onze laatste etappe: de boottocht terug naar de Driegrachtenbrug. Of we ook de bever alweer kunnen spotten langs de IJzer, wil ik nog weten. Na meer dan honderd jaar afwezigheid – verjaagd en uitgeroeid door de mens – is het grootste knaagdier van Europa aan een straffe comeback bezig. Maar helaas nog niet langs de IJzer, weet Wim. “De bever werd wel al enkele keren gespot in de buurt van Brugge en ook in de Leie, vlakbij Kortrijk. Wellicht zal hij vroeg of laat ook hier weer opduiken. De otter is een ander verhaal. Deze marter is kieskeuriger dan de bever. De kwaliteit van het IJzerwater is al beter, maar zal nog veel beter moeten.”

Naast de grote zilverreiger spotten we ook zijn kleine broer, enkele lepelaars en koereigertjes.
Naast de grote zilverreiger spotten we ook zijn kleine broer, enkele lepelaars en koereigertjes.

Het is iets wat mij al enkele jaren opvalt: zoveel iconische soorten die de weg (terug) vinden naar België. Zeearend, bever, otter, maar ook zeehond, lynx, kraanvogel, enzovoort. Dat is goed nieuws voor onze natuur, maar wil helaas niet zeggen dat het goed gaat met onze natuur – dat is voor een volgend artikel. De tigste helderwitte zilverreiger vliegt op. Dat de IJzer een verdomd mooie rivier kan zijn, bedenk ik.

Deze safari was een uniek avontuur – zeker voor herhaling vatbaar. Misschien binnen enkele jaren op zoek naar otters en bevers? Of word ik nu per dwangbuis weggevoerd?