West-Vlaanderen verloor vorig jaar zo’n 5,47 hectare aan bossen. Dat blijkt uit cijfers van het kabinet van minister van Omgeving Jo Brouns (CD&V). Maar omdat iedere gekapte boom moet gecompenseerd worden, kwam er datzelfde jaar ook 16,9 hectare aan bomen bij. Dat brengt de uiteindelijke teller op 16 voetbalvelden aan bos extra in onze provincie.
In West-Vlaanderen is er vorig jaar 5,47 hectare oftewel bijna acht voetbalvelden bos verdwenen. In heel Vlaanderen moest bijna 209 hectare bos eraan geloven. Het West-Vlaamse aandeel is dus erg klein. Dat heeft voor een groot deel te maken met het feit dat onze provincie sowieso de meest bosarme provincie is van het land.
“Voor het kappen van bomen moet men een vergunning hebben en specifiek voor recreatiedomeinen of bossen zijn onze diensten heel streng”
In slechts 0,51 hectare – nog geen volledig voetbalveld – gaat het om bomen op gronden met zogenaamde zachte bestemmingen, zoals recreatiedomeinen, bossen of landbouwgebied. “Dat kan zijn, omdat men van een bepaalde zone een heidegebied wil maken, ruimte wil creëren voor een speelplein of dat er een fiets- of wandelpad komt. Die zaken worden heel streng gecontroleerd door onze diensten. De andere categorie is gronden met een harde bestemming, zoals woon- of industriegebied. Daarbij moet er ook telkens een vergunning verleend worden als men bomen wil verwijderen”, stelt minister van Omgeving, Jo Brouns (CD&V).
Compensatie
Maar voor iedere gekapte boom vraagt de Vlaamse overheid ook een compensatie. Ofwel worden er nieuwe bomen geplant ofwel moet men doneren aan het boscompensatiefonds van Agentschap Natuur en Bos. “Die tegemoetkoming moet niet per se in eigen provincie gebeuren, dus kan het gebeuren dat een bepaalde provincie bomen verliest en er bij een andere nog bijkomen. Vorig jaar investeerde het agentschap maar liefst 1,65 miljoen euro van het compensatiefonds voor 16,9 hectare aan nieuw bos. Dat zorgt ervoor dat er uiteindelijk 11,43 hectare, goed voor 16 voetbalvelden aan bos bij komt in West-Vlaanderen. Een goede evolutie”, besluit Brouns.