De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Meer wilde ooievaars overwinteren in Bellewaerde en schuwen de attracties niet: “Wij zien het graag gebeuren”

Redactie KW

Van de Flying Carrousel tot het kasteel van Koning Leeuw: steeds meer wilde ooievaars bezetten de torens van Bellewaerde en blijven er ook heel de winter. “We verwachten vroege eitjes.”

Bellewaerde wil ooievaars aantrekken en plaatste een twintigtal nestpalen in het Ieperse park. Dat legde hen geen windeieren: na één koppel zitten er drie jaar later elf ooievaars. “En de grote toeloop uit het zuiden moet nog komen, het gaat hard”, stelt Pieter Vercruysse, curator en operation manager in de dierenafdeling van het park. “Ook opvallend: negen van onze elf ooievaars zijn deze winter gebleven. Dat is wel erg veel.”

Opportunisten

“De ooievaar is nochtans een trekvogel, maar we stellen vast dat ze hier overwinteren, hun zomerverblijfplaats. Dat is te danken, of net niet, aan de opwarming van het klimaat waardoor ze meer voedsel vinden in onze streek”, aldus Vercruysse. “De bodem is bijna nooit bevroren: muizen, regenwormen en ander voedsel blijven voorradig. Ooievaars zijn opportunisten: als een wintertrek niet hoeft, dan doen ze het niet. Het gevolg: Bellewaerde wordt een trekpleister voor wilde ooievaars. Meer en meer vogels vinden hun weg naar het park en dat zien wij heel graag gebeuren. Onze nestpalen en samenwerking met andere ooievaarsinitiatieven leveren snelgroeiende resultaten.”

Met verrekijker door park

Er is nog een reden voor de aantrek. “Onze grondpopulatie: niet-vliegende ooievaars die ooit gekwetst aankwamen in vogelopvangcentra en hier een plek kregen in het park. Deze populatie hebben we al sinds de jaren 1960 en hoort dus tot het DNA van Bellewaerde. Zij moeten de wilde populatie versterken, want hun jongen kunnen wel vliegen. Elke geboren ooievaar wordt hier geringd door het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen. Aan de hand van dit ‘paspoort’ kunnen we elke ooievaar blijven volgen. De dierenverzorgers trekken vaak met de verrekijker door het park om aan de hand van de ring na te gaan welke vogels aanwezig zijn. Een ooievaar herken je niet zomaar aan het uiterlijk, want ze zijn identiek. Onze recente wilde populatie bestaat uit ooievaars die hier geboren zijn of vanuit andere plekken in Europa naar Bellewaerde komen.”

Top attracties

Intussen voelen de vogels zich ook op hun gemak op de toppen van attracties, zoals de toren van de koffietassen, de Flying Carrousel en het kasteel van Koning Leeuw. “Een van de ooievaars vliegt voortdurend met takken naar de kasteeltoren, maar ze vallen steeds naar beneden”, stelde Vercruysse vast. “Er zijn zeker nog voldoende nestpalen, maar deze ooievaar wil daar eens experimenteren. Intussen verkoos een koppel een boom boven een nestpaal om een nest te bouwen. We hebben een groen park, dus er is plaats genoeg voor nog tientallen extra nesten.”

Overnachten

Na Bellewaerde Kerst sluit het park elke winter tot de heropening voor de paasvakantie. “Het is opmerkelijk hoe de ooievaars ongestoord blijven zitten terwijl honderden bezoekers onder hen passeren, maar wanneer één iemand er in een gesloten park passeert vliegen ze meestal wel op. We krijgen veel meldingen van mensen in de buurt die ze dagelijks helpen spotten in de Verdronken Weide en de buurt van Zillebekevijver. Ze slapen meestal hier op hun nesten, ’s morgens vertrekken ze om te gaan foerageren, in de loop van de namiddag komen ze terug en tegen de avond zitten ze weer op hun nestjes.”

Meer ooievaars in de tuin

“Bezoekers en buurtbewoners meldden wel eens ‘ontsnapte’ ooievaars wanneer ze neerdaalden in of rond het park, maar men raakt de wilde populatie stilaan gewoon. Zoals een ooievaar die plots opduikt in een tuin in Ieper en Zonnebeke. De grote toename in onze regio is erg positief voor de populatie in West-Vlaanderen en Europa. Wij zitten ook in het nationaal OOI-observatienetwerk.” Dat zijn gepassioneerde lokale waarnemers die het aantal bezette nesten en het broedsucces bijhouden, waardoor de ooievaar volgens Natuurpunt één van de best gemonitorde vogelsoorten van het land werd. “We brengen alles nationaal in kaart om er later iets wetenschappelijk mee te kunnen doen”, duidt Vercruysse. “In ons park merken we nog een trend door de zachte winter: ze koppelen en nestelen vroeger. We verwachten dus snel eitjes.” (TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise