Twee jaar geleden startte Colruyt Group een samenwerking met onderzoeksinstituut Inagro en de coöperatie Vlaams Hoeverund. Het doel was en is om via diverse projecten koolstof in de bodem te fixeren, carbon farming dus. Veehouder Johan Pattyn uit Ardooie plantte in dat kader 500 bomen en struiken aan. “Dit is een en-en-en-verhaal, er bestaan talloze voordelen”, vertelt hij.
Het gemeenschappelijke Carbon Farming-initiatief van Vlaams Hoeverund, Colruyt Group en Inagro bracht de voorbije twee jaar landbouwers, retail én een onderzoeksinstelling intensief rond de tafel om elkaars bekommernissen, kennis en ervaringen te delen. Het centrale thema was duurzaamheid en dan vooral: de kwaliteit van de bodem. ‘Koolstofboeren’, wordt het ook wel genoemd. De CO2 – en vooral het teveel eraan – uit de lucht halen en in de bodem krijgen, als brandstof voor de planten.
Er werden verschillende proefprojecten opgestart. Zo experimenteerden sommige veetelers met andere soorten gras of wintergerst, en met hakselhout in de stallen van hun dieren. “Je voelt dat de bodem herleeft, en dat is zeer fijn”, klinkt het. “We kunnen eigenlijk wel zeggen dat hier de afgelopen jaar echt pionierswerk is verzet”, duidt Geert Hanssens, expert in het landbouwteam van Colruyt Group. “Het is nu de bedoeling om het gezamenlijke Carbon Farming-project uit te breiden in de toekomst, en ook te kijken naar de optie om carbon farming als springplank aan te wenden voor meer regeneratieve landbouw.”
Weidescherm
In Ardooie werd recent een groot weidescherm ‘geïnstalleerd’. Veeteler Johan Pattyn – tevens voorzitter van Vlaams Hoeverund – plantte maar liefst 500 bomen en struiken. “Dit is een mooi voorbeeld van agroforestry (boslandbouw, red.)”, klinkt het bij de diverse partners. Johan (63) plantte wilgen, lijsterbessen, esdoorns en andere inheemse soorten aan over een lengte van 200 meter. De bomen en struiken hebben er meerdere doelen.
“Ze zorgen voor schaduw en beschutting voor de grazende runderen en vormen een nieuwe habitat voor vogels, daardoor verlaagt de druk van vliegen en wespen in de stallen”, vertelt hij. “Het weidescherm dient ook als voederhaag. De planten bevatten namelijk erg veel mineralen. Daarnaast is er uiteraard een esthetisch effect. Binnen twee jaar staat hier een groene muur die het beton op mijn boerderij wat wegsteekt voor passanten.”
Circulaire economie
“Dat beton zal dankzij het weidescherm ook minder opwarmen, waardoor de temperatuur in de stallen veel aangenamer zal zijn.” Maar dé opzet van het project is het capteren van koolstof bovengronds én ondergronds. “Er zit te veel koolstofdioxide in onze lucht. Die willen we met extra groen uit de lucht halen en in de grond steken. CO2 in de bodem wordt opgenomen door wortels en doet planten beter groeien. Koolstof zorgt voor kleine gaatjes in de grond, dat verbetert de doorlaatbaarheid en houdt de structuur luchtig.”
“De bedoeling is om een biotoop te creëren met bomen rond het bedrijf. Zodat we het schadelijke en het nuttige van de landbouw in evenwicht kunnen brengen. Er gelden enorm strenge eisen voor onze sector, en op deze manier kunnen we zelf iets doen. Het is niet het meest spectaculaire, maar carbon farming is een en-en-en-verhaal. Het biedt talloze voordelen. We willen ons steentje bijdragen in het CO2-neutraal-verhaal, en gaan voor een circulaire economie.”
Financieel rendabel
Het initiatief op de hoeve van Johan wordt als voorbeeldproject voor andere boeren beschouwd. Colruyt Group heeft bovendien ook plannen om een piloottest uit te voeren voor regeneratieve landbouw op de eigen gronden. “De overtuiging is er dat deze vorm van landbouw een essentieel onderdeel zal uitmaken van een toekomstige duurzame én financieel rendabele landbouw in België”, klinkt het.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
