Interventielijn vogelgriep registreerde afgelopen zomer 450 oproepen
De Provincie West-Vlaanderen richtte net voor de zomer samen met het Opvangcentrum voor Vogels en Wilde Dieren in Oostende, het Agentschap voor Natuur en Bos en vijf kustgemeenten (Knokke-Heist, Blankenberge, De Haan, Bredene en Oostende) de Vogelgriepinterventielijn Kust op. Bij deze interventielijn kunnen mensen dag en nacht terecht om mogelijks besmette vogels (zieke of dode) te melden. Afgelopen zomer werden er in totaal 450 oproepen geregistreerd en 170 interventies uitgevoerd.
De Vogelgriepinterventielijn Kust werd opgestart na de vaststelling tijdens het zomerseizoen van 2022 dat de vogelgriep niet uitdoofde in de lente, maar de hele zomer voor slachtoffers bleef zorgen. Zo was het aantal besmettingen bij zeevogels erg hoog en trof men verschillende dode of zieke dieren aan in zee, op het strand, in de duinen of langs de openbare weg. Het correct melden, veilig ophalen en vernietigen van de zieke of dode vogels bracht toen heel wat problemen met zich mee. Om een verdere verspreiding van het virus en de impact ervan op de wilde fauna te beperken en om een bioveilige aanpak te garanderen bij het hanteren van zieke en dode vogels, werd een uniforme en centraal gecoördineerde aanpak voorgesteld voor alle kustgemeenten, de Vogelgriepinterventielijn Kust.
Besmette vogels
Ook in de lente en de zomer van 2023 deed zich een nieuwe Vogelgriepuitbraak voor. De eerste meldingen kwamen uit het binnenland waar besmette en dode vogels in waterrijke gebieden werden gesignaleerd. In Noord-Frankrijk, meer bepaald in de omgeving van de Somme, was er een uitbraak bij de zwartkopmeeuwen. Heel wat van deze zwartkopmeeuwen raakten hun partner kwijt en zwermden rond om uiteindelijk in de broedkolonies langs de Belgische kust te arriveren. Mogelijk hebben zij het vogelgriepvirus binnen deze kolonies geïntroduceerd.
Rol van broedeilanden
In eerste instantie was het broedseizoen nochtans veelbelovend. Zowel het aantal nesten, als het aantal kuikens per koppel, lag hoog. Het vogelgriepvirus sloeg pas echt toe bij de jonge kuikens die net vliegvlug waren. Bijna 6.000 jonge dieren overleden afgelopen zomer op de broedeilanden van Zeebrugge, het Zwin (Knokke-Heist) en de Spuikom (Oostende). Het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek stond samen met het Agentschap Natuur en Bos en de Vogelgriepinterventielijn Kust in voor het veilig wegnemen en vernietigen van de kadavers. Dit om verdere besmetting binnen de kolonie en naar andere vogels te beperken.
Er werden verschillende soorten zeevogels getroffen en het virus blijft zeer onvoorspelbaar
De volwassen vogels leken minder last te ondervinden van het virus. Zo werden er 81 volwassen grote sternen aangetroffen. Dit terwijl de sterfte onder deze vogels vorig seizoen zeer hoog was. De populatie visdieven werd met 451 dode dieren toch aanzienlijk getroffen. In totaal werden 729 overleden volwassen vogels geteld op de broedeilanden langs de kust.
Uit deze cijfers blijkt dat de uitbraak van het vogelgriepvirus dit seizoen opnieuw ernstig was. Er werden verschillende soorten zeevogels getroffen en het virus blijft zeer onvoorspelbaar. Dit laatste vormt zeker reden tot ongerustheid. Wel valt dit seizoen op dat de uitbraak van het virus in de kustregio zich geconcentreerd voordeed op de broedeilanden, in tegenstelling tot vorig zomerseizoen waar de besmettingen meer verspreid waren langs de volledige kust. Dit is te verklaren door een uitbraak in de nazomer van 2022 onder grote meeuwen die meer verspreid voorkomen langs de kust.
Data cruciaal
Ook voor de Vogelgriepinterventielijn Kust werd het een drukke zomer. Zo werden er in totaal 450 oproepen geregistreerd en werden in totaal 170 interventies uitgevoerd. De maand juli, goed voor 200 oproepen, was duidelijk de drukste maand. Los van de oproepen en interventies bij de Vogelgriepinterventielijn Kust, werden daarnaast ook nog dieren opgehaald door de kustgemeenten (Zeebrugge, Middelkerke, Nieuwpoort, Koksijde & De Panne) die zelf de kadaverophalingen uitvoerden. Het aantal interventies die zij hebben uitgevoerd zijn grotendeels onbekend.
Data over de impact van vogelgriep op de wilde avifauna/wilde vogels in de kustregio en in het binnenland worden geregistreerd door het Instituut voor Natuur en Bosonderzoek. Hun onderzoekers vullen de data aan met informatie die wordt aangeleverd door de Vogelgriepinterventielijn Kust. Ook op Europees niveau wordt de impact van vogelgriep bij de wilde vogelpopulaties nauwlettend gemonitord. Met dank aan de Vogelgriepinterventielijn Kust beschikken de onderzoekers nu al over heel wat meer en correctere data voor de kustlijn in tegenstelling tot vorig seizoen. Naast de logistieke ondersteuning (permanentie en interventie), speelt de interventielijn hier een cruciale rol. De deelname van alle kustgemeenten zou in deze context een grote meerwaarde betekenen.
Blik op de toekomst
Naar alle waarschijnlijkheid is het vogelgriepvirus een constante geworden in de wilde vogelpopulaties in Europa, waardoor het vogelgrieprisico het hele jaar door aanwezig blijft.
In eerste instantie vormt dit virus een bedreiging voor de biodiversiteit gezien het circulerende vogelgriepvirus heel besmettelijk en dodelijk is voor veel vogelsoorten, waaronder de vele zeevogels die al onder grote druk staan. Als volledige broedseizoenen van wilde vogelsoorten mislukken of grote aantallen binnen één populatie worden getroffen, kan dit voor een soort nefast zijn. Verder blijft het virus zeer onvoorspelbaar. Zo treft het verschillende soorten op verschillende momenten van de levenscyclus. Bij welke soort, wanneer en op welke manier het virus volgend seizoen zal toeslaan is dus moeilijk te voorspellen.
Meer info: www.west-vlaanderen.be/vogelgriep-kust
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier