Brugge roeit tegen de stroom in en vernieuwt zijn stadslabo in plaats van het monitoren van de water- en de luchtkwaliteit uit te besteden. Het expertiseteam werd versterkt en het labo werd grondig vernieuwd.
Sinds de jaren ‘70 profileert Brugge zich als een voorloper inzake milieubescherming. “Door ons gedegen milieubeleid zijn we niet alleen een van de meeste nette, maar ook een van de meest aantrekkelijke steden in Europa”, zegt schepen van Milieubeleid en Stadspatrimonium Minou Esquenet.
Analyses
Een cruciale speler in dit streven naar milieuzorg is het stadslabo, dat in 1879 als onderdeel van de milieudienst werd opgericht. Dat labo meet niet alleen de water- en de luchtkwaliteit, maar voert ook analyses na milieuklachten op. “Die opgebouwde expertise willen we in huis houden. In die zin is ons stadslabo uniek in Vlaanderen. Andere steden besteden die taken uit aan private labo’s”, vervolgt Minou Esquenet.
Volgens schepen van Leefmilieu Franky Demon houdt het stadslabo waterlozingen en luchtemissies van bedrijven in de gaten, waardoor Brugge snelle interventies kan opzetten bij milieu-incidenten: “Zo is Brugge al van veel milieuhinder en gezondheidsproblemen gespaard gebleven. Zwemmen in Brugge in zwembaden en in de reitjes kan in Brugge optimaal door nauwe opvolging en monitoring van de waterkwaliteit.”
Verzakte vloer
Om te voldoen aan de internationale normen en om erkend te blijven, werd het stadslabo grondig gerenoveerd. “De oude vloer was verzakt”, bekent Minou Esquenet. Het labo kreeg een nieuwe vloer, functionele deuren, efficiëntere water- en elektriciteitsleidingen. Na een lichtstudie werd er nieuwe verlichting geplaatst waardoor de laboranten eindelijk niet meer in hun eigen schaduw moeten werken.
“We willen de diensten van ons stadslabo nu ook uitbreiden naar de omliggende gemeenten”, aldus Minou Esquenet en Franky Demon.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier