Wetenschapper Inge Jonckheere schreef mee aan VN-klimaatrapport: “We beseffen nog lang niet wat er op ons afkomt”

Inge Jonckheere groeide op in Kortrijk. Ze woont nu in Rome, waar ze werkt bij het Wereldvoedselagentschap. © @FAO/AlessandraBenedetti
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Intussen is ze 20 jaar weg uit ons land, maar ze komt nog wel eens bij haar ouders in Kortrijk, waar ze is opgegroeid. Ze was de enige wetenschapper uit ons land die als hoofdauteur bijdroeg aan het klimaatrapport dat het IPPC op maandag 4 april uitbracht. Het schetst geen opbeurende toekomst voor onze planeet, tenzij we onmiddellijk in actie schieten. De technieken en het geld om de mensheid te redden zijn voorhanden, zegt ze, maar de wil ontbreekt.

“Ik ben geboren in Gent,” vertelt ze vanuit Rome, waar ze al 13 jaar een hoge functie bekleedt bij het FAO, het wereldvoedselagentschap dat de honger uit de wereld wil helpen. “Mijn ouders zijn van Merelbeke, maar ik ben opgegroeid in Kortrijk. Mijn ouders wonen er nog. Ik zat vroeger in Scouts Groeninge. Mijn broer Steven woont inmiddels allang in het Zwitserse Bazel, maar hij werkte toen in Den Bras. Mijn studieparcours is ook in Kortrijk begonnen. Daar kon je het eerste jaar bio-ingenieur doen. Mijn moeder heeft altijd onderzoek gedaan in de KULAK zelf, vandaar mijn keuze.” Christiane Duportail werkte in het onderzoeksteam Biochemie & Moleculaire Biologie van de vakgroep Geneeskunde aan de KULAK. “En dan ben ik naar Leuven gegaan,” vervolgt Inge haar verhaal, “en het laatste jaar in Leuven hebben ze me een doctoraat aangeboden en daar ben ik voor de optie spacetime gegaan en was ik dus vooral bezig met satellieten en aardobservatie. Voor mijn doctoraat ontwikkelde ik een methode om velddata – want we deden dus ook onderzoek in de bossen – te linken aan satellietdata.”

De afgrond in

Na een tijdje les te hebben gegeven in Leuven, belandde ze in Straatsburg om de coördinatie op zich te nemen van alle Europese milieuprojecten, maar toen het FAO haar doctoraat onder ogen kreeg, nodigden ze Inge uit zodat ze er haar gebruikte technieken kon uitleggen. Vier maanden zou ze er resideren. Dertien jaar later is ze nog aan slag bij het FAO, maar is ze ook op tal van andere terreinen bezig. Ze slaagde in zware examens bij het UNFCCC, het orgaan dat de klimaatverdragen opstelt, en op basis van haar expertise ging er ook een deur open bij het IPCC, dat om de vijf, zes jaar een internationaal klimaatrapport aflevert. Het werk van een selecte club van wetenschappers, experts en andere onderzoekers die daarvoor duizenden studies doornemen. Die rapporten worden door wereldleiders en specialisten als referentiewerken beschouwd. Maar ze brengen zelden goed nieuws.

Ook deel 3 van het zesde rapport van het VN-klimaatpanel, waarbij Inge een van de hoofdauteurs was, bevat weinig bemoedigend boodschappen. Hoewel, er is wat hoop. Of niet? “Nee, we gaan de afgrond in,” zegt ze. “Zoals we nu bezig zijn, gaan we naar 3,2 °C opwarming tegen eind deze eeuw. Er kan nog wel ingegrepen worden, maar de wil moet er zijn. Wereldwijd. We beseffen nog niet wat op ons afkomt. Het rapport levert oplossingen aan om de klimaatopwarming te reduceren. Als we ons gedrag willen veranderen en als alle regeringen financiële inspanningen gaan doen, is een halvering van de uitstoot mogelijk tegen 2030. De apparatuur en de technieken zijn aanwezig. Niet goedkoop, maar een stuk goedkoper dan wat de vele natuurrampen die op ons afkomen, gaan kosten.”

#bethechange

Topwetenschapper Inge Jonckheere. (gf)
Topwetenschapper Inge Jonckheere. (gf)

De vele bosbranden, stormen en overstromingen die de wereld nu al teisteren zijn volgens Inge Jonckheere geen toeval. “Veel mensen in de Ardennen hebben nog geen huis om in te wonen, maar intussen zijn de meesten onder ons die overstromingen alweer vergeten. Want er zijn nu de wrede beelden uit Boetsja, er zijn de energieprijzen die stijgen en zo belandt het klimaatprobleem altijd maar weer op het achterplan. Als het aan mij had gelegen, was het rapport een heel stuk ongezoutener. Want, ik zeg het niet graag, maar kinderen die nu geboren worden, kunnen maar beter veerkrachtig zijn. Ze gaan geconfronteerd worden met alle mogelijke klimaatrampen, met een heel ander ecosysteem. Misschien gaan ze ooit moeten betalen om nog een stukje bos te kunnen zien. In 2100 zal er nog weinig bewoonbare landmassa zijn. Maar veel beleidsmakers hebben niet de moed om in te spelen op wat er op ons afkomt. Ik kom nog wel eens in Kortrijk. Het is er goed. Ik hou er van de no-nonsense houding van de mensen. Maar tegelijk denk ik vaak: hoe kan je zo kleingeestig leven? Mensen denken er niet verder.”

Er kan nog wel ingegrepen worden, maar de wil moet er zijn. Wereldwijd

“Gelukkig zijn er meer en meer jonge mensen die wel beseffen wat er ons boven het hoofd hangt. En hun gedrag veranderen. Greta Thunberg staat lang niet alleen. Ik heb nogal wat vrienden in de kunstwereld in België. En veel van die mensen zijn ook wel begaan met het klimaat en dus hebben we een vzw opgericht, #bethechange. Met Lieven Corthouts, de regisseur die ook tijdens Gent-Wevelgem een film over die Afrikaanse wielerrenner aan het draaien was, en met Stephane Misseghers, drummer en producer van Deus, en Bert Ostyn, frontman van Absynthe Minded, werken we aan een kortfilm die diezelfde boodschap moet uitdragen: ‘Be the change’, zorg zelf voor verandering. In een maatschappij als deze kan dat. Je kan minder vlees eten, je kan met de trein reizen en je kan met een bakfiets rijden en je auto laten staan. Er zijn veel streken waar mensen zich geen andere keuze kunnen veroorloven.”