Er gaat geen dag voorbij of de huidige aanhoudende droogte wordt in de weegschaal gelegd met de snikhete zomer van 1976. Maar die bleek toch nog van een iets andere orde te zijn, leert een duik in ons archief…
Goeverneur dringt aan op waterbesparing, lezen we op de voorpagina van het Brugsch Handelsblad van begin juli 1976. Captatieverboden werden toen nog niet opgelegd, maar dat water een kostbare grondstof is, dat wisten ze 49 jaar geleden blijkbaar ook al.
Het ziet er steeds meer en meer (sic) naar uit dat de zon zich van een paar duizend kilometers heeft vergist en haar tropische stralen voor het nu dampend en zwetend West-Europa heeft gereserveerd. (…) Lang niet iedereen is opgetogen over de hitte en vooral de aanhoudende droogte. Met name de landbouwers kijken heel somber, want het steeds verder uitblijven van een verfrissend regenvlaagje dreigt voor hen een regelrechte catastrofe te worden.
Reden genoeg voor toenmalig gouverneur Pierre van Outryve d’Ydewalle om alle West-Vlaamse gemeentebesturen een brief te sturen met tips voor waterbesparing en richtlijnen om brandgevaar in bossen en natuurgebieden te voorkomen. De landbouwers vreesden dan weer dat de oogst bij uien, peterselie, selderij en erwten volledig zou mislukken.
Maar dit alles is momenteel vermoedelijk geen zorg van de duizenden vakantiegangers die aan onze kust stoeien dat het een lieve lust is, besluit de auteur nog.
Boren naar water
In Oostende werd dan weer in het Maria-Hendrikapark naar water geboord om te voorkomen dat de visvijvers volledig zouden uitdrogen. Midden juli was het waterpeil tot 35 centimeter gezakt.
De optie om leidingwater in de vijvers te pompen, liet het stadsbestuur links liggen. Dit zou liefst 900.000 oude Belgische frank gekost hebben en deze operatie zou in een tijd van watersnood beslist ongunstig overkomen bij de bevolking die nu reeds met bestraffing wordt bedreigd in geval van waterverspilling.

Diezelfde kust werd tijdens de zomer van 1976 overspoeld door toeristen uit het buitenland, lezen we. Nooit geziene toeristische invasie naar de kust: landgenoten vluchtten de verhitte steden uit, kopte De Zeewacht. Zelfs de term exodus werd uit de kast gehaald en op 1 juli om 8 uur ‘s ochtends zochten al liefst 4.500 automobilisten een parkeerplekje in Oostende.

Witte kwallen
Een extra gevolg van het warme en droge weer: een kwallenplaag. De hele kuststrook kreeg te maken met de glibberige zeebewoners en die joegen de badgasten flink wat schrik aan.
In die mate dat onze krant een stukje wijdde aan het feit dat de kwallen totaal ongevaarlijk waren. Het gaat hier vooral om witte kwallen waarvan de beten niet zo pijnlijk zijn, lezen we. Enkel wat lichte opzwelling en jeuk. Het is ook opvallend dat er thans zeer veel dode kwallen om het strand aanspoelen (de beestjes weten blijkbaar ook van de warmte) maar deze zijn helemaal ongevaarlijk. Voor de blauwe kwallen moet men beter opletten, want zijn striemen heel wat pijnlijker.

De hulpdiensten hadden de hele zomer de handen vol, want de hitte veroorzaakte talrijke onpasselijkheden. Daaronder catalogeren we onder andere bloedaandrangen, bezwijmingen en hartinfarkten.

Slimme reclamejongens
Ook de marketeers avant la lettre speelden handig in op de hitte en droogte. Dat bewijst deze advertentie van een West-Vlaams sanitairbedrijf. Al warm genoeg gehad? Stik dan maar verder… Of misschien plaatst u eindelijk die airconditioner in uw bureel of werkplaats. Duidelijker kan niet.

Gemeenteraad zonder das
Afsluiten doen we op de gemeenteraad van Brugge, waar het voor burgemeester, schepenen en gemeenteraadsleden voor één keer toegelaten was om die in hemdsmouwen bij te wonen.
Wie steeds heeft volgehouden dat gemeenteraadsleden niet in het zweet hun aanschijns hun zitpenning verdienen, moet deze herzien. Tijdens de gemeenteraadszitting van maandag hadden de raadsleden nauwelijks zakdoeken genoeg om hun zweet weg te vegen en indien Stijn Streuvels verslag van de zitting had moeten maken, had hij het ongetwijfeld gehad over de zweetdruppels die als bolleketten op het doorgroefde gelaat van de vroege gemeenteraadsleden perelden.
Lezen we verder nog: toen de raadszaal hoe langer hoe meer op een broeierige serre begon te gelijken, werd de das vlug losgeknoopt, de jas even vlug aan de kapstok gehangen en de hemdsmouwen opgerold.

