De jonge dwergvinvis die maandagmorgen in Oostende aangespoeld is, is volgens de autopsie door dierenartsen van de faculteit geneeskunde gestorven aan uitputting, onderkoeling en ondervoeding. “Onze vermoedens worden daarmee bevestigd”, zegt Jan Haelters van het Instituut voor Natuurwetenschappen.
Het jonge zoogdier was amper enkele weken tot enkele maanden oud. Dat blijkt uit de autopsie die dinsdagmorgen werd uitgevoerd. “Er is een bevestiging van wat ik op het strand al vermoedde”, vertelt Haelters. “Vermoedelijk is het dier inderdaad zijn mama kwijtgeraakt. Het gaat om een mannetje. Van zodra dat gebeurt, zijn ze meestal ten dode opgeschreven.”
Doodsoorzaak bekend
De autopsie wees uit dat onderkoeling en verhongering de oorzaken zijn van het overlijden van de dwergvinvis. “Het dier was zeer mager”, vervolgt Haelters. “De dikte van de blubberlaag was amper 7 millimeter. Dat betekent dat het bijna alle vet kwijt was. Dat vet dient niet enkel als reserve, zoals dat bij ons het geval is, maar ook als isolatie. Als het dier vet verliest, moet het meer ‘stoken’ om warm te blijven. Wij dragen kledij als we te oud hebben, walvissen kunnen dat niet. En dus is het zo ook onderkoeld geraakt.”
Het dier was daardoor ook uitgeput geraakt. “De dwergvinvis die maandag op het strand werd aangetroffen was 3,16 meter lang. Zo weten we dat het om een piepjong dier gaat, aangezien ze al bijna 3 meter lang kunnen zijn bij de geboorte. Bovendien woog het met amper 214 kilogram veel te licht. Normaal moest het minstens 100 kilogram meer gewogen hebben. Dan is het niet lang gissen naar de doodsoorzaak.”
“Blij worden we daar niet van natuurlijk, maar het biedt wel kansen om onderzoek te verrichten. Het enthousiasme bij de dierenartsen is dan wel groot omdat ze eens onderzoek kunnen verrichten op een ander dier, maar de vreugde was ver te zoeken”, besluit Haelters.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier