In Oostende spoelde maandagmorgen kort na 9 uur een dwergvinvis aan ter hoogte van het Kursaal. Volgens Jan Haelters van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen gaat het om een vrij jong dier. Het overleden zoogdier wordt nu overgebracht naar de Faculteit Diergeneeskunde in Merelbeke waar het onderzocht zal worden. “Vermoedelijk is het diertje zijn of haar moeder kwijtgeraakt en zo verhongerd”, klinkt het.
Het was hoofdredder Jonathan Devos van de Oostendse strandreddingsdienst die het dier al drijvend had opgemerkt. Korte tijd later spoelde het aan ter hoogte van het Oostendse Kursaal. De dwergvinvis bleek ondertussen overleden te zijn. Hoe lang is voorlopig niet duidelijk. Dat zal een autopsie moeten uitwijzen. “Daarom brengen we de dwergvinvis over naar Merelbeke, waar een autopsie uitgevoerd zal worden op het kadaver.”
Volwassen exemplaren kunnen tot 9 meter lang worden. Het aangespoelde dier had een lengte van iets meer dan 3 meter. “Als je weet dat een dwergvinvis geboren wordt met een lengte tussen 2,5 en 2,8 meter, dan weet je dat het hier om een vrij jong dier gaat”, weet Haelters. “Ik schat dat het zoogdier maximum enkele maanden tot een jaar oud kan zijn. Het beestje is ook erg mager. We mogen in principe niet spreken voor de autopsie uitgevoerd werd, maar het vermoeden dat het jong zijn moeder is kwijtgeraakt is groot. Daardoor is het vermoedelijk ondervoed geraakt.”
(lees verder onder de foto)
Het dier was volgens Jan Haelters ‘vers’. “Het was alvast niet in staat van ontbinding en dat is meestal wel zo als er in onze contreien een dwergvinvis aanspoelt. Het komt eens om de vier tot vijf jaar voor. De dwergvinvis is een inwoner van de Noordzee, maar komt in onze zuidelijke Noordzee niet vaak voor. Meestal leeft hij in het centrale of het noordelijke deel van de Noordzee. Vorige week werd er echter eentje gespot door ons toezichtsvliegtuig. Of dat dan de moeder was, is niet duidelijk.”
Het feit dat het om een exemplaar gaat dat nog niet in staat van ontbinding is, biedt mogelijkheden voor het onderzoek. “Het is interessant om een analyse te maken van de tientallen bruinvissen die op onze stranden aanspoelen, maar dit is nog net iets anders”, duidt Haelters.
Data samenbrengen
“Een baleinwalvis is helemaal anders binnenin en dat is interessant om te kunnen onderzoeken. We gaan via een autopsie uiteraard eerst de doodsoorzaak nagaan. Maar we gaan ook kijken naar de maag, waarbij er dus een vermoeden is dat die leeg zal zijn. Voorts gaan we kijken naar de inwendige parasieten, maar ook naar eventuele virussen, bacteriën en polluenten in het weefsel. Baleinwalvissen stapelen immers toxische stoffen op in het vetweefsel. Het is het samenbrengen van alle gegevens uit de hele Noordzee dat belangrijk is. Onderzoekers in Nederland, Denemarken en Groot-Brittannië doen hetzelfde en die data brengen we dan samen.”
De laatste aangespoelde dwergvinvis dateert van 11 december 2020 in Bredene. Ook dat dier had toen een lege maag, ingewanden vol parasieten en op de koop toe twee gebroken kaken. Het dier in Oostende is het vierde exemplaar dat aanspoelt op onze stranden tijdens de voorbije 25 jaar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier