Nat najaar, natte winter én nat voorjaar speelt ook Alveringemse landbouwers parten: “De klimaatverstoring heeft een grote impact op ons werk”

Landbouwster Siska Vanpeteghem en loonwerker Koen Verduyn op hun veld dat nog braak ligt, maar waar straks maïs komt. “Zo laat planten, is ongezien.” © AB
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

Dat het buiten nat is, weet iedereen. Al zijn het natuurlijk vooral de landbouwers die er met recht en reden hun buik van vol hebben. “In 2012 – het jaar van mijn huwelijk – werden bij ons op 18 mei de laatste aardappelen geplant. Nu twaalf jaar later, is eind mei nog maar één vierde geplant. Het is een probleem dat zeker onder de aandacht mag gebracht worden”, zegt Siska Vanpeteghem (35), die samen met haar vriend Koen een landbouwbedrijf leidt.

Siska Vanpeteghem heeft in de Lindestraat een gemengd bedrijf. Met akkerbouw, vleesvarkens en ook hoevetoerisme. Op de akkers worden hier de witlofwortel, suikerbieten en consumptieaardappelen gekweekt. En ook de planters voor die aardappelen zijn eigen kweek.

“In 2012 – het jaar van mijn huwelijk met Mathias Morlion, die in 2014 overleed – werden op 18 mei de laatste aardappelen geplant”, vertelt Siska. “Dat was toen aan de late kant. Ik herinner me nog dat Mathias alle jaarboeken van zijn vader had nagezien en dat er tot dan nooit later dan 19 mei aardappelen werden geplant. Dit jaar moest op 18 mei de hele aanplant nog beginnen. We zijn nu eind mei en er zit nog maar een vierde in de grond.”

Kalenderlandbouw

“Feit is dat we én een nat najaar én een natte winter én een nat voorjaar hadden. Iedereen verlangt naar de zon – wij landbouwers doen dat ook – maar wie niet in de sector zit, heeft geen idee van de enorme impact van het weer op onze werkzaamheden en de voedselproductie. Aardappelen planten, is meer dan plantaardappelen in de grond steken. Het is een heel proces: de grond opentrekken, bemesten, ploegen, klaarleggen en tot slot: eindelijk planten. Daarvoor zijn opeenvolgend 6 à 7 droge dagen nodig. Dit jaar regent het voortdurend en dat heeft tal van gevolgen. De zware mestkar die het veld niet op kan omdat het te nat is of pootgoed dat te lang blijft liggen in de loods en aan kwaliteit verliest om er maar twee op te noemen. Sowieso hebben we vijf groeiweken verloren”, klinkt het.

“Neen, we vragen geen medelijden, wel wat begrip, ook vanwege de overheid”

“Onze aardappelen zijn bewaaraardappelen. Die moeten hun tijd in de grond hebben. Begin juni planten en 20 september oogsten: dat gaat niet lukken. De politiek verplicht ons ook om tegen deadlines te werken, ongeacht of het nu goed weer of slecht weer is geweest. Het zou ons helpen om die kalenderlandbouw los te laten. De landbouwer doet z’n werk met passie en kennis. Wat meer flexibiliteit zou nuttig zijn. Veel landbouwers hebben contracten met de industrie. Vraag is ook hoe die met de mindere kilo’s zullen omgaan.”

Werk onmogelijk

“We zijn juni”, komt Koen Verduyn tussen, Siska’s vriend die zijn eigen loonwerkbedrijf heeft.

“Toch zit ik met mijn hoofd nog volop in de voorjaarswerkzaamheden die om wel te zijn in de maanden april-mei hadden moeten gebeuren. De klimaatverstoring maakt het de loonwerker stilaan ook onmogelijk. Het werk schuift op en plots doet er zich een tsunami aan werkzaamheden voor. En ook al willen we onze klanten goed bedienen, we kunnen niet op twintig plaatsen tegelijkertijd zijn. Ik heb mensen in dienst die van maandag tot vrijdag hard werken, maar die ’s nachts en tijdens het weekend wel graag thuis zijn. Ik wil maar zeggen dat het niet gemakkelijk is om gemotiveerd personeel te vinden om ’s nachts en de zondag te werken. De studenten komen graag. Maar in de maand juni zijn het proefwerken… Het weer is de baas in onze sector, ja. Maar het zou toch redelijk moeten kunnen blijven. Te droog of te nat: het brengt veel stress mee, voor zowel landbouwers als loonwerkers.”

Flexibiliteit

“De boeren klagen altijd, zegt men wel eens”, zegt Siska. “Neen, we doen ons werk graag en proberen het ook goed te doen. We vragen geen medelijden, wel erkenning van problemen, begrip voor de moeilijke omstandigheden en respect voor de job. Ik praat er wel eens over met de klanten van onze B&B. Mensen die niet in de sector zitten, hebben geen idee en trekken grote ogen. Persoonlijk vind ik het nodig om ook die kant van onze job te delen. Of het goed komt? Het zal wel moeten. We doen onze uiterste best”, glimlacht Siska.

“De mestwetgeving is recent iets versoepeld. Vroeger mocht de boer na zonsondergang geen mest uitrijden van de overheid, nu mag dat wel. Dat is positief, maar het mag nog veel meer zijn. Meer flexibiliteit en vrijheid vanwege de overheid, kunnen onze zorgen verlichten.”