Piet Huysentruyt, al 30 jaar op tv, denkt nog lang niet aan stoppen: “Maar nog een restaurant? Dan is de scheiding nabij”

Piet Huysentruyt: “Ik ben blij dat ik van VTM de kans heb gekregen om het vak televisie maken aan te leren. Want dat is het echt wel: een vak.” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Piet Huysentruyt (61) is al drie decennia niet van het televisiescherm weg te branden. Met een gloednieuw kookboek, cadeaubox en nieuw seizoen van SOS Piet XL is duidelijk dat een pensioen nog lang niet aan de West-Vlaamse televisiekok is besteed, integendeel. “Het leven is mooi, echt waar. Het begint nog maar pas.”

We treffen Piet op een donderdagmorgen. Vroeg, want hij wil op tijd gaan golfen. Hij moet lachen als we na de fotoshoot in het preiveld opmerken dat ‘een BV toch ook maar de aarde uit zijn schoenen moet kloppen’. “Ik wou nooit een BV worden”, grijnst hij. “Voilà, je hebt al je openingszin.”

Classic Piet, want geen mens kan zichzelf zo goed verkopen als Piet Huysentruyt, die straks een boek, box én een nieuwe SOS Piet XL-reeks aan de man brengt. “Heerlijk, toch? Je bent op een leeftijd gekomen waar alles kan en alles mag. Het leven is mooi, echt waar. Het begint nog maar pas, zeg ik vaak.” Maar omdat hij straks dertig jaar op televisie te zien is, blikken we toch nog even terug. Zo gaan we in één trek van donderdag golfdag naar Zondag Josdag. “Dat is ook een verhaal apart. Koffie?”

Graag. Vertel.

“Er kwam indertijd een schoolkameraad naar het restaurant met verschillende soorten kaviaar ‘waarmee je op televisie kunt komen’. Daar had ik meer oren naar dan die kaviaar. (lacht) Op een gegeven moment kwam dé Jos Ghysen eten. Die mannen bleven zitten toen we gingen sluiten, en op een gegeven moment kwam het ter sprake dat een familiezender als VTM geen kookprogramma had, en dat ze alles al hadden geprobeerd. ‘Maar zijn jullie blind?’, vroeg ik. ‘De oplossing zit voor u!’ Twee weken later kreeg ik een fax dat ze overwogen om mij een rubriekje te geven, en voilà.”

Kwamen ze toen al snel met Mimi aankloppen?

“Nee. Ik woonde in Frankrijk, waar ze een kookprogramma hadden net voor het nieuws. Dat kon hier ook wel werken. Zo is Lekker Thuis ontstaan. Zoals ik daarstraks zei: mijn doel was nooit om op tv te komen. Ik wilde wél een vakman op tv tonen. Elke regisseur zei me toen dat ik in drie woorden kon uitleggen waar een ander een heel boek voor nodig had. Dat was een talent waarvan ik niet wist dat ik het had. Ik ben blij dat ik van VTM de kans heb gekregen om het vak televisie maken aan te leren. Want dat is het echt wel: een vak.”

Met ‘SOS Piet’ was de trein helemaal vertrokken.

“Goh, ik heb toch nog wel wat dingen gedaan die mij na aan het hart liggen, maar die verdwenen zijn uit het collectief geheugen. Piets Pan bijvoorbeeld. Ik ging toen al met een BV op schok doorheen de wereld. En ik heb gigantisch goeie herinneringen aan enkele van hen. Jean-Luc Dehaene bijvoorbeeld, die was fe-no-me-naal. Schrijf dat maar op. Dat was een ongelooflijke warme mens met gigantisch veel humor. Ook Piets Kok, waarbij ik bij bekende mensen ging koken, was heel tof. Daar is eigenlijk het idee voor SOS Piet deels uit gegroeid. Dat bleek uiteindelijk een steengoed format. Ik kan ook met fierheid zeggen dat ik in al die jaren nog nooit een opgestoken middelvinger heb gekregen.”

Was ‘SOS Piet’ jouw idee?

“Ik mag niet zeggen dat het mijn idee was, eerder een samenwerking met een creatief team. We waren als het ware een rock-’n-rollband. We vonden internationaal inspiratie en dokterden een heel nieuw format uit. Dat typetje met de valies en het kleine autootje, dat hebben we allemaal zelf bedacht. Ik krijg vaak de vraag wie dat er die uitspraak heeft uitgevonden: ‘Wat hebben we geleerd vandaag?’. Dat heb ik ter plekke uitgevonden. Wat niemand weet, is dat mijn eerste regisseur niemand minder was dan… Tom Waes. Tijdens die allereerste aflevering zei hij in het plat Antwerps: ‘Ja, Piet, je moet afsluiten, hé jongen. Hoe gaan we dat doen?’. Plots had ik het. Dat zinnetje is vandaag zowat overal te horen. Mensen uit de zakenwereld of het onderwijs zeggen me vaak dat ze het ook gebruiken. Ja, ik ben daar formidabel fier op.”

Zijn er zaken uit die periode die je anders zou aanpakken?

“Nee, ik ben wie ik ben en ik ga ook niet meer veranderen. Laat ons zeggen dat ik misschien gematigder ben geworden. Diplomatieker.”

Door de leeftijd of door met je kop tegen de muur te lopen?

“Door het leven en de leeftijd, denk ik, ja. Ik heb dat moeten leren. Ik zie bijvoorbeeld veel jonge gasten die koken op sociale media. Zou ik het zo doen? Nee, want ik vind niet dat er met eten gesmeten moet worden, zoals soms gebeurt. Er moet respect zijn voor het product. Maar ze doen daar wel zotte dingen op die socials, en uiteindelijk telt er maar één ding: is het lekker? Dat is de gematigde Piet.” (grijnst)

Is er een kantelmoment geweest in je leven, waardoor je milder bent geworden?

“Een paar. Ik had al drie keer dood moeten zijn. De eerste keer was toen ik op mijn zestiende onder een camion terechtkwam. Op mijn 27ste was er mijn hartfalen en twaalf jaar geleden was er mijn hersentrauma. Dus ik weet dat het morgen gedaan kan zijn. Iemand gaf me de raad om het woord pensioen zo lang mogelijk uit je leven te houden. Want dan leef je er naar. Dan sta je op en lees je je krant met een tas koffie. Maar die koffietas verandert voor je het weet in een glas wijn en dan ben je een vogel voor de kat. Mensen vragen mij vaak waarom ik nu nog vanalles doe. Wel, daarom. En omdat het zo plezant is.”

Piet Huysentruyt over het verlies van zijn ouders: “Dan sta je daar aan het graf. Verweesd. En besef je dat jij nu de grootouder bent.”
Piet Huysentruyt over het verlies van zijn ouders: “Dan sta je daar aan het graf. Verweesd. En besef je dat jij nu de grootouder bent.” © Christophe De Muynck Christophe De Muynck

Zit er ook nog een stuk bewijsdrang bij?

“Totaal niet. Wat moet ik nog bewijzen? Ik heb twee keer een Michelinster behaald in mijn leven. Eentje in België en eentje, 20 jaar later, in Frankrijk. Er zijn maar drie Belgen die dat ooit gedaan hebben. Ik heb duizenden afleveringen van kookprogramma’s gemaakt, SOS Piet draait nog steeds mee en ik heb vier miljoen kookboeken verkocht. Zeg mij wat ik nog moet bewijzen? (denkt na) Binnenkort mag ik in Roeselare spreken voor bedrijfsleiders. Ze vroegen mij voor mijn ondernemerschap en vakmanschap, zeiden ze. Dat toont respect. Dat is eigenlijk het enige wat je wil.”

Wat houdt je nieuwe boek in?

“Het is een soort vervolg op mijn vorig boek. We gaan er een feesteditie van maken, aangezien we nu 30 jaar op televisie te zien zijn.”

Ik wil niet per se refereren naar collega’s, maar Meus brengt dit najaar ook een kookboek uit dat ‘Feest’ heet…

“Echt waar? (lacht) Ja, dat is dan een ongelooflijk toeval. Weet je, als ik heel eerlijk mag zijn, is een gerecht als macaroni met hesp ook nog altijd een feest. Mijn moeder zaliger zei dat vaak als er macaroni of rosbief op tafel kwam: ‘Goh, da’s toch fjiste hé’. Ik breng ook nog een box uit (met onder meer een kookboek en een pan, red.).”

Dat commerciële blijft er toch inzitten, hé.

Ons moeder ging op latere leeftijd op restaurant nog altijd zeggen ‘dat ze toch eens hun napjes moesten verversen’. (Zijn moeder Denise Creupelant maakte zelf tafellinnen, red.) Dat zit er ingebakken, hé. Ik check ze zelf ook nog als ik ergens ga eten.”

Over die bewijsdrang gesproken: Stéphane Buyens gaat zich na Le Fox wagen aan een nieuw restaurant, terwijl Peter Goossens een nieuw hoofdstuk begon in Knokke. Is dat iets dat je nog zelf ambieert?

“Mijn vrouw is zeer duidelijk: als ik nog een restaurant begin, is de scheiding nabij. Ik kan het ook niet alleen. Ik heb altijd mijn vrouw naast mij nodig. En ze zei: nee, punt aan de lijn.”

En kan je daarmee leven?

“Nu wel, vijf jaar geleden niet. Weet je wat het is? Je kopke wil het nog, maar je lichaam kan het niet meer. De dokter zei trouwens dat ik klaar ben voor twee nieuwe knieën. Ik heb altijd gezegd dat het mij niet zou overkomen, en ja, patat. Dat is de raad die ik zou geven aan de mensen die je noemde: luister naar dat lichaam. En naar je vrouw. Vero is altijd aan mijn zijde blijven staan, dus dan moet je die keuze respecteren.” (denkt na) “Soms doe ik nog eens een privé-feestje, en dan wil ik dat alles top is. Dan ben ik daar een week op voorhand mee bezig, en nadien ben ik gekráákt. Maar als ik verander in sterren-Piet, dan mag het geen niveautje naar beneden. Datzelfde vakmanschap en die passie wil ik ook zien bij mensen met wie ik werk op tv.”

Als je al zoveel deed, zijn er dan nog dingen die je wil doen?

“Alles wat ik nog niet heb gedaan, daar ga ik ja op zeggen. Dus als ze mij vragen voor Over de Oceaan, ga ik het doen. The Masked Singer? Zeker. Wie wil nu niet in zo’n pak zitten? Maar ik weet niet of ze mij gaan vragen, er is een nieuwe generatie tv-makers. Er gaat ook een nieuwe generatie tv-koks komen. Ik ben fier dat ik de weg getoond heb. Ik denk niet dat het arrogant is om dat te zeggen.”

Wat staat er nog op je bucket list?

“Gorillas zien. De Grand Canyon. Maar het zijn vooral privé-zaken: tijd spenderen met de kinderen en kleinkinderen. Al is dat niet zo makkelijk. Wij wonen in Zuid-Afrika, Marie in Amerika en Cyriel in Frankrijk.”

Ben je een strenge opa?

“Het is wopie. (lacht) Ja, als je dat kind ziet, smelt je weg. Cyriel zegt dan dat Joshua wat druk is. Jullie waren dat ook, antwoord ik dan. Wij hebben twee kinderen in drie jaar gekregen, en ons daar ook doorgesparteld. En druk? Tja, aan een appelboom groeien er geen peren.”

Heeft het wegvallen van je moeder en de komst van je kleinkind niet het gevoel versterkt dat jij nu de oudste generatie bent?

“Ze zeggen nooit: Piet, je bent nu een weeskind, terwijl je dat wel bent. Toen mijn ma stierf, bleef ik letterlijk en figuurlijk verweesd achter. Dan sta je daar aan dat graf. Verweesd. Je spreekt, maar er komt niets terug. Dan weet je dat je alleen bent. En dat je vanaf nu de grootvader bent die eerst zal sterven. (stil) Het zou moeten een vak worden in het onderwijs: hoe ga je om met de dood? Niemand leert je dat, terwijl het een van de ergste dingen is in je leven.”

Wat antwoord je als er iemand op het einde van je leven zou vragen: wat hebben we geleerd?

“Ik ga het toch op zijn West-Vlaams zeggen: werken, wroeten, passie en vakmanschap. En zorg dat je in je privésfeer ook gelukkig bent. En de beste investering? Bij je vrouw blijven!” (lacht)

‘SOS Piet Feest’ is uitgegeven bij Lannoo. Via Berghoff kan je vanaf nu een ‘SOS Piet Box’ bestellen. Een nieuw seizoen van ‘SOS Piet XL’ start vanaf 3 november bij VTM. Van 1 tot 10 november is hij ook ambassadeur van De Week van de Smaak in Roeselare.