Drie weken lang probeert Saartje Vandendriessche te overleven in een bos in La Roche-en-Ardenne, samen met een ervaren bushcrafter. Hoe ze het er fysiek en mentaal vanaf brengt, zien we in ‘Saar in het bos’ op Eén. “Als je uit dat bos komt, merk je pas hoeveel ruis er in ons leven is.”
De grapjes over Jürgen Conings laten we wijselijk achterwege – die heeft Saartje al genoeg gehoord. Is ze nog niet beu: het bos. Zelfs al probeerde ze er drie weken lang in te overleven, met het absolute minimum aan hulp. Bushcrafter Mike sprong bij met kennis, tips en technieken, maar dat betekent niet dat het een walk in the park werd. Integendeel, fysiek én mentaal werd het een uitdaging van jewelste. “Het was mijn idee, ja”, grijnst Saartje. “Ik treed graag uit mijn comfortzone en vind het leuk om de actie op te zoeken. Ik herinner mij dat ik als kind bij de scouts door de bossen rende tijdens de bosspelen en dat ik mij súpergelukkig voelde. Vrij. Onoverwinnelijk ook. Ik wilde heel graag nog eens dat gevoel ervaren.”
In de eerste aflevering geef je ook aan dat je terug naar jezelf wil. Was je die connectie met de natuur wat kwijt?
“Ik vind dat we allemaal die connectie kwijt zijn. Als we al eens gaan wandelen, dan volgen we de bospaadjes. Ik wilde eens weten wat er gebeurt als je dat niét doet. Kan je in een bos overleven? Wat doet dat met mij? Wordt het mijn vriend of vijand? Ik ben vrij snel bij een expert gaan aankloppen, want overleven in de natuur is niet vanzelfsprekend. Daar leef je volgens het ritme van het bos en de regels van de natuur. En die regels overschrijd je niet zomaar. Ik was enorm benieuwd naar die fysieke ontbering, maar zeker ook naar wat het mentaal met mij zou doen.”
Waarvan had je het meeste schrik?
“Natuurlijk ben je bang voor de honger, de koude en de eenzaamheid. Maar ik had redelijk wat angst om te falen. Je weet niet of er een moment komt dat je écht op je tandvlees zit en ermee wilt stoppen. Maar mijn uitgangspunt was om er echt in te duiken, en te doen alsof de maatschappij niet meer bestond. Natuurlijk heeft dat zijn weerslag – je komt daar behoorlijk verfrommeld uit – maar ik zou het oprecht iedereen aanraden.”
Hoe lang duurde het voor je een potje hebt geweend?
“Niet lang, denk ik. (grijnst) Maar ik had geen schrik om snel te crashen. Ik heb al wat watertjes doorzwommen en heb eerder al afgezien. Mij krijg je niet zomaar kapot. Dat vertrouwen was er wel. Er moet al veel gebeuren om mij onderuit te krijgen. Maar dat bos… Je kan daarin geen zwakheid tonen. Als je je per ongeluk hebt gesneden of iets breekt, kan je dat niet zomaar oplossen. Je moet wel je kopke erbij houden. Als je ’s avonds al je droog hout opstookt en het regent de hele nacht, dan kan je ’s morgens geen vuur maken, geen water koken en dus ook niet drinken. Gelukkig had ik iemand dichtbij met veel kennis, al wilde ik ook geen last zijn. Ik wilde mezelf ook echt nuttig maken. Ik ergerde me dood aan mezelf doordat ik in het begin vanalles vroeg aan Mike, maar na een tijd kon ik aardig mijn plan trekken. Als er nu een apocalyps komt, kan ik overleven.”
Je dromen zijn veel helderder en komen ook meer binnen. Je nachtmerries dus ook. Dat was heftig
Wildkamperen is in ons land verboden, maar wat is de belangrijkste tip die je iemand zou geven die in een bos probeert te overleven?
“Het beste wat je kan aanleren, is vuur maken. Daar begint alles mee. Dat is al sinds de oermens het belangrijkste, voor warmte en eten. De voorbereiding is alles en je hebt echt veel nodig. Ik vond het heel plezant om daarmee bezig te zijn.”
Wat heb je het meest onderschat?
“Het loslaten. Alles. Ik wist nooit wat er op mij afkwam. Je hebt geen controle over de situatie, je weet niet wat de dag brengt. En in een omgeving waar er zo goed als niks te beleven valt, is een kleine gebeurtenis al veel.”
Heb je je dan verveeld?
“Nee, gij! Ik was altijd bezig, ik had altijd wel iets te doen. Er kruipt ook veel tijd in die basisbehoeftes. Als je een hele nacht kou hebt gehad en je wil ’s morgens een simpele kop thee, dan ben je al snel twee uur bezig. Zorgen voor hout, vuur aanmaken, water koken, water afkoelen… Het is echt wel slow living. Alles vraagt heel veel tijd. Het voordeel is wel dat je geen keuzestress hebt. Je moet niet nadenken over je kleren, wat je gaat eten, welk boek je gaat lezen, welke film je gaat zien… Die gsm missen, vond ik in het begin vreselijk, maar na een week was dat zalig. Niemand valt je lastig.”
Ben je iemand die doorgaans mensen rondom zich nodig heeft?
“Ik ben een heel sociaal persoon, maar kan ook heel hard genieten van alleen te zijn. Vroeger kon ik dat niet, maar je leert dat met de jaren. Als ik nu een momentje nodig had, ging Mike een wandeling doen. Dat ging heel vlot overigens, een droomscenario eigenlijk. We konden met elkaar lachen en er waren zo goed als geen ergernissen. Als er iets is, spreek je het ook snel uit.”
Er valt veel ruis weg, denk ik.
“Amai, zovéél. En als je uit dat bos komt, merk je ook ineens hoeveel ruis er wel is in ons leven. Dat is echt zo erg, man.”
Wat vond je het lastigst?
“Dat hing af van dag tot dag. Als ik keislecht had geslapen en er was niets om te eten… Dan ben je echt geradbraakt. Maar het lastigst? Mijn dochter missen. Als het over haar ging, kreeg ik het lastig. En mijn hond. Op een gegeven moment had ik een zware nachtmerrie dat er iets mee gebeurd was en ik liep daar wel lastig door. Weet je, dromen komen daar veel scherper binnen. Je nachtmerries dus ook. Alles is precies helderder. Dat komt omdat er veel ruimte in je hoofd vrijkomt voor nieuwe inzichten.”
Wat heb je geleerd over jezelf?
(denkt na) “Dat ik eigenlijk nog niet zo slecht bezig ben.”
Wilde je je ook als tv-maker bewijzen?
“Dat was vooral bij de ontwikkeling van het format. Maar op een gegeven moment moet je toch afstand nemen en dan heeft de redactie het overgenomen.”
Zij vonden er niets beter op dan je vijf zaken te laten meenemen en die van bij het prille begin af te pakken, waardoor je ze gaandeweg kon ‘terugverdienen’.
“Op een bepaald moment kreeg ik een opdracht waardoor ik pissed was, maar écht megapissed. Dan wil je je redactie in elkaar timmeren.” (lacht)
Naast beweging, voeding en slaap is het mentale aspect heel belangrijk. Dat wordt vaak onderschat
Zijn er zaken die vlotter gingen dan verwacht?
“Omgaan met honger. De eerste drie dagen heb ik bijna niets gegeten. Ik ken het gegeven van vasten, een heel gezond gegeven. Maar je spijsvertering is ook niet optimaal als je maag leeg is…”
Een toilet of een badkamer lijkt me een groot gemis.
“Wij beseffen niet hoeveel we gewoon zijn. Als dat allemaal ineens wegvalt, begin je dat nog meer te appreciëren: een bad, een tandenborstel, warm water… Dat er drie keer per dag eten voor je neus staat, is normaal. Maar eigenlijk is dat niet normaal.”
We zijn soms dat besef kwijt.
“Ik was dat ook wat kwijt. En dat is iets wat ik echt heb meegenomen, die dankbaarheid daarvoor. Een douche, of warme soep bijvoorbeeld. Al moest er nadien iets roods in zitten. (lacht) Ik kon geen groen meer zien na die drie weken. Een blad sla of komkommer… ik heb het de eerste weken gemeden als de pest.”
Wat was het eerste dat je deed na afloop? Recht naar de frituur?
“Het ging niet om eten. Het ging over mijn dochter, mijn familie, mijn vrienden. Ik mocht toen mijn voeten onder tafel schuiven bij mijn ouders. Toen heb ik wel vlees gegeten (Saartje is vegetariër, red.). Het was spaghetti bolognaise en ik had best wat honger geleden, waardoor ik twee borden naar binnen heb geschranst.”
Heb je achteraf een weerbots gehad?
“Ik heb wel momenten gehad waarop ik enorm verlangde om terug te gaan. Momenten waarop alles even verstikkend aanvoelde. Ik heb wel wat meer de natuur opgezocht, nog meer dan vroeger eigenlijk. Als alles weer drukker werd, dacht ik soms wel: zat ik nu nog maar in dat bos, op mijn gemak in de zon op het ritme van de natuur. De liefde voor de natuur is wel groter geworden en daarmee ook dat activistische. Ik ben ambassadrice geworden van Het Grootste Bos, een initiatief van Forest Fwd, een private onderneming die bedrijven en lokale overheden wil helpen om meer bos te creëren.”
Had je dat activistische vroeger ook al?
(knikt) “Hoe beter je de natuur kent, hoe meer je die wilt beschermen. Vroeger had ik dat ook al. Twintig jaar geleden trok ik naar het Lappersfortbos, waar ik met de mensen ging babbelen. Ik las boeken van Richard Louv. De natuurtekortstoornis (de theorie dat minder buiten spelen op termijn zorgt voor gedragsproblemen, red.) was iets dat mij enorm intrigeerde. Door de jaren heen zwakte dat activistische wat af, maar vandaag is dat helemaal terug. Ik had dit efkes nodig. Je vergeet dat je anders in een bos gaat dan dat je eruit komt.”
Heeft het je ook fundamenteel veranderd of was het effect slechts tijdelijk?
“Ik ben een beter mens geworden. Zachter ook.”
Tegenover jezelf of tegenover anderen?
“Beide, maar vooral tegenover mezelf. Het heeft me ook doen inzien hoe ik me soms gedraag tegenover mijn ouders. Dat ik al eens uitvlieg als ik gestresst ben. Nu denk ik: stop daar eens mee, die doen al zoveel voor u.”
Dus als je dochter te veel pubert… hup, drie weken het bos in.
“Dat zou wat zijn. (lacht) Maar eigenlijk is dat het mooiste wat er is, om die liefde door te geven. Toen ik met haar ging wandelen in het bos vond ze dat altijd keiplezant. Als kind vond ik het echt tof om in de duinen te spelen. Wij waren echt buitenkinderen. Mijn ouders zijn van Roeselare en mijn grootouders woonden daar in het groen. Ik zie het nog voor mij, dat prachtig alleenstaand huis, met de mooie oprijlaan en klimop op het huis dat rood kleurde in de herfst. Mijn andere oma had een stadstuin, maar redelijk groot. Als ik daar nu over nadenk, waren mijn grootouders – zeker aan mijn moeders kant – echte natuurmensen. Dat respect hebben wij ook meegekregen.”
Je geeft aan dat je zachter bent geworden voor jezelf, maar de laatste jaren maak je programma’s die je stevig op de proef stellen, zoals het slopende ‘Op de man af’.
“Ik maak gewoon heel graag iets dat out of the box is, en als het dan ook een uniek concept is… Het is geen masochistisch kantje, nee. Waarom moet je altijd zo extreem gaan?, vroeg een vriendin onlangs aan mij. Maar ik zoek simpelweg graag het avontuur en de uitdaging op. Ik doe het niet vanuit een soort bewijsdrang. Ik vind het gewoon plezant. Dat gevoel dat ik lééf. Dat heb je niet als je je om 18 uur met een aperitief in de sofa nestelt. Discomfort is growth. Ongemak is groei.”
Wat doe je dan als ontspanning?
(blaast) “Ik ben eigenlijk altijd bezig. In het bos was dat ook zo. Zelfs als ik in de zon zat, was dat functioneel, om mij op te warmen. Op het einde deed ik dat wel iets vaker, omdat ik ook die innerlijke reis wilde maken. Een reflectie over alles. Gewoon mij en mijn gedachten. Dat is best confronterend, ja. Want we zijn niet meer alleen. Alleen al door onze gsm zijn we constant afgeleid.”
Je geeft dezer dagen ook een bootcamp in Spanje, waar je mensen laat kennismaken met een gezonde levensstijl.
“Ik kwam in contact met die organisatoren die veel Zwitserse, Ierse en Britse klanten hadden, maar amper Vlaamse. Hun concept sprak mij aan, dus ben ik mee in dat verhaal gestapt. Wij reiken alles aan, van sport tot eten en theorie daarover. Heel boeiend. Maar naast beweging, voeding en slaap is ook het mentale aspect heel belangrijk. En dat is iets waar nog veel werk aan is. Dat kan door bosbaden, acupunctuur, energetische heling ook.”
Met zo’n termen word je al snel in een hokje geduwd…
“Ik heb geleerd waarover ik moet praten en niét moet praten. Ik heb ooit in De Slimste Mens iets gezegd over praten tegen bomen en in de media was het opeens alsof ik een vijs los had. Meditatie – zelf doe ik transcendente meditatie – is iets wat mensen nog oké vinden. Dat klinkt al niet meer spiriwiri. Maar er zijn nog veel zaken waar mensen niet klaar voor zijn. Al hoeft het ook niet te ver te gaan. Ik hoef niet overal namasté te zeggen. En mensen die spreken met woudgeesten… op dat terrein begeef ik me niet.”
Had je een spirituele ervaring in het bos?
“Nee, maar je komt heel dicht bij jezelf. Je maakt de connectie met de natuur, maar ook heel hard met jezelf. Ik had heel hard het gevoel dat ik heel wat zorgen van mij heb afgeworpen toen ik uit dat bos kwam. Ik heb zelf iets meegebracht uit dat bos. Iets dat in mijn huis staat en waar ik regelmatig naar kijk. Het herinnert me elke keer weer aan het feit dat ik weer even moet stilstaan. En terug moet naar mezelf. Daar word ik blij van.”
‘Saar in het bos’, vanavond donderdag om 20.40 uur op Eén en ook op VRT.nu.
Wie is Saartje Vandendriessche?
Saartje Vandendriessche (46) heeft roots in Roeselare, maar werd geboren in het Antwerpse, waar ze ook opgroeide. Ze is licentiate in de Sociale en Culturele Agogiek aan de VUB, maar volgde na haar universitaire studies ook nog een acteeropleiding. In 2002 presenteerde ze bij TMF, waarna ze omroepster werd bij het toenmalige VT4. Van 2005 tot 2015 was ze omroepster bij Eén en was ze ook te zien in verschillende programma’s zoals Vlaanderen Vakantieland. In 2018 nam ze het tegen mannen op in een sportieve discipline in Op de man af. Dit jaar kreeg ze op een betaalzender van Proximus een eigen praatprogramma.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier